Anders bekeken...

Puberen…


Het is deze week de week van de pleegzorg. Van 3 tot en met 10 november wordt er groen licht gegeven aan de kinderen die in gezinnen door pleegzorg worden “grootgebracht”. Er zijn 16.000 gezinnen in Nederland waar die kans wordt geboden.

De kans krijgen op een stabiele woon en leefomgeving. Een mooi loffelijk streven. “thuis”, een mooi woord. Suzanne van twee zegt het al als we zijn weggeweest naar het bos of om boodschappen, ze ziet en voelt herkenning als we langs de dijk bij Dijkmanshuizen rijden, hoe belangrijk.

De honden herkennen ook hun eigen territorium, ze ruiken het, ze zien het en kunnen feilloos de plek terugvinden. Ik heb zelf een heerlijk “thuis” gehad, tegenwoordig wordt er dan over 'home' gesproken. Warmte, veiligheid, gezelligheid, aandacht, liefde in al zijn facetten. Van voeding, kleding tot huisregels en klusjes doen. Want ja, dat hoort er ook bij.

“Jij doet deze week de afwas, afgesproken?” En later bij het uitgaan: "12 uur, en absoluut niet later!” Oeh wat was dat moeilijk, want dan leek het wel heel gezellig als je weg moest. Zo kwam het dat vader Enno, met zijn hoedje op, de j’Elleboog in kwam en mij, net 16, op kwam halen met de woorden: "Pubers, dit gebeurt niet weer…”

Gevolgd de volgende dag met :”Ik bind je aan de tafelpoot vast!” 

En moeder Lena dreigde met de mattenklopper. Eigenlijk hilarisch, want die had ze nog nooit gebruikt. Ja voor dekens en matten, voor bedden in het voorjaar, maar niet voor ons. Ik was vorige week bij schoonmoeder Lena om de koffie en daar had ze een fotootje met een stapel matrassen en dekens buiten, en kloppen maar.

De mattenklopper is nostalgie, ik denk dat de kleinkinderen de vernuftige knoop met handvat niet eens herkennen. Puberen, je afzetten tegen het ouderlijk gezag en je eigen wegen kiezen is er nog wel degelijk. Mooi om te zien, haarkleuren en kleding veranderen, hobby, sport en een opleiding naar keuze. Bijzonder en mooi en ook moeilijk om als ouder los te laten zeker in het geval van pleegkinderen.

Bij de honden brengt het een opvoeder ook wel eens tot wanhoop. De lekkere zwarte prut uit de sloot wordt al maanden keurig omzeild. Maar dan ziet Cobus zijn kans schoon. "Ik doe lekker wat ik wil”, denkt hij en springt over en op de kleine keffer van Mieneke. Die er net nu zo zwart uitziet als Cobus. Wat een toestand. 

Ik moet aan vader Enno denken als ik de riem aan de tafelpoot buiten vastmaak … dus toch!


Jozien