IJsboerin Ans mag op haar plekje blijven

IJsboerin Ans mag op haar vaste stekje nabij de driesprong Jan Ayeweg-Rommelpot blijven staan. Het college heeft het bezwaar tegen de standplaatsvergunning die de gemeente heeft verleend ongegrond verklaard. Daarmee volgen b en w het advies van de Bezwaarschriftencommissie. 


De kwestie maakte veel los. Ans Kikkert-Van Strien staat alweer vijftien jaar met haar ijskar aan de rand van het bos, waar ze met kleedjes op enkele boomstammen een aantrekkelijk zitje heeft ingericht. Een vaste verschijning, menigeen stopt er voor een ijsje en/of een praatje. Ook is ze al vele malen op de foto gezet, geschilderd en in menig publicatie in binnen- en buitenland verschenen. 

Niet tot ieders tevredenheid. De directe buurvrouw ervaart overlast van de situatie en meldt dat de verkeersveiligheid op de kruising is afgenomen door de drukte rond de ijskar. Ze tekende bezwaar aan tegen de standplaatsvergunning, die volgens haar op onterechte gronden is afgegeven. Het verzet richt zich niet tegen de ijsboerin, wel tegen de plek. Ze ziet de ijskar liever een stukje verder van de kruising. Het bezwaar leidde tot een reactie van medestanders van de ijsboerin. De petitie "Laat IJs van Ans op haar plekje staan" werd 1658 keer ondertekend. 

Beladen kwestie

Een beladen kwestie dus, die op 8 december vorig jaar voor de Bezwaarschriftencommissie belandde. Die kwam tot de conclusie "dat het college in alle redelijkheid heeft kunnen besluiten een standplaatsvergunning te verlenen voor de verkoop van ijs nabij de kruising Jan Ayeslag - Rommelpot. De standplaats is niet in strijd met het bestemmingsplan. Zelfs als de standplaats daarmee wel in strijd zou zijn, mocht het college de standplaatsvergunning op grond van artikel 5:18 van de APV verlenen. Het betreft immers een discretionaire bevoegdheid."

Verkeerssituatie

Over de verkeerssituatie: "Er zijn geen objectieve gegevens waaruit blijkt dat de verkeerssituatie ter plaatse zodanig nadelig wordt beïnvloed dat het college had moeten besluiten de vergunning te weigeren. De vergunningaanvraag past binnen het standplaatsenbeleid en de weigeringsgronden van artikel 1:8 van de APV doen zich niet voor. Daarom heeft het college de vergunning naar de mening van de commissie op terechte gronden kunnen verlenen."

Ook de gemeente concludeert dat verkeerstechnisch geen sprake is van een direct gevaarlijke situatie. Maar zegt ook: "Binnen enkele jaren zijn er verbeteringen te verwachten."

De bezwaarmakers hebben de mogelijkheid om tegen dit besluit van het college in beroep te gaan bij de bestuursrechter. 

Naar aanleiding van dit besluit stuurde Ans Kikkert een ingezonden brief. Die staat op pagina 2.