Met vooruitziende blik bouwden de Van der Starren in 2004 een stal voor 200 koeien.
Met vooruitziende blik bouwden de Van der Starren in 2004 een stal voor 200 koeien. Foto: Joop Rommets

Familie Van der Star boert tegen de stroom in

Dankzij een lening bij zijn familie kon Jan van der Star vlak na de oorlog in polder Het Noorden een boerderijtje beginnen met drie koeien en vijf schapen. Driekwart-eeuw later hebben zijn zoon Rien, schoondochter Elja en kleinzoons René en Martijn er met hard werken en flink investeren een florerend bedrijf van gemaakt met ruim 200 melkkoeien, jongvee, vier melkrobots, flink wat akkerbouw en in totaal 140 hectare grond. "We kijken niet te ver vooruit. Maar als kansen zich voordoen, moet je ze pakken als het je past.”

Ze lopen niet met hun successen te koop en zouden nooit zelf de krant hebben benaderd om hun verhaal te vertellen. Dat er op een dinsdagochtend toch een verslaggever op boerderij Noorderschorren aanschuift voor de koffie, is te danken aan hun oud-stagiaire Rinske van Driel. “Ik zou graag de firma Van der Star in het zonnetje willen zetten, omdat het ze na een lang proces is gelukt een tweede boerderij te kopen. Daarnaast zijn ze de grootste melkveehouder op Texel”, mailde ze de redactie.


De Van der Starren waarderen het gebaar en zijn omgekeerd vol lof over Rinske. “Een leuke meid. Ze was pas veertien, toen ze hier al zelfstandig de koeien molk.” Maar ze zijn vooral bescheiden. “Dat hoeft allemaal niet in de krant...” Het is een zinnetje dat ze nog een paar keer zullen herhalen. Het is duidelijk: ze houden niet van borstklopperij.


Trots

Gelukkig voor de verslaggever én de lezer overheerst uiteindelijk hun trots. Wanneer ze eenmaal beginnen te vertellen, zijn ze niet zomaar uitgepraat. Niet zo vreemd, want ze hebben in de loop der jaren heel wat op z’n kant gezet. Daarvoor gaan ze terug naar 1975, toen Rien zestien jaar was. De landbouw en vooral de veehouderij zitten hem in het bloed. “Ik heb altijd boer willen worden. Na de LTS ben ik rechtstreeks in het bedrijf van mijn vader gestapt. Net als drie van mijn vier broers. Alleen Piet deed wat anders. Hij ging varen, maar is met een omweg uiteindelijk toch boer geworden.” 


“De boeren die overblijven, zullen het straks ook weer goed hebben”

In 1986 splitste het familiebedrijf zich op. “Fred en ik gingen door met het melkvee, Aris en Henk met loonwerk en akkerbouw. Vader werd vliegende keep.” Toen al, vijfendertig jaar geleden, molken ze zo’n tachtig koeien. Een flink aantal, maar geen reden om tevreden achterover te leunen. “In 1990 hebben we een stierenstal gebouwd. We wilden uitbreiden, maar op melkvee zat nog een quotum en op mestvee niet. Vandaar de stieren. We hadden er toen ongeveer honderd.”


Investeren

Ook in de jaren erna werd flink geïnvesteerd. Met vooruitziende blik bouwden ze in 2004 een stal voor 200 koeien. Toen in 2015 geen quotum meer nodig was om te mogen melken, groeide het aantal in korte tijd door naar 180.


Ook de kinderen van Rien en Elja zijn echte koeienboeren. Net als hun vader wisten ze al op jonge leeftijd wat ze zouden worden. René kwam in 2003 in het bedrijf, Martijn tien jaar later. René: “In die tijd werd de regelgeving al steeds strenger. Ik heb me wel eens afgevraagd of ik het zou moeten doen, maar nooit echt serieus over iets anders nagedacht. Het is gewoon mooi werk.”


Van 2004 tot 2014 hielp Ewald Witte als firmant van buiten de familie het bedrijf verder uit te bouwen. Rien: “We hebben afgesproken dat het voor tien jaar zou zijn. Ewald had geen opvolgers, wij wel. Nadat Martijn erbij kwam, is Ewald gestopt. Volgens afspraak en in een goede sfeer. We komen nog steeds bij elkaar om de koffie.”


Vier robots

Om de capaciteiten van de drie boeren zo goed mogelijk te benutten, besloten ze in 2015 de koeien drie in plaats van twee keer per dag te melken. Rien: “Om half zes ‘s ochtends, om twee uur ’s middags en om tien uur ’s avonds. We molken allemaal één keer per dag, drie uur achter elkaar. De koeien gingen daardoor meer melk geven. Als een uier leeg is, wordt de melkproductie gestimuleerd.”


Inmiddels lopen er 215 koeien op Noorderschorren. Ze worden sinds vorig jaar juni gemolken door vier robots. De aanschaf was een ingrijpende beslissing, die opnieuw een forse investering met zich meebracht. De nieuwe manier van melken was even wennen, zowel voor de koeien als voor de boeren. René: “We zijn wat achteruitgegaan in melkproductie. Maar we weten nu hoe het moet en hebben de stijgende lijn weer te pakken.” Rien: “Ik mis het wel, die koeien door mijn handen te laten gaan.” René: “Martijn wilde dit graag. Ik zag er de voordelen wel van, maar twijfelde ook. Onze vader zei: Jullie mogen kiezen, het is jullie toekomst. Uiteindelijk hebben we voor de robots gekozen.” Martijn: “We zijn er een stuk flexibeler door geworden. Niet dat we het minder druk hebben. Die robots brengen ook werk met zich mee. Maar we kunnen nu wel zelf onze tijd indelen en ook eens een keer wat langer op het voetbalveld blijven.” 


Stagiairs

Hun werk bestaat naast de melkveehouderij onder meer ook uit het verbouwen van maïs, gras en suiker- en voerbieten. De Van der Starren worden daarbij regelmatig geholpen door stagiairs. Elja: “We hebben er al heel wat gehad, soms wel zes per jaar. Er zijn kinderen bij van gescheiden ouders, die zelf voor hun eten moeten zorgen als ze thuiskomen. Bij ons leren ze wat een geregeld leven is. Met veel van die jongens en meiden bouw je een bijzondere band op. We maken het mee dat ze aan het eind van hun stage met tranen in hun ogen vertrekken. Anderen staan ’s zomers een paar dagen op onze camping.”


De nieuwste stagiaire is een Texelaar, achterneefje Djustin Zoetelief van de Eagles Ranch. “Ik moet nog één dag per week naar school en ben hier twee dagen en twee dagen op Zuivelboerderij Texel van Rikkenberg. Leuk om bij verschillende bedrijven rond te kijken”, vertelt hij.


Achter de schermen werken de vrouwen hard mee. Renés partner Kim verzorgt de boekhouding, Elja runt met ziel en zaligheid de camping en Martijns vriendin Anoek neemt die taak binnenkort van haar over. “Je ziet, we zijn een echt familiebedrijf”, zegt Kim.


Gedurfde stap

Eind vorige maand zetten de Van der Starren opnieuw een grote stap en namen ze het bedrijf van Ron en Jeroen Hin van de Sint Maartenshoeve in Spang over. Daardoor krijgen ze er in een klap 35 hectare land bij, wat het totaal op 140 brengt. Rien: “Het jongvee loopt daar al. Daardoor is hier meer ruimte gekomen voor de melkkoeien.”


Een gedurfde stap, zeker in een tijd dat het beperken van de uitstoot van stikstof hoog op de politieke agenda staat en veel boeren voor hun toekomst vrezen. René: “We trekken ons niet zoveel aan van alle negatieve verhalen. Dat klinkt misschien simpel, maar het loopt straks waarschijnlijk toch weer anders dan we nu denken. Wij willen graag door.” Rien: “Er gaan zeker boeren stoppen. Maar degenen die overblijven, zullen het straks ook weer goed hebben. Al is het natuurlijk zo dat je het tot die tijd wel moet zien te redden.” 


Heel bewust kiezen ze tegen de stroom in voor groei en het verder optimaliseren van hun bedrijfsvoering. Het aanboren van alternatieve inkomstenbronnen hebben ze nooit serieus overwogen. René: “Wij zijn geen mensen voor een boerderijwinkel. Financieel is dat misschien leuk, maar je moet er ook personeel voor aannemen. Zelf hebben we er geen tijd voor, we liggen nu al begraven onder het werk.”


Kansen pakken

Martijn blikt vol vertrouwen maar niet te ver vooruit. “Bij een cursus boekhouden zei de leraar: Maak eens een plan voor de komende tien jaar. Dat heb ik gedaan, maar het loopt nu al anders. Vorig jaar waren we nog niet van plan er een bedrijf bij te kopen. Soms loopt dat zo. Mooi dat de bank daarin meeging, terwijl het nog maar kort geleden was dat we geld moesten lenen om in vier robots te kunnen investeren.” Zijn vader knikt: “We kijken niet te ver vooruit. Maar als kansen zich voordoen, moet je ze pakken als het je past.”


Op korte termijn verhuizen Rien en Elja naar de Sint Maartenshoeve, om plaats te maken voor Martijn en Anoek, die nu nog in het zomerhuisje op het erf wonen. René en Kim en hun gezin wonen aan de Genteweg, even verderop. René, grijnzend: “Mijn vader wilde niet naar Den Burg. Maar straks is hij toch al halverwege.” Het zal wennen zijn om na al die jaren hun vertrouwde huis te verlaten, beseffen ze. Maar ze zien er niet tegenop. Rien: “Het is niet van ellende.” Elja: “We zijn dankbaar dat het kan. En het is prachtig dat we twee jongens hebben die het van ons overnemen.” 


Joop Rommets

Net als vader Rien zijn Martijn (links) en René echte koeienboeren.