Afbeelding
Foto:

De kant langs

Verzopen


Volgend jaar is in Almere de Floriade. Deze geldverslindende wereldtuinbouwtentoonstelling wordt eens in de tien jaar gehouden. In 1992 in Zoetermeer. Op een herfstdag het jaar ervoor reed ik er met mijn vader naar toe. De kofferbak vol met bloembollen. Pa teelde exclusieve soorten tulpen en wilde daar graag mee pronken. Op de bloembollenbeurs in Hillegom had hij het voor elkaar weten te krijgen dat hij op een perkje grond op de Floriade zijn tulpen tentoon mocht stellen. 


Was de weg er naar toe - nog zonder Tomtom - al een hele uitdaging, dat was niets bij de zoektocht over het immense tentoonstellingsterrein naar het lapje grond van pa. Toen we dat na veel omzwervingen en rondvragen eindelijk hadden gevonden, gingen pa en ik op de knieën om de bollen netjes en keurig op diepte in het perk te planten. Soort bij soort, kleur bij kleur, een naambordje erbij. Nadat de bollen in de grond zaten, de tuin was aangeharkt en de grond afgedekt tegen de vorst, toerden we in onze automaat met het pientere pookje het hele eind weer huiswaarts. Pa verheugde zich al op de lovende reacties die hij het komend voorjaar op zijn bollenpracht zou krijgen.  


Het voorval schoot me te binnen toen ik vorige week in eigen tuin bollen aan het planten was. Rode, gele, paarse en witte tulpen, overgehouden aan een praatje voor de Hoornder boerenvereniging "Ons Belang" over de PH-polder. Gemengd met narcissen, krokussen, sneeuwklokjes en blauwe druifjes hoop ik dat het komend voorjaar een mooi kleurenpalet oplevert. Want zo gaat dat met bollen, je moet er na het planten even geduld voor hebben, maar dan heb je ook wat. 


Vooruitlopend op het voorjaar namen pa en moe ons vroeger mee naar de Westfriese Flora, in die jaren de grootste bloembollenshow ter wereld. Als jochies werden we losgelaten in de uitgestrekte veilinghallen in Bovenkarspel. Daar namen we een kijkje bij de bloeiende tulpen, onder andere tentoongesteld door mijn neef en naamgenoot uit Lutjebroek. Terwijl mijn moeder zich vermaakte op de huishoudbeurs en de modeshow bekeek, snelden wij naar de dierenhal. Met konijnen, kippen, cavia's en gerenommeerd stamboekvee, zoals de beste koe van Hein Tjepkema. Het was allemaal ver voordat de veteranenziekte een einde maakte aan de Flora. 


We bezochten meer bloemenbollenshows. Zoals de kerstshow in de bollenstreek. Lopend langs de verschillende bloemenstands in Hillegom legde pa ons uit hoe de ideale tulp er in zijn visie hoorde uit te zien. En hoe je onder de bezoekers de vakmensen er uitpikte. Met mijn klas brachten we ook eens een bezoek aan de Keukenhof. Onder bezielende leiding van onze docent bollenteelt. Het was eind mei, het groeiseizoen liep op z'n eind. Op zijn vraag of er er al een dikke bol onder zou zitten, moesten we het antwoord schuldig blijven. Waarop de leraar op knieën ging en, toen de suppoost even de andere kant op keek, met een flinke greep wat tulpen rooide. Die bleken al zo goed als volgroeid. 


Toen in het voorjaar van 1992 de Floriade opende, kreeg ik een kennis zover dat die meeging naar de tentoonstelling in Zoetermeer. Wat het hoogtepunt van de dag had moeten worden, draaide uit op een deceptie. Van het bloemenperkje dat mijn vader en ik zo zorgzaam hadden geplant, bleek maar een deel te zijn opgekomen. Het was een drijfnatte winter geweest en blijkbaar lag de tuin in een dalletje en was uitgerekend een deel van onze bollen "verzopen". Bij terugkomst kon ik het niet over mijn hart verkrijgen om het mijn vader te vertellen. 


Bij elke regenbui die nu buiten valt, kijk ik voor de zekerheid even onze tuin in. Dit laat ik me niet nog eens gebeuren. 


Gerard