'Ruimte toerististische ontwikkelingen en verhoging inkomsten'
Ruimte bieden voor toeristische ontwikkelingen, behoud van de visserij door verbetering van de faciliteiten en verhogen van de inkomsten uit de havengelden.
Het zijn enkele punten die aan de orde komen in het nieuwe beheer- en exploitatieplan dat het college voor de haven van Oudeschild heeft vastgesteld. Het plan wordt dinsdagavond 30 november door de politieke partijen besproken in commissieverband. Het plan komt voort uit de terugtrekking van het Rijk uit de haven en daarmee de afbouw van de jaarlijkse bijdrage die het Rijk nu nog doet (rond de zeven ton per jaar). Het Rijk wil die bijdrage afkopen voor €16.150.000,-.
Op het moment kent de haven een jaarlijkse tekort van ruim €750.000,- op de exploitatie. Het college hoopt met de juiste keuzes op termijn tot een kostendekkende exploitatie te komen. In het beheer- en exploitatieplan wordt onder meer uitgegaan van een omzetgroei in havengelden van twee procent per jaar. Dat moet gebeuren door het aantrekken van cruiseschepen en grote passagiersvaart. Er wordt ook ruimte geboden voor toeristische ontwikkelingen op de kade tussen de CIV en jachthaven en het opslagterrein van Strukton aan de andere kant van de werkhaven. De pachtinkomsten kunnen volgens het college hierdoor worden verhoogd van €43.500,- naar €243.500,-. Volgens het college zijn er nog geen concrete plannen, maar wordt er richting geboden om toeristische ontwikkelingen op de haven mogelijk te maken. Op het moment heeft de gemeente volgens het voorstel aan de raad structureel een bedrag van negen ton in de begroting om ervoor te zorgen dat de afkoopsom voldoende kan worden opgebouwd om te voorzien in de exploitatie van de haven.
Om de inkomsten te verhogen, ligt er ook een voorstel om het tarief voor de bruine vloot te verhogen van €1,08 naar € 1,38 per strekkende meter. Het college stelt de raad eveneens voor om het maximum tarief voor het havengeld los te laten, zodat er een evenredige verdeling komt tussen kosten en gebruik van de havenfaciliteiten. Dat betekent dat schepen volledig voor een ligperiode moeten gaan betalen en niet slechts de helft van het jaar. Volgens de gemeente maakt dat in de praktijk voor de visserij weinig uit (omdat die doordeweeks op zee is), voor rondvaartschepen heeft het wel gevolgen. Er ligt ook een meerjaren-onderhoudsplan tot 2057 op tafel om inzichtelijk te maken welke onderhoudskosten er de komende jaren aankomen (onder meer met damwanden). In het tijdvak tot 2057 wordt één volledige vervangingscyclus doorlopen.