Afbeelding
Foto: Eigen foto

Puber(t)aal

Rare vragen

“Mevrouw, mag ik ook alstublieft de oefeningen werkwoordspelling?” Enigszins verbaasd kijk ik de leerling uit havo 4 aan en vraag wat voor vreemde vraag hij stelt. Of het goed gaat met hem. Of hij zich niet een beetje ziekig voelt. 


Tijdsdruk en toetsmomenten doen rare dingen met leerlingen. Misschien met andere woorden: deze momenten halen het beste in de pubers naar boven. Waar ik de afgelopen periode nog regelmatig moest smeken dat de leerlingen zowel het boek als het schrift zouden meenemen naar de les, willen ze nu ineens éxtra oefenmateriaal hebben. De blaadjes die ik eerder in de periode heb uitgedeeld, zijn kwijt. De opdrachten die ze eerder deze periode hebben gemaakt, staan uiteraard in een schrift dat nu helemaal vol blijkt te zijn en dus niet mee is naar de les. De laptop heeft toevallig vorig uur het loodje gelegd en de oplader ligt thuis “hoop ik, want anders weet ik echt niet waar hij is, mevrouw”, en het boek ligt in het kluisje en dat terwijl de kluissleutel nog in een andere tas zit. Het leven van een puber gaat ook niet over rozen. 


Dus print ik maar weer extra oefenbladen en deel deze uit. Ik zeg hardop dat ik dit eigenlijk niet had moeten doen. Ik krijg vanaf links wat bedankjes en vanaf rechts wat gegniffel. Ook dat laatste is volledig terecht. Natuurlijk horen ze het zelf bij zich te hebben, maar een heel uur niks doen, vind ik ook geen goede optie. Ik pols hoeveel leerlingen de oefenbladen willen hebben. Er gaan twintig handen omhoog. Er zitten vandaag twintig kinderen in de les. Ik zucht, vooruit maar weer. 


Terwijl ik de oefenbladen uitdeel, zit een jongen omgekeerd te kletsen met zijn achterburen. De mondelinge verzoekjes om zich om te draaien hebben blijkbaar niet het gewenste effect gehad. Deze keer tik ik op zijn schouder, misschien werkt dat. Daarna loop ik door en kijkt de jongen mij aan met een geschokte en twijfelachtige blik. “Dat was toch geen vork, mevrouw?” WAT? Een vork?! Ik reageer verbaasd en moet enorm lachen. Niet best als leerlingen het mogelijk achten dat ik met een vork in hun rug prik. Gelukkig lachen andere leerlingen ook en schudden ze hun hoofd. 


Tot slot nog een rare vraag die ik jullie niet wil onthouden. Aan het begin van de week maakte ik ’s ochtends wat gezellige praatjes en grapjes met de leerlingen, voor we aan de les begonnen. Waarop ik het bloedserieuze verzoek krijg: “Mevrouw, wilt u stoppen met gezellig doen? Het is maandagochtend.” Een jolige docent op Blue Monday, dat is natuurlijk ook verschrikkelijk. 


Marlieke Daals

Docente Nederlands OSG De Hogeberg