" Ik mocht de Fridolin van de garagist kopen, maar op de voorwaarde dat hij de auto zou restaureren."
" Ik mocht de Fridolin van de garagist kopen, maar op de voorwaarde dat hij de auto zou restaureren." Foto: Ed Witte

'Meteen enthousiast bij zien van Fridolin'

Wereldwijd zijn er vermoedelijk slechts nog een stuk of tweehonderd van: 'Fridolins' die ooit door Volkswagen voor de Duitse post werden gemaakt. Een van deze bijzondere wagens is van Jord Kuiken uit Den Burg en rijdt op Texel.

Vanaf het moment dat hij voor het eerst het eigenzinnige autootje zag, stond het voor de 51-jarige Jord Kuiken uit Den Burg vast dat hij er alles aan zou doen om een Volkswagen ‘Fridolin’ in zijn bezit te krijgen. Sinds twee jaar is dat zover en na een grondige restauratie toert hij er op mooie dagen een rondje mee over het eiland.


Toen ondergetekende, liefhebber van luchtgekoelde oude Volkswagens en busjes in het bijzonder, hem tijdens zo’n rondje door Oudeschild zag rijden wist ik niet wat ik zag. “Kijk nou, kijk nou, een Fridolin!” Buiten een bezoek aan het ’Aircooled Festival’ in Rosmalen had ik er op de weg nog nooit één zien rijden. Dat is ook niet zo gek, want van het eigenzinnige wagentje zijn er tussen 1964 en 1973 maar ruim 6000 gemaakt, waarvan er wereldwijd - voor zover bekend - nog slechts 200 overgebleven zijn. De Fridolin had namelijk geen bijzonder goede bescherming tegen roest. In Duitsland rijden er nog circa 40 en in Nederland slechts een handvol exemplaren. En daarvan rijdt er dus een op Texel.

Geschiedenis

Eerst maar even wat meer over het ontstaan van het bijzondere autootje. Na een proef met een Goggomobil transporter, die op niets was uitgelopen, meldde de Duitse Bundespost zich in 1962 bij Volkswagen. De Duitse post wilde voor het voor het legen van brievenbussen in de steeds drukker wordende binnensteden een compact voertuig inzetten met een aantal specifieke kenmerken. Het  voertuig moest in ieder geval een laadruimte van twee kubieke meter hebben waarin 400 kilo aan poststukken kon worden meegenomen. De laadruimte moest rechtstreeks vanuit de bestuurderscabine bereikbaar zijn en het voertuig moest voorzien zijn van schuifdeuren, omdat gewone portieren in de binnenstad lastig te openen waren.


Volkswagen nam de uitdaging aan, maakte een ontwerp en kreeg vervolgens de opdracht. Om op de kosten te besparen, werd het voertuig uit delen van andere voertuigen samengesteld. Zo kwamen de assen, de 34 pk boxermotor en de aandrijving uit de Kever, het chassis was een verstevigde versie van de Karmann Ghia, het neusje komt van de VW type 3 (ook wel bekend als ‘Ponton’) en de achterklep en veel andere onderdelen van het bekende T1 busje. Het resultaat is een leuk, compact autootje met fraaie, ronde vormen en een hoog aaibaarheidsgehalte dat zowel bij de inzittenden als bij mensen langs de weg in het voorbijgaan een brede glimlach veroorzaakt.

Via het luchtgekoelde VW-wereldje van het bestaan van Fridolin op de hoogte gekomen


De Fridolin werd in de Westfalia fabriek in Wiedenbrück gebouwd, waar ook de bekende VW camperbusjes werden gefabriceerd. In 1963 werden enkele prototypen ontwikkeld en in 1964 begon de serieproductie. Het merendeel voor de Duitse post, maar ook de Zwitserse post kocht 1200 exemplaren. Deze werden voor het bergachtige landschap met een iets sterkere motor en schijfremmen voor de voorwielen uitgerust. Ook vliegtuigmaatschappij Lufthansa bestelde een aantal exemplaren. Leuk om nog even te vermelden is dat de naam ‘Fridolin’ niet de officiële naam is maar een bijnaam, verzonnen door een Westfalia medewerker die het autootje veel vond lijken op een rangeerlocomotief met die naam die door de Zwitserse spoorwegen werd ingezet. Volkswagen zelf noemde de wagen eenvoudigweg Typ 147 Kleinlieferwagen.

Liefhebber

Terug naar het moment van de verrassende ontmoeting in Oudeschild. Omdat de naam van Jord op de zijkant van de auto staat, was het contact snel gelegd. De belofte werd gedaan om mij op een mooie dag op te pikken voor een rondje en zo geschiedde afgelopen Hemelvaartsdag. Onderweg praat Jord mij bij over het hoe en waarom van zijn bijzondere keuze voor juist deze auto. 


“Van oorsprong ben ik opgeleid in de automotive, dus de interesse was er altijd al. Toen ik mijn vrouw (de Texelse Floortje Zijm red.) leerde kennen, werkte ik bij een internationale groothandel in automaterialen in Schiedam en reed een auto van de zaak. Dat veranderde toen we gingen samenwonen in Utrecht en ik ging werken voor de importeur van onder andere Volkswagen in Leusden. Voor mijn dagelijkse vervoer besloot ik tot de aanschaf van leuke oldtimer. Dat werd een Kever uit 1962, die ook nog steeds in mijn bezit is. Omdat daar het nodige restauratiewerk in zat en ik nog wel eens wat onderdelen zocht, kwam ik steeds verder in het luchtgekoelde VW-wereldje terecht en leerde zo van het bestaan van de Fridolin. Ik was meteen verkocht en besloot na enige tijd om eens te informeren of men voor mij op zoek wilde gaan naar een exemplaar. 


De meesten verklaarden mij voor gek: “Wat moet je daar nou mee, ga je een museum beginnen!? Maar na verloop van tijd kwam er een telefoontje van een bedrijf in de buurt van Barneveld dat in België een Fridolin gevonden had. Deze is zeer waarschijnlijk lang in gebruik geweest als servicewagen voor een VW-garage in Mannheim. Ik mocht de Fridolin wel van de garagist kopen, maar alleen op de voorwaarde dat hij de auto zou restaureren. Reden was te voorkomen dat ik de Fridolin als handelswaar direct zou doorverkopen naar het buitenland. Ook Volkswagen Duitsland was namelijk geïnteresseerd. Over de voorwaarden moest ik wel even nadenken, want in feite geef je dan een blanco cheque af, waarbij je wel weet waar het begint maar niet waar het eindigt. De staat van de carrosserie en chassis waren zeer slecht. Roest had zich overal door het plaatstaal heen gevreten.”


Jord besloot er toch voor te gaan en het werd een zeer grondige ‘body off’ restauratie. Gedurende dat traject hielp Jord mee om de benodigde onderdelen bij elkaar te zoeken. Zowel omdat het leuk is om te doen, maar zeker ook om op de vele zoekuren door de restaurateur te besparen. De contacten met andere bezitters van een Fridolin die hij inmiddels via Facebookgroepen had opgebouwd bleken daarbij onontbeerlijk. “Voor de kabelboom kreeg ik bijvoorbeeld de tip om bij een bedrijf in Engeland te informeren. Die bleken daar nog een mal voor te hebben en stuurden mij een paar maanden later een gloednieuwe kabelboom toe.” Ook werd voor gebruikte onderdelen meer dan eens een beroep op andere bezitters gedaan en werden bijvoorbeeld de niet meer te vinden luchtroosters in het dashboard met een 3D printer gemaakt naar het originele model. “Onlangs nog heb ik een fles TX Gin naar München gestuurd, in ruil voor onderdelen die in de handel niet meer te verkrijgen zijn. Noem het een schuurvondst.”

Na de restauratie kun je wel zeggen dat het voertuig beter is dan nieuw, zeker wat betreft de lak en de roestbescherming. De originele motor zit er nog in en de enige modificaties zijn een langere versnellingspook en een - overigens wel tijdcorrecte - Judson compressor om net iets meer ‘pit’ in het 1200 cc kevermotortje te krijgen. Het opschrift op het busje ‘Jord Kuiken – Transities die energie geven’ zijn een mooie reclame voor zijn bedrijf en het werk waar hij zich mee bezig houdt.


Op mijn vraag of met zijn Kever en deze Fridolin alle wensen van Jord vervuld zijn, blijkt hij toch nog wel een paar dromen te hebben voor de toekomst. "Nou… ik zoek nog een bijpassend Westfalia aanhangertje uit die periode en misschien dat het camperbusje er ook ooit nog wel eens komt. Wel een oudje natuurlijk, anders is er niets aan.” Voor goeie tips houdt hij zich altijd aanbevolen.


Ed Witte  

De schuifdeuren zorgden voor een goede toegankelijkheid voor de Duitse post.
Van de achterzijde is duidelijk de vorm van de eerste VW bus Type 1 herkenbaar