Afbeelding
Foto: Eigen foto

Puber(t)aal

Alles komt goed

De fases die een kind op de middelbare school doorloopt, zijn bijzonder en soms heftig. Wanneer leerlingen binnenkomen in de brugklas, zijn ze vaak nog lief, onbevangen, enthousiast, worden ze blij van huiswerk, huppelen ze door de gangen en ga zo nog maar even door. Rond de kerstvakantie gebeurt er iets magisch. Een ouder heeft wel eens aan mij gevraagd ‘wat de OSG toch met haar kind deed.’ Nou, niet specifiek de OSG. Dat heet de puberteit. Halverwege de brugklas beginnen de leerlingen zich op hun gemak te voelen, de groepjes zijn gevormd en het huiswerk is niet meer nieuw en leuk maar toch vooral vervelend en een dief van je vrije tijd. 


In de tweede klas zijn de kaarten geschud, weten ze wat er van hen verwacht wordt en doet de puberteit verder haar intrede. Hormonen beginnen een steeds belangrijkere rol te spelen. Veel leerlingen hebben minder zin in school en de prioriteiten verschuiven naar voornamelijk het sociale leven. “Waarom zoveel huiswerk, mevrouw? Ik moet ook nog sporten, werken en naar buiten vandaag.” 


Naarmate de leerlingen dichter bij hun examen komen, verandert er vaak ook weer iets. In positieve zin. Ze zien waarvoor ze het doen en de finish is in zicht. Daarnaast wil je natuurlijk echt niet langer op de middelbare school zitten dan noodzakelijk is, dus het examen moet gehaald worden. Er komt iets van een intrinsieke motivatie bovendrijven die de jaren daarvoor soms ver te zoeken was. Als docent haal ik regelmatig opgelucht adem als ik dat opmerk. 


Bij havo 5 staat momenteel debatteren op het programma en samen met de leerlingen geniet ik enorm van die lessen. “Mevrouw, ik had echt zin in deze les!” hoorde ik de afgelopen weken regelmatig voorbijkomen. Ze gaan graag de verbale strijd aan met klasgenoten. Bij het binnenlopen van de klas worden uitspraken gedaan als: “Ik maak je helemaal kapot!” Misschien enigszins bedreigend, maar vooral overtuigd van hun eigen kunnen. Een van de leerlingen vroeg: “Mag ik ook schreeuwen tijdens het debat?” Waarop ik antwoordde dat schreeuwen niet mocht, omdat dat een teken van zwakte is en ze beter haar argumentatie gewoon op orde kan hebben. 


Bij deze leuke en leerzame lessen komen de leerlingen (meestal) goed voorbereid de les binnen. Ze vormen zelf de jury en nemen initiatief als de taken tijdwaarnemer en voorzitter verdeeld moeten worden. Heerlijk. Het ‘enige’ wat ik hoef te doen, is mij focussen op de inhoud van het debat. 


Het uur daarna probeer ik een les op te starten met een derde klas. Rechtsvoor vraagt een leerling of ze een klasgenoot mag slaan met een etui (nee), linksachter zit een jongen als een kikker op zijn stoel en rechtsachter imiteert weer een andere leerling duivengeluiden. Hier vraag ik dus eerst vriendelijk om van elkaar af te blijven, een acceptabele houding aan te nemen en de vogelgeluiden achterwege te laten. Intussen denk ik gewoon aan de lessen met havo 5. En dan weet ik dat het goed komt. Alleen heeft het soms even tijd nodig. 


Marlieke Daals,

Docente Nederlands OSG De Hogeberg