Rein Stam met behang in huis waar hij trots op is; the Beatles in Parijs staan erop afgebeeld.
Rein Stam met behang in huis waar hij trots op is; the Beatles in Parijs staan erop afgebeeld. Foto: Jeroen van Hattum

Texelaars houden veel in evenwicht

Vertel eens wat over jezelf?

Geboren in 1951 in Nieuwendam, een fraai en leuk tuindorp in Amsterdam-Noord. Nieuwendam was vroeger vergelijkbaar met Den Burg, gezellig, overzichtelijk en iedereen kende elkaar. Achter het dorp lagen weilanden, volkstuintjes en voetbalvelden en in het dorp weinig auto’s dus een onbezorgde jeugd met veel vriendjes. De jongste in een gezin met 1 broer en 2 zusters, dus behoorlijk verwend. Noord was politiek gezien hartstikke rood dus het links zijn, is er met de paplepel ingegoten. Al is het in de loop der jaren opgeschoven naar links-liberaal. De belangrijkste les die mijn moeder mij tot vervelens toe voorhield was: “Je moet leren luisteren.” Achteraf beschouwd heb ik aan dat zinnetje in mijn lange leven tot nu toe het meest gehad en ben ik dankbaar dat ik al heel jong begreep wat heel veel mensen niet gegeven is.


Hoe ben je op Texel terecht gekomen?

Mijn vader was lid van de vakbond en via de bond kon hij met korting een huisje huren op de Turkse Tent. Ik was toen 14 jaar en zei na een paar dagen in De Koog tegen mijn moeder: “Ik vind het hier fantastisch, ik denk dat ik hier later wel wil wonen.” Mijn moeder antwoordde: “Ik heb je zelf gemaakt dus ik weet hoe je in elkaar zit en het zou mij niets verbazen als dat ooit uitkomt.” Ze kreeg al heel snel gelijk. Via vakanties, weekenden en een lokaal vriendinnetje belandde ik half jaren zeventig definitief op Texel.


Op mijn veertiende wist ik dat ik in De Koog wilde wonen

Wat voor werk heb je gedaan?

Na wat jaren geklooi op kantoren in Amsterdam via een uitzendbureau belandde ik bij de Stichting 40-45 waar ik met een aantal collega’s uitkeringen verzorgde voor vervolgingsslachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. In april 1977 vroegen Jan en Marga Koomen van In Den Grooten Slock of ik niet bij hen achter de bar wilde komen werken en dat wilde ik wel. Het werd de opmaat voor een lange carrière in de horeca, die via barkeeper in de Beerekuil en manager van het hele Beere-imperium in De Koog leidde naar de overname van Café de Kuip van Cor Kuip. In 2002 werd ik 50 en vond ik het wel mooi geweest in de horeca. Daarna wat freelance gerommeld en een aantal jaren bij B&B Accountants gewerkt en voor het pensioen nog een paar jaar als bedrijfsleider Kantoorvakhandel L&R in goede banen trachten te leiden. Nu geniet ik al 6 jaar van mijn AOW en wat (hele) kleine pensioentjes.


Wat doe je zoal in je vrije tijd?

Het zal veel mensen raar in de oren klinken maar ik vind besturen erg leuk. Niet zozeer in een auto maar van clubjes en belangenverenigingen. Ik heb er al heel wat tijd aan besteed in mijn leven en dat is wel minder geworden bij het klimmen der jaren maar niet opgehouden. Ik zit in de redactie van het blad van de Historische Vereniging en ben bestuurslid in de dorpscommissie van De Koog. Ook daar maak ik met de redactie een blad: Dorpskrant De Kaap. Geschiedenis en schrijven zijn mijn hobby’s. Gecombineerd met mijn horecaverleden heeft die combinatie eind 2015 geleid tot het schrijven van een boek over de geschiedenis van het uitgaansleven in De Koog. Achteraf beschouw ik dat toch wel als één van de hoogtepunten in mijn leven. Verder mag ik graag wat slap kletsen onder het genot van een goed glas bier in mijn favoriete cafés in De Koog.


Hoe ervaar je de mensen op Texel?

Prima, ik heb niet voor niets de enorm grote stap van Amsterdam naar Texel gemaakt in een grijs verleden. Ik voelde mij hier vanaf de eerste keer dat ik van de boot afstapte gelijk helemaal thuis. Ik kreeg ook een hele degelijke Texelse opvoeding: Smullie’s Bar was mijn tweede huis op Texel en Jan, Piet en de vaste klanten hadden de traditionele “grote Amsterdamse mond” er heel snel, gedegen en blijvend uitgeramd (zonder pijn hoor). De meeste Texelaars zijn open, eerlijk en normaal. Als je je wilt manifesteren is dat goed, maar dan moet je ook echt wel iets bijzonders presteren, anders wordt het je snel duidelijk gemaakt dat je normaal moet doen. 


Wat moet er vooral blijven zoals het is?

Daar kan ik heel kort over zijn: alles. Sinds mijn komst naar het eiland in 1966 is er natuurlijk heel veel veranderd maar dat hoort bij het leven, stilstand is achteruitgang. Het toerisme heeft uiteraard een enorme vlucht genomen maar ik vind het door een heel jaar genomen prima leefbaar. De drukte in de zomer wordt prima gecompenseerd door de rustigere periode ervoor en erna. De Texelaars houden  een en ander prima in evenwicht.


Wat zou er op Texel anders mogen?

Ik ben een zeer tevreden mens die op een prachtige plek van ons mooie land mag leven. Ik zeg met nadruk ‘mag’ want ik vind het een voorrecht. De kleine dingen die ik anders zou willen, zijn wellicht zaken die eilandgenoten weer erg graag wel willen dus als we het zo laten, is er een mooi evenwicht voor allen.


Hoe heb je de coronatijd beleefd?

In het begin was het natuurlijk heel vreemd en ingrijpend. Een totale lockdown had mijn generatie nog nooit meegemaakt. De beperkingen hakten erin. Het enige uitje was een tijdlang de gang naar de Jumbo waar je vanonder je mondkapje en op ruime afstand wat schreeuwde naar vrienden en bekenden. Mijn kinderen zijn de halve week bij mij en de andere helft bij hun moeder en dat was heel raar; helemaal alleen in huis en geen bezoek. ik betrapte mij erop dat ik tegen mijzelf begon te praten en ik vond het niet eens erg raar.


Wat doe je over vijf jaar? 

Als ik nog genoeg tijd heb, ben ik over vijf jaar 74, mijn dochters zullen dan wel de vleugels hebben uitgeslagen, dus hoop ik dat ze alle drie goed terecht zijn gekomen in die grote wereld buiten onze eilandgrenzen en dat ik mij niet te veel zorgen hoef te maken. Dan staat niets mij in de weg om te genieten van de jaren die ik nog heb. Hopelijk in goede geestelijke en lichamelijke gezondheid en in staat om met enige regelmaat de Dorpsstraat te kunnen bereiken om wat te converseren en van een enkele consumptie en een eenvoudige doch voedzame maaltijd te kunnen genieten.


Wie zou je graag in een volgende 'Eiland Van...' willen zien? 

Mijn goede vriend Cor Kuip, een man die ongetwijfeld veel te vertellen heeft: econoom, oud-raadslid, een rijk ondernemersverleden als strandhuisjes-exploitant, café-, restaurant- en amusementsbedrijf baas, verhuurder van diverse bedrijfspanden in De Koog en tegenwoordig tuinman in zijn eigen tuin aan de Ruigendijk.