Vincent
Vincent Foto: Evalien Weterings

De Eilandadvocaat

en de laatste kans

Monica was in rep en roer toen zij werd doorverbonden door mijn secretaresse. “Ik heb echt uw hulp nodig meester”, smeekte ze aan de telefoon. “Ik heb rechtsbijstand en de woningbouwvereniging wil me uit mijn huis zetten”. Monica bedoelde dat ze in aanmerking komt voor gefinancierde rechtsbijstand via De Raad voor Rechtsbijstand. In dat geval hoeft er enkel een eigen bijdrage te worden betaald en de overige kosten van de advocaat worden vergoed door de overheid. Doordat Monica met haar zeven katten voor veel overlast zorgde, was zij een probleemhuurder. Niet alleen stonk het rond haar flat enorm doordat zindelijkheid de katten vreemd was, ook gingen ze vaak midden in de nacht op pad en schreeuwden dan de hele flat wakker. Het enige voordeel dat de verhuurder kon bedenken, was dat er geen muis te bekennen was in de hele flat. Niet uitgesloten werd dat ook dit eerder door de stank kwam dan door de aanwezigheid van de zeven prooidieren.


Doordat er op korte termijn was gedagvaard, moest de zaak snel worden opgepakt. Uiteraard wilde Monica in haar appartement blijven wonen. Gelukkig was er geen sprake van een huurachterstand en woonde zij al twaalf jaar in haar flat, zodat zij ook kon hardmaken dat zij aan de buurt was verknocht. De eerste hobbel die ik als advocaat moest nemen was mijn eigen cliënte. Ik wist uit ervaring dat de Kantonrechter de eis van de verhuurder zou inwilligen. Een sociale verhuurder heeft meestal veel geduld en gaat niet zomaar over tot ontruiming. Tot nu toe was het Monica geweest die het gesprek met de verhuurder had afgehouden. Haar katten waren haar kindjes en die hadden toch ook rechten?


In een lang gesprek bij mij op kantoor heb ik Monica uitgelegd dat het natuurlijk fijn is dat er dierenvrienden bestaan zoals zij. Ze moest ook beseffen dat ze niet op een boerderij woont, maar in een drukke stad. Als je in een flat woont, moet je rekening houden met de buren. Drie koppen koffie en een halve doos zakdoekjes verder, snotterde Monica dat het dan echt niet anders kon. Zij wilde wel vier van de zeven katten onderbrengen bij “gastouders”. Ik had via de dierenbescherming geregeld dat de dieren goed terecht zouden komen. De verhuurder was bereid om op haar kosten een schoonmaakploeg te sturen, om de penetrante ammoniak geur om te toveren in een citroentjes-frisse lucht. Monica kreeg een “laatste kans”. In een contract stonden haar verplichtingen waar ze zich aan moest houden. Maximaal drie huisdieren in de flat en allemaal op de kattenbak. Na 22:00 uur mochten de dieren niet buiten zwerven en moest ze zorgen dat er verse brokjes klaarstonden.


Monica was natuurlijk verdrietig dat ze van vier van haar katten afscheid moest nemen, maar alle “gastouders” hadden haar leuke foto’s gestuurd hoe goed de dieren het hadden. Vijf jaar later woont Monica nog steeds in haar portiekflat in Almere. Sommige buren klagen nog wel eens over dat gekke “kattenvrouwtje”, maar Monica heeft zich keurig aan de “laatste-kans-overeenkomst” gehouden. Zij heeft mij later toevertrouwd dat ze hierdoor nu goed weet wat de regels zijn en dus houdt ze zich eraan. En als ik op zaterdagochtend bij ons thuis de kattenbak mag verschonen, dan denk ik nog weleens aan Monica.


Vincent van der Velde,

De Eilandadvocaat