Afbeelding
Foto: Annelies Spoelstra

De kant langs

175 jaar


Niet eerder heb ik zóveel feestjes niet gevierd. Mijn vader, die zich ooit wanhopend afvroeg hoe zijn jongste zoon het volhield om een avondje of vijf per week de hort op te zijn, zou bijna trots op me zijn. Maar niet heus. Want pa hield zelf ook wel van een feestje.


Ook jubilea zijn afgeblazen. De MAB-club bestaat dit jaar 75 jaar, maar voor het tweede jaar zonder cross valt er weinig te vieren. RAB zelfs 100 jaar. Medewerkers mochten thuis de bezorgde cocktails en hapjes soldaat maken, kijkend naar hun scherm hoe Joep van Deudekom een quiz deed met directeuren Sandra van der Ploeg en Jan Jacob Rab. Je doet wat leuks, maar het is toch anders.


Dan maar op de fiets, langs de Pontweg, de kluft over de Prins Hendrikpolder in. En jawel, daar stond bij de oprit van de familie Spoelstra het bord waarover Reina me had gebeld. “Prins Hendrikpolder 175 jaar”. Inderdaad, op de kop af 25 jaar geleden vierden we dat “de Prins” 150 jaar bestond.


Het was Reina’s man, wijlen Edo Spoelstra, die me destijds op de schouder tikte. “Je weet toch wel dat de PH-polder straks 150 jaar bestaat?” Ik begon me er in te verdiepen en van het één kwam het ander, op de avond van het jubileumfeest konden Will Thijssen en ik het boek “Van de Prins geen kwaad” presenteren.


Will, een historicus, woonde in Den Helder. Zijn betovergrootvader was zetboer geweest op hoeve Capni. Dat had hem getriggerd om in de Koninklijke Bibliotheek de oudste geschiedenis van de polder uit te pluizen. Prins Alexander en Hendrik waren betrokken geweest bij de inpoldering. Het onderzoek van Will liep zo ongeveer tot 1900. Daar hield het voor hem op. De rest deed ik. 


Hij was er nog nooit geweest en toen ik hem eens meenam om de polder te verkennen, was dat een openbaring. Hij liep nog rond met het beeld van de polder rond 1900. Toen we bij hoeve Capni kwamen werd Will emotioneel. “Dit is historische grond.” Van Piet Witvliet mochten we zelfs in de grote kelder kijken, waarover Wil in het archief had gelezen.


Het werd een gedenkwaardig feest. Een weerzien van bewoners en oud-bewoners, oude landbouwmachines, demonstraties, werktuigen, Willem Roeper schonk “Parels Prins Heerlijk”, komvisser Theo Dogger had een fuik opgebouwd, er vloog een helikoper, de fanfare speelde, bandjes traden op en een bruisend polderfeest met kermisband Shoreline.


Ik dacht er aan terug toen ik dat bordje bekeek. Hetzelfde als in 1996, waarop netjes 150 in 175 was veranderd. Afgezien van het bordje, is ook dit jubileum in stilte voorbij gegaan. Vergeten? Corona? Hoe dan ook, het is prima zo, misschien over 25 jaar maar weer, voor wie het nog mee mag maken.


Eierland pakte wel groots uit, alweer elf jaar geleden. Toen we van de zomer op een camping op de Veluwe stonden en aan de praat raakten, kwamen de buren met een trui tevoorschijn. "175 jaar Polder Eierland - kleurrijk land” stond er op. Ze kampeerden toen op Texel. "De trui gaat mee op elke kampeervakantie."


Gerard

Afbeelding