Wat ik zeggen wou

Intens verdriet!


Wat Henk ter Steege aankaartte in zijn “Wat ik zeggen wou in de TC van 24 december j.l., daar kan ik voor de volle 100% achterstaan. Niet dat ik de overkantse pensionado’s een oude dag op Texel misgun, maar het is het achterliggende verdriet wat hier gaat spelen. Wat men zich niet of te weinig realiseert.

Pensionado’s zijn net oude bomen, zij moeten zich niet meer willen verplanten, want ze wortelen niet meer. Ze hebben geen tijd meer om zich in te leven, te nestelen in onze cultuur en samenleving. Ze kennen onze taal niet, onze gewoonten, onze geschiedenis. Als ze sowieso al zouden willen integreren.

Als ze in het bejaarden- of verzorgingshuis raken, zijn ze buitenstaander. Weten zij wie Glienus was, Piet van de Wulp, Frans en Lies, Willem Goënga, Ome Gerrit, Aris van Boven, Louw Witte, Sil en Maarten Boon, om er zo maar eens een paar te noemen. Zij die onze samenleving kleurden. Als wij het hebben over het Raaksje, de Karseboom, de J’Elleboog, ’t IJsbeertje, het Steigertje met Jaring Mol, de Rustende Landman, de Voorzorg, de Blinde Weg. Ze weten niet waar we het over hebben. Ze staan erbuiten. Alleen, eenzaam, verdwaald in de tijd door dementie. Willen wij dat?

Zolang je nog gezond bent, kun je overal wonen. Maar als je wat begint te mankeren, dan wordt het verhaal anders. Dan ben je aangewezen op familie en vrienden. Maar als je die niet hebt, als je daar niet in geïnvesteerd hebt in den vreemde, dan heb je een groot probleem. Zeker als je alleen overgebleven bent.

Henk ter Steege streepte terecht het neveneffect aan. Wij moeten daardoor naar de vaste wal, waar wij niemand kennen, waar wij niet weten waar ze het over hebben, waar wij verdwalen in de tijd en in eenzaamheid wegkwijnen in vergetelheid. Wachten tot we gehaald worden. Door wie, dat mag uzelf invullen. Willen wij dat?

Ik heb al veel schrijnende verhalen van Texelaars in overkantse verzorgings- en verpleeghuizen gehoord. Ik moest een paar jaar geleden een oudere wat eenzame Texelaar in een verzorgingshuis portretteren en vroeg toen hoe het met hem ging. Zijn antwoord was: “Pieter, als ik zeg dat het slecht gaat, dan lieg ik. Maar als ik zeg dat het goed gaat, dan lieg ik nog meer”. Geslagen door deze woorden, die ik nooit meer zal vergeten, keerde ik terug naar de beslotenheid van ons eiland. Wat een intens verdriet.


Pieter de Vries de Fotograaf.