Jef in de inmiddels veelbesproken tuin.
Jef in de inmiddels veelbesproken tuin. Foto: Robin Waerts

Polderen in plaats van modder gooien

Het viel mij op, dat er in het artikel in feite twee heel verschillende kwesties bij elkaar op één hoop worden geveegd. In het eerste geval, bij Heidehof, gaat het om een al lang bestaande toestand, namelijk een standplaats voor ijsverkoop, waartegen een (betrekkelijke) nieuwkomer vanwege de toenemende drukte bezwaar is gaan maken. In het andere geval gaat het om een al sinds mensenheugenis bestaande situatie, nl. een stuk weiland, waar een ondernemer een andere bestemming aan wilde geven, door er een moestuin en – zoals aanvankelijk het geval leek – een terras van te maken. Dat zijn eigenlijk twee heel verschillende kwesties, zodat je in feite appels met peren gaat vergelijken, als je die zaken in één stuk ter sprake brengt.


Ik wil me hier vooral beperken tot de moestuin van Jef en Nadine, omdat ik de daartegen gerichte brief mede heb ondertekend. Bovendien is in het geval van die tuin, in tegenstelling tot de kwestie Heidehof, in het genoemde artikel géén ‘hoor en wederhoor’ toegepast, zodat de zaak nogal eenzijdig belicht wordt. Volgens het stuk in de TC dreigt er door de bewuste brief en de nasleep daarvan nu een heuse “tweedeling” in Den Hoorn te ontstaan. En in de TC van dinsdag werd zelfs gesproken van een “opstand” van Hoornder boeren, verenigd in “Ons Belang”! Ik woon midden in het dorp, maar heb nog geen dorsvlegels en hooivorken voorbij zien komen, dus ik denk dat de kop boven dat stukje wel een beetje overtrokken was.


Wat me vooral trof in de berichtgeving was het geschetste beeld, alsof er in Den Hoorn nu twee kampen tegenover elkaar staan. Aan de ene kant “de zwijgende meerderheid” van “tolerante” Hoornders, die meent dat ze “overschreeuwd” wordt door de andere partij, een groep van honderd “zure, oude mensen” (De aanhalingstekens in deze laatste zin ontleen ik aan de krant, waarbij ik er dus vanuit ga dat dit inderdaad letterlijke citaten zijn.)

Dit is gewoon een valse voorstelling van zaken, een kwaadaardig ‘frame’, waarmee de mensen die bezwaar hadden tegen de moestuin worden weggezet als een stelletje zeikerds, die een hardwerkende ondernemer het licht in de ogen niet gunnen. Tegenover deze akelige zuurpruimen staan dan de goede Hoornders, de o zo tolerante, zwijgende meerderheid, die helaas niet gehoord wordt, omdat ze “overschreeuwd” zou worden door de ondertekenaars van de brief. Mag ik even lachen om deze belachelijke vertekening van de werkelijkheid? We leven in een vrij land waarin iedereen zijn zegje kan doen, ook die lieve, zwijgzame Hoornders die zich nu beklagen over het feit dat ze zogenaamd “overschreeuwd” worden. Je kunt je mening middels een ingezonden stuk in de krant, of een brief aan de gemeenteraad kenbaar maken. Niemand wordt hier “overschreeuwd”, niemand wordt het zwijgen opgelegd, dus men moet zich niet aanstellen en in de slachtofferrol kruipen.

Tegen die moestuin op zich had ik geen enkel bezwaar


Wat is er nu werkelijk gebeurd? Eerst ging het gerucht dat Jef en Nadine een stuk weiland achter hun hotel hadden aangekocht. Toen verschenen er enkele berichten in de media, waarin ze aangaven dat er een moestuin zou komen, waarop ze de gasten “onder het genot van een hapje en een drankje” op die tuin wilden rondleiden. Die berichten hebben bij velen, ook bij mij, de vrees opgeroepen, dat hier, al dan niet via een salamitactiek, van lieverlee een tuin annex terras zou ontstaan. Zó is de bal van het verzet tegen die tuin gaan rollen. En het is daar op die plek natuurlijk ook een schitterende locatie om, met een wijntje in de hand, op mooie zomeravonden van de zonsondergang te genieten. Dat daar een horecatoestand met jolige toeristen zou ontstaan, dát was voor mij, en ik vermoed velen met mij, de reden om een brief die in het dorp werd rondgemaild mede te ondertekenen. Tegen die moestuin op zich had ik geen enkel bezwaar. Sterker nog, járen geleden heb ik een klein stukje verderop zelf ook een tijdlang een moestuin gehad langs het Achterom, op wat toen nog het land van mijn vader was. En een eindje westelijk van de tuin van Jef lag vroeger op ‘Het Hooge’ een heel complex volkstuinen. Daar was helemaal niets mis mee, net zo min als met de fraaie moestuin van Jef die er inmiddels ligt. Het bezwaar gold primair de mogelijkheid dat hier een terras zou ontstaan, nóg een plek waar toeristen de rust verstoren, bovenop de ‘boerengolf’, waar ook niet iedereen even blij mee was. Ben je dan een oude zuurpruim, als je daar niet op zit te wachten? En ben je pas een goede Hoornder als je dat allemaal prima vindt?


Ik heb geen trek in dit soort kunstmatige tegenstellingen tussen “sympathiserende Texelaars die hier al hun leven lang wonen” en “kritische nieuwkomers”, zoals het artikel in de TC de zaken samenvat. En ik heb al helemáál geen zin in geklets over goede, ‘echte’ Hoornders en slechte Hoornders, of import-Hoornders. Wie in Den Hoorn woont, is een Hoornder. En daarmee basta! Mij staat nog glashelder voor de geest hoe mij eens op de Jan Drijverschool door een medeleerling het volgende werd toevertrouwd: “Jij bent gien echte Hoornder, want jów moeder komt uut Amsterdam.” Dat is intussen een kleine zestig jaar geleden, maar zo’n diskwalificatie als persoon vergeet je nooit meer. Vandaar dat ik sindsdien volkomen allergisch ben voor chauvinistisch gezwam over “echte Hoornders”, of “echte Texelaars”.

Tenslotte, wat iemand wel of niet acceptabel vindt, verschilt uiteraard van persoon tot persoon. Wat de een prima vindt, zal de ander al te ver gaan. En omdat Nederland een klein, zwaar overbevolkt land is, zijn we veroordeeld tot eindeloos overleg over wat wél of niet kan, wat nog te pruimen is, en wat niet meer. Ik verwijs maar even naar de discussie van de laatste jaren over de toeristische drukte op Texel, en de lijst kan aangevuld met tal van andere onderwerpen, zoals het beeld “De Hand”, dat bij ’t Horntje moest komen, enorme landbouwschuren die het landschap bederven, windmolens, en ga zo maar door.

Al ´polderend´ en overleggend zullen we daar met elkaar uit moeten zien te komen, en soms trekt de ene partij, dan weer de andere aan het langste eind. Maar laten we de discussie in vredesnaam een beetje zuiver houden, met echte argumenten komen, en niet met modder gaan gooien naar “zure, oude mensen”!


Kees Bruin, 

Den Hoorn