Een onvoldoende voor duurzaamheid

Een onvoldoende voor duurzaamheid. Dat is, samengevat, de (voorlopige) conclusie van het rapport “Kansen voor Duurzaamheid op Texel”, een onderzoek van de Rekenkamercommissie Waddeneilanden om te beoordelen of het duurzaamheidsbeleid van de gemeente doeltreffend is vormgegeven en uitgevoerd.


Duurzame ambities voor Texel zijn weliswaar al hoog vanaf 2008 (toen de raad in de “Energievisie Texel” uitsprak om in 2020 energieneutraal te zijn), de mate van realisatie blijft daar ver bij achter, concludeert de Rekenkamer.

De doelstelling, inmiddels 2030, is nu minder eenduidig geformuleerd in termen van "zoveel mogelijk" energieneutraal. Dat maakt het lastig om de mate van realisatie van het doel te kunnen beoordelen.

De doelstellingen bij klimaatadaptatie en circulaire economie zijn richtinggevend, maar weinig concreet. Doelstellingen rond biodiversiteit ontbreken in relevante beleidsstukken. Ook daarvoor geldt dat het lastig is de mate van doelrealisatie te kunnen beoordelen.

De gemeente is voor het uitvoeren van duurzaamheidsbeleid en voor het realiseren van doelen mede afhankelijk van andere overheden, zoals bijvoorbeeld de provincie. Dit beperkt de reikwijdte van eigen beleid.

De gemeente heeft sterk ingezet op innovatieve projecten. Innovatie is in het algemeen belangrijk voor duurzaamheidsbeleid. “Maar van innovatieve projecten kan echter niet direct een (grote) bijdrage aan de realisatie van doelen verwacht worden.”

Ten slotte: “Monitoring en/of een gesprek tussen college en de raad over de realisatie van de doelstellingen worden/wordt niet systematisch gevoerd.”

Aanbevelingen

De Rekenkamer komt met drie aanbevelingen aan de gemeenteraad:

1. “Ga in gesprek met het college over het beleid "Zelfvoorzienend en duurzaam". Inventariseer welke ambities prioriteit krijgen en welke ambities realistisch zijn voor de reikwijdte van gemeentelijk beleid. Stel voor die ambities ook de benodigde financiële middelen beschikbaar en in personele capaciteit. Maak een onderscheid naar ambities die wel of niet te beïnvloeden zijn door gemeentelijk beleid.”

2. “Zorg dat de doelen rond energiebesparing en duurzame energie helder en eenduidig zijn vastgesteld, ook in de tijd. Sluit aan op de nationale doelstelling voor 2030 en geef een concreet tijdpad voor realisatie.”

3. “Vraag het college om heldere en meetbare indicatoren voor de realisatie van duurzaamheidsdoelen aan te geven, en laat die ten behoeve van monitoring opnemen in de reguliere P&C-(planning en controle)cyclus, zoals in de programmabegroting en rekening.

Begin november wordt het rapport besproken in de raadscommissie.

Meer op pagina 7.