Hennie Ploeger met de bloemen die ze kreeg bij haar afscheid uit het Verpleeghuis.
Hennie Ploeger met de bloemen die ze kreeg bij haar afscheid uit het Verpleeghuis. Foto: Gerard Timmerman

"Het mooiste beroep van de wereld"

“Het mooiste beroep van de wereld”, vertelt Hennie Ploeger over haar werk als kapster in Verpleeghuis Texel. Bloemen, mooie kaarten en ook een traan bij haar afscheid woensdag. Ze begint aan een welverdiend pensioen.

“Dit is zulk dankbaar werk. Mensen zijn zó blij als ze worden geknipt”, vertelt Hennie in haar domein, de salon in het zorgcentrum aan de Vogelenzang.


Twaalf jaar lang zorgde de kapster dat het haar van bewoners, mensen uit de dagopvang en anderen die er komen werd gewassen, geknipt en gewatergolfd. “Zó verschrikkelijk leuk hier. Zo stralend als mensen hier de deur uit gaan.”

Maar soms ook wel emotioneel. Vreugde en verdriet liggen dicht bij elkaar. “Laatst had ik het haar van een mevrouw met Alzheimer gedaan. “Wat ben je mooi”, zei haar man toen ze weer naar buiten kwam. Toen ze zo saampjes weg schuifelden, maakte dat zóveel bij me los. Ik werd er blij van, maar vond het ook heel triest. Ik heb in de salon gewoon een potje zitten janken.”

Hennie (66) is zo ongeveer haar hele leven al kapster. “Ik doe dit werk vanaf mijn veertiende. Toen ben ik in Den Helder een opleiding tot kapster gaan volgen. Twee jaar duurde dat. Daarna ging ik bij kapper Van Ursem in Den Helder aan de slag. Ik werkte daar een paar jaar, toen ik aan het zwemmen was in Molenkoog. Jan Prins, van kapsalon Wilhelminalaan, zwom naast me. Op een gegeven moment vroeg hij of ik het niet leuk zou vinden om bij hem aan het werk te gaan.”

Ze hoefde niet lang na te denken. “Dat scheelde me een hoop heen en weer gereis naar Den Helder. Jan was een geweldige baas, ik heb het er altijd enorm naar mijn zin gehad.” Ook toen Joke Koper kapsalon Wilhelminalaan van Jan Prins overnam, bleef Hennie daar werken. Kapster bleef voor haar het mooiste beroep van de wereld, knippen, wassen, watergolven of welke behandeling dan ook en intussen gezellig een praatje maken. 

Totdat het Verpleeghuis belde. “De vorige kapster daar was met pensioen gegaan. Ze vroegen of ik interesse had om de nieuwe kapster te worden.” Hennie realiseerde zich dat ze daar een heel ander publiek zou gaan knippen, maar zei snel ja. “Ik heb er natuurlijk niet voor geleerd om bijvoorbeeld met mensen met Alzheimer of een zware lichamelijke handicap om te gaan, maar eigenlijk gaat het vanzelf. Het zijn heel fijne en dankbare mensen. Geweldig werk om te doen en te zorgen dat ze weer netjes naar buiten kunnen. Het geeft me heel veel voldoening.”

En het wordt bijzonder gewaardeerd. Dat blijkt onder meer uit de vele kaarten die ze kreeg bij haar afscheid. “Kijk wat een leuke allemaal, ook zelf gemaakte, zoals door mensen uit de dagopvang.”

Woensdag, toe ze nog wat spulletjes ophaalde uit de salon, werd ze door het Verpleeghuis verrast met een grote bos bloemen.

Hennie: “Het doet me best wel wat om hier nu voor de laatste keer te zijn.” Maar ze heeft ook wel wat zorgen. “Ze hebben nog geen opvolger voor me kunnen vinden. En ik weet dat er sowieso nog acht mensen moeten worden geknipt. Echt, als ik niet met pensioen zou gaan, zou ik het direct weer doen. Zulk dankbaar en mooi werk.”

Voor wie interesse mocht hebben: de opvolgster van Hennie komt niet in loondienst, maar werkt op basis van ZZP.