Afbeelding
Foto: Gerard Timmerman

De kant langs

Grootgrondbezit


Koop of huur. Daar zit een hele wereld tussen. Als het gaat om een auto, huis of grond. Mijn vader teelde bollen en deed dat in hoofdzaak op zijn eigen grond. Hij had die percelen in zijn leven stukje bij beetje gekocht. Onder meer van “ome” Freek Dijksen, voor wie het land op hogere leeftijd ook zijn pensioen was.


Ook de boeren om ons heen in de Prins Hendrikpolder hadden hun eigen grond. Van Leeuwen, Van Groningen, De Visser, De Graaf, Timmer, Meeldijk, Tjepkema en noem ze maar op. Ze waren allemaal ooit in staat geweest dat land te kopen, al dan niet met hulp van de bank. Ze verhuurden het land soms, zoals aan telers met “reizende bollenkramen”, zoals mijn vader dat noemde. Die verhuisden hun tulpen, krokussen en narcissen elk jaar naar een ander gehuurd perceel.


Dat de boeren in De Prins hun land in eigendom hadden is niet altijd zo geweest. Na de inpoldering in 1846 had de polder twee eigenaars: Prins Alexander en na diens dood in 1848 Prins Hendrik (De Zeevaarder) en jonkheer Pieter Adrianus Reuchlin, ook burgemeester van Tiel. Grootgrondbezitters, die hun boerderijen door zetbazen lieten beheren.


Na hun dood werd de polder tegen het eind van de 19e eeuw in z’n geheel verkocht. Voor 112.125,- gulden werd Baron Goffinet, luitenant-generaal en adjudant van de koning van België, eigenaar. Ook een grootgrondbezitter. Zo had hij eerder een paarduizend bunder in Eierland gekocht. Toen hij was overleden verkochten de erfgenamen de PH-polder in 1905 voor 120.000 gulden aan koopman en makelaar Simon Bregman.


Er brak er een andere tijd aan. De oprichting van de coöperatieve Boerenleenbank maakte het mogelijk dat boeren, tot die tijd aangewezen op familie, kennissen en geldschieters die uit waren op winstbejag, geld konden lenen voor een eigen bedrijf. Stukje bij beetje werden de boerderijen particulier eigendom.


Dat gebeurde in de PH-polder, maar bijvoorbeeld ook in Eierland waar het grootgrondbezit in de vorige eeuw veel terrein verloor. Niet overal, baron Van Tuyl had meerdere boerderijen, zoals Madura, die hij verpachtte aan akkerbouwers, veehouders en bollentelers. Maar ook daar veel boeren met eigen grondbezit.


Inmiddels lijkt de geschiedenis zich te herhalen. Maar dan in omgekeerde volgorde. De laatste decennia is veel grond die tot voor kort eigendom was van boeren, aangekocht door beleggers. ASR, een beursgenoteerde verzekergingsgroep, heeft inmiddels 800 hectare landbouwgrond in bezit. Ook andere investeerders en particulieren hebben hun oog laten vallen op grond op Texel.


Land is een waardevaste belegging, gezien de forse waardestijging de afgelopen decennia zelfs veel meer dan dat. Ook een investering met een mooi, vast rendement. Want zakelijke beleggers doen het doorgaans niet uit liefdadigheid. Ze verpachten het land aan boeren, voor zo’n 2 tot 2,5 procent per jaar.


Zo verhuist het eigendom van Texelse grond in rap tempo naar het grootkapitaal aan de overkant. De tijd van de Boerenleenbank is voorbij, banken zijn zakelijker geworden en niet altijd meer bereid boeren geld te lenen voor grond. De grootgrondbezitter wint terrein, de boer vaker in de historische rol van pachter.


Ik ben er maar eens in gedoken. In deze Tesselaar heb ik de verschillende ontwikkelingen in de markt van landbouwgrond van meerdere kanten belicht. Of het de goeie kant uit gaat, of juist niet, mag ieder zelf beoordelen.


Gerard