Ben Oostra, tijdens de opmaak van de Texelse Courant, terwijl hij de artikelen op de pagina plakt. Onder als leerling zetter in de drukkerij.
Ben Oostra, tijdens de opmaak van de Texelse Courant, terwijl hij de artikelen op de pagina plakt. Onder als leerling zetter in de drukkerij. Foto: Archief Texelse Courant

Drukker van zethaak naar de digitale tijd

"Eén bedrijf, maar drie keer een ander vak." Zo vatte Ben Oostra zijn loopbaan bij Langeveld & de Rooy, uitgever van de Texelse Courant, samen. Een drukker die in het "loden tijdperk" begon als leerling handzetter, opklom tot manager van de drukkerij en eindigde in de digitale tijd. 


Zonder zetter geen Texelse Courant. Zo was het ooit. Het dreigde te gebeuren toen Ben in militaire dienst moest en de krant zonder zetter dreigde te komen. Een verzoek van L&R om vrijstelling van de dienstplicht weigerde Defensie tot twee keer toe. De drukkerij bevocht de vrijstelling tot het hoogste rechtscollege, de Raad van State. Met toenmalig bedrijfsleider Martin Warnaar en J.A. van der Vlis reisde Ben naar de Kneuterdijk. Van der Vlis vertelde de rechter dat als de jonge zetter in dienst zou moeten, de krant niet kon worden gedrukt. En dat het niet verschijnen van de krant een ramp voor het eiland zou betekenen. De bevolking zou in opstand komen. De rechters waagden het niet om de woorden van Van der Vlis in twijfel te trekken, Ben hoefde niet in dienst en de krant kon blijven verschijnen.

 
Eigenlijk wilde Ben boer worden. Zijn vader was hoofd stamboekhouder van de NRS op Texel, zeg maar de burgerlijke stand van de koeien. Thuis werd vaak over koeien en stieren gesproken. Ben ging als jochie mee bij het keuren van het vee en hielp na schooltijd op de boerderij. Ben ging naar de landbouwschool. Zijn vader, die de jaarverslagen van de NRS door L&R liet drukken, wees zijn zoon op een advertentie waarin stond dat de drukkerij een leerling handzetter zocht. "Is dat niet wat voor jou? Als je boer bent, moet je zeven dagen in de week hard werken. Als drukker ben je in het weekend vrij."


Zodoende ging Ben op zijn veertiende als leerling handzetter aan de slag. Vier dagen in de drukkerij en één dag per week naar de Grafische School in Alkmaar. Daar leerde hij werken met het twaalfdelige stelsel, met voeten, inches, cicero's en punten.

Eén bedrijf, maar drie keer een ander vak

De praktijk leerde hij van drukkers als Jan en Joop (vader en zoon) Kramer, Rikus Kalis en Jaap Vlaming. Hij zette loden letters in de zethaak, te beginnen met de Texelaartjes, later ook de opmaak van de krant, geboortekaartjes en handelsdrukwerk. De tekst in spiegelbeeld. Spiegelschrift las hij na verloop van tijd net zo snel als gewoon schrift. Jan Kramer drukte hem op het hart: "Ook al staat de tent in de fik, eerst je zethaak vol!"

De drukkerij was toen nog in de voormalige weeshuis aan de Parkstraat (later de plek van het postkantoor). De krant werd gedrukt op de Johannesberger, die twee pagina's tegelijk kon drukken. Het voordeel van drukken in eigen huis was dat de pers à la minuut stil kon worden gezet. Als Harry met hot news kwam, dan was het: Stop de persen! Dan werd het nieuws er nog even tussen "gevogeld". Zo kon het gebeuren dat lezers in Den Hoorn het betreffende bericht niet hadden, maar die in De Cocksdorp wel. 


Inclusief vouwen en andere werkzaamheden had Ben fulltime werk aan de krant. Een enkele keer werd Ben, toen een jaar of zestien, naar Amsterdam gestuurd, met twee, soms drie foto's. Bij het Vrije Volk werden de foto's geclicheerd, waarbij het raster op een zinken plaat werd gezet. Al met al was hij een dag onderweg, voor de jonge handzetter een soort snoepreisje. 

Hij maakte mee hoe de drukkerij begin zeventiger jaren verhuisde naar de Warmoesstraat (waar nu Radio Texel zit). Daar werd de krant tot 1977 in lood gedrukt. De omschakeling naar de nieuwe offset druktechniek kwam toen de as van de pers brak. Lukte het smid Lou Witte eerder mankementen te herstellen, nu kreeg zelfs hij de pers niet meer draaiende. 

Toen de krant omschakelde op de nieuwe druktechniek, raakte Ben weer naar school, om een heel nieuw vak te leren. Van handzetter werd hij reprofotograaf, filmmonteur en drukplatenmaker. Deze en andere voorbereidende werkzaamheden gebeurden op Texel, het drukken met de rotatiepers in Schagen, Harlingen en tegenwoordig in Diemen. Het begrip stop de persen behoorde sindsdien tot het verleden. 

In de jaren zeventig combineerde Ben het werk bij L&R met een bijbaan in paviljoen De Buteriggel in De Koog. Tegen zes uur 's avonds trok hij het "apepakkie" aan en werkte in de bediening tot een uur of twee 's nachts. Om de volgende morgen om half acht weer paraat te zijn in de drukkerij. "Dat ging prima. We waren jong en konden van alles." Nadien reed hij ook nog op de taxi, tijdens bruiloften en partijen.


Halverwege de jaren negentig werd de zetmachine ingeruild voor de computer en ging de vormgeving via het beeldscherm. De omschakeling had de nodige voeten in de aarde. In de drukkerij moest flink worden gepionierd om het onder de knie te krijgen. In 1991 kreeg Ben de leiding over de drukkerij en de afdeling die het drukproces voorbereidde. Toen mocht hij wéér naar de schoolbanken, twee jaar lang 's avonds naar het Grafisch Lyceum in Amsterdam. 

Ben gaf niet alleen leiding, maar hielp net zo hard mee in de drukkerij. Want de krant moest dinsdag en vrijdag wel gewoon worden opgemaakt. Dat gebeurde lange tijd nog handmatig. Elke tekstregel en foto plakte hij op de plek die de redacteur naast hem had aangewezen. Elk lijntje kaarsrecht. Ben had een hekel aan witte vlakken, als zich dat voordeed dan plakte hij er een lijntje in, wat hij het "irritatiestreepje" noemde. 

Ben plakte zo'n pagina in een kwartier in elkaar, als het moest sneller. Want, wat er ook gebeurde, de map met volgeplakte pagina's moest met de boot van tien uur naar de drukkerij. 

Ben voelde zich met hart en ziel betrokken bij de drukkerij, waar hij in totaal 47,5 jaar werkte. Werkweken van zestig uur waren geen uitzondering, ook 's avonds en in het weekend deed hij wel een klusje in de drukkerij. Een perfectionist, dienstbaar, collegiaal en met een bijzonder gevoel voor humor. In zijn vrije tijd boogschutter en ook nog een beetje boer. Hij verzorgde zijn pony en schapen. 

Klagen zat niet in zijn natuur, ook niet op momenten dat het in zijn directe omgeving tegenzat en zijn gezondheid hem in de steek liet. Er waren ook lichtpuntjes, zoals onlangs de geboorte van zijn achterkleinzoon. 


Toch nog vrij plotseling overleed hij na een kort ziekbed afgelopen dinsdag, 73 jaar oud.

Afbeelding