Afbeelding
Foto: Eigenaar

De kant langs

Inschikken


Begonnen we er net aan te wennen dat we ons ’s avonds weer in het verenigingsleven konden storten, samen naar onze kaart-, bridge- of schaakclub, de toneelvereniging, repeteren met de band, het zangkoor, volleyballen, bowlen, de kroeg in en wat al niet meer, hebben ze de boel alweer op slot gegooid.


Daar zitten we dan met z’n allen. In hetzelfde schuitje. Ieder voor zich. Maar we laten ons niet kisten. Ook in de donkeren dagen rond kerst krijgen ze ons er niet onder. Als we het samen niet gezellig mogen hebben, dan vermaken we ons thuis wel. Dus, vooruit met de geit!


Ieder op zijn of haar manier. De spelletjes van zolder. Ganzenborden, pimpampet,, Risk of... de legpuzzels tevoorschijn. Of schaf een nieuwe aan: nog groter en ingewikkelder. Die puzzel moet wel een plekkie hebben: de keukentafel. “Waar eten we dan?”, vraagt de partner, geen legpuzzelaar. Tja, een relatie is soms inschikken, in coronatijd een extra tandje er bij.


De keukentafel is ook dé plek om aan te werken. Want ook ons kantoor is weer naar huis verplaatst. Geen nood, dan zetten we er een tafeltje bij. En zo verhuist de tuintafel naar de woonkamer. Wel een beetje vol, maar we willen op die donkere wintermaanden wel gezellig bij mekaar zitten.


Het kan natuurlijk nog heviger. Als je in huis woont met een beginnend pianist. De muzieklessen zijn ineens naar thuis verschoven. Van “Vader Jacob” tot “Fur Elise” galmt door de woonkamer. Of je partner zit bij een zangkoor waarvan de repetities zijn opgehouden. Hij/zij wil de stem wel in conditie houden. Je hoort het een tijdje aan maar het houdt een keer op: “Ga jij effe lekker op zolder je toonladders oefenen!”


Of je hebt een artistieke huisgenoot: een kunstschilder. In het tuinhuis vriest de verf nu bijna vast aan de kwast. Op een dag versjouwt hij/zij z’n schildersezel naar de serre. “Hier is het licht op z’n mooist. Vind je toch niet erg hé?” “Nee hoor, schat…”


Sporters willen in beweging blijven. Wielrenners verhuizen hun klimsimulator naar binnen, het yogamatje wordt op de vloer uitgespreid, in de keuken touwtje springen, rekken, strekken, buigen, billen en tillen. De biljarter haalt het tafelbiljart van zolder, een ander de sjoelbak en het tafelvoetbalspel naar de kamer. Als we maar lekker bezig zijn.


En dan de techneuten onder ons. Niks mooiers dan lekker sleutelen. Maar in je eentje avond aan avond in de werkplaats en de ander alleen op de bank, da’s niet gezellig. Dus de fiets, brommer, solex, motor of cockpit van je boot naar binnen gesjouwd en een deel van de huiskamer als werkplaats ingericht. “Zolang je er maar geen smeerboel van maakt!”


Het kan nog gekker. Zoals die Texelaar bij wie ik laatst op visite was. Die was tijdens de vorige coronawinter uit verveling zelf wandklokken gaan ontwerpen en maken. Avond aan avond lekker bezig in de werkplaats in de schuur. Prachtig spul, maar niet erg gezellig voor zijn vrouw. “Zet je werkbank toch in de huiskamer! Zit ik niet zo alleen.” Ik weet niet of ze zich gerealiseerd had hoeveel kabaal zo'n freesbank maakt. Oorverdovend! Ik dacht aan hun relatie. Als die dít doorstaat, dan moet de liefde wel héél groot zijn.


Gerard