De Zoe die in 2019 in totaal 342 containers verloor boven de Waddenzee.
De Zoe die in 2019 in totaal 342 containers verloor boven de Waddenzee. Foto: Kustwacht

Zuidelijke vaarroute niet dicht bij storm

Afsluiting van de zuidelijke vaarroute voor grote containerschepen boven de Waddeneilanden onder bepaalde omstandigheden is niet haalbaar. Dat heeft minister Visser van Infrastructuur en Waterstaat laten weten aan de Tweede Kamer.


De zuidelijke vaarroute boven de eilanden staat in de belangstelling sinds de ramp met de Zoë begin 2019 waarbij 342 containers overboord sloegen. De stranden van de Friese eilanden lagen daarna onder de rommel en vissers hebben sindsdien regelmatig goederen uit de containers in hun netten gehad. Volgens demissionair-minister Barbara Visser is voor het afsluiten van de zuidelijke vaarroute voor grote containerschepen (bijvoorbeeld wanneer het stormt) overeenstemming binnen het IMO nodig. Daarvoor ontbreekt het volgens de minister aan steun in Duitsland en Denemarken. Het IMO is de Internationale Maritieme Organisatie waar op internationaal niveau afspraken over scheepvaart worden gemaakt. Er is overeenstemming nodig, omdat de zuidelijke vaarroute boven de eilanden deels in internationale wateren ligt.


Na het ongeval met de Zoe werd aangedrongen op extra maatregelen. Voorstel was onder meer om grote  containerschepen bij storm via de noordelijke (hoger gelegen) scheepvaartroute boven de eilanden te laten varen. Bij die route is het water dieper, waardoor de kans kleiner is dat containerschepen in een storm de bodem van de zee raken zoals bij de Zoe het geval was toen het schip begin 2019 in de problemen was gekomen. Volgens minister Visser wordt samen met Duitsland en Denemarken wel gewerkt aan een niet-dwingend voorstel om via de IMO de bestaande, internationaal vastgestelde routeringsmaatregelen boven de Wadden aan te passen. Bedoeling is dat bij de aanpassing meer verbinding wordt gelegd met de kwetsbare status die de Waddenzee bij de IMO heeft. Dat moet aan boord van containerschepen duidelijk maken dat ze niet zomaar over een grote plas water varen, maar in de buurt van een kwetsbaar natuurgebied zijn.

Zeemanschap

De Nederlandse Kustwacht en de Duitse maritieme autoriteiten hebben volgens de minister inmiddels gezamenlijk een protocol opgesteld voor 'harmonisatie van het waarschuwingsproces in bepaalde weerscondities voor bepaalde typen schepen'. Hierin is het thema "informatiepositie bemanning” aan de orde om de veiligheid op zee te bevorderen. Dat komt erop neer dat de kapitein en zijn/haar bemanning aan boord door de Kustwacht zo goed mogelijk worden geïnformeerd over de omstandigheden waarmee ze op zee te maken gaan krijgen, zodat de kapitein op basis van goed zeemanschap (het fundament van scheepvaartveiligheid) aan boord de juiste beslissingen kan nemen. "De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de kapitein van het schip. Hij moet de besluiten kunnen nemen die noodzakelijk zijn voor de veilige navigatie van het schip en de bescherming van het mariene milieu." Na de ramp met de Zoe waren er in april van dit jaar nog twee incidenten met kleinere containerschepen die tijdens een storm op de zuidelijke vaarroute boven de eilanden in de problemen kwamen (de Escape bij Vlieland en de Baltic Tern bij Ameland). De reder van de Zoe stond in 2019 niet bepaald te trappelen van verantwoordelijkheid nadat de containers van de Zoe af waren geslagen.