Afbeelding

De kant langs

Nostalgie


We leven in de moderne tijd, maar de hang naar vroeger lijkt sterker dan ooit tevoren. Rob Kooiman was wel een heel treffend voorbeeld. Met die prachtige oldtimer, z’n oude brommertjes en de rockabilly-muziek. Terug in de tijd. Ik had het destijds niet zo op de middelbare school, maar ik zou er een lief ding voor over hebben nog eens, zoals toen, naast Rob in de schoolbank te zitten donderjagen tijdens een lesje handelskennis van Enno Boelo de Vries.


Maar zo zit het leven niet in elkaar. Al verzamelen we wel allerlei dingen die ons in de sfeer brengen van die “goeie ouwe tijd”. Zoals de klassieke automobielen die voorbij schoven toen Rob zaterdag uitgeleide werd gedaan. Of geregeld stapt een groepje Texelaars op de brommer voor een nostalgisch ritje. De mannen van de Solexclub in hun lange leren jassen.


Je hebt ze ook die schaffen een lelijke eend aan. Liefst net zo eentje als waarin ze vroeger reden, toen ze nog jong en arm waren. Zo’n puffend en steunend vehikel waarin ze naar Frankrijk tuften, boven op een berg parkeerden, zodat ze als ze de volgende dag met een lege accu stonden, alleen maar de helling af hoefden om te starten. Voor zo’n 2CV moet je tegenwoordig aan flinke duit neertellen, de liefhebbers staan in de rij.


Zo heb je er ook die een moord doen voor een ronkende kever. Zo eentje die voorheen tijdens de kevercross aan de Genteweg bij bosjes aan poeier werden gereden. Op de camping waar we dit voorjaar zaten was een hele kudde Fiat 500's neergestreken. Rugzakjes, puntenslijpers of hoe ze ook werden genoemd. Gemaakt voor kleine Italianen, en nu bestuurd door lange mensen die er opgevouwen in zitten.


De Daffodil met het pientere pookje waarin mijn vader ons vroeger naar de kerk bracht is ook weer helemaal terug. En zo zie ik geregeld van die karretjes uit lang vervlogen tijden langskomen. Het comfort is ver te zoeken, je betaalt er een aardige grijpstuiver voor en niet handig voor woon- en werkverkeer. Toch doet het wat met ons.


Ik herken het gevoel wel een beetje. Zelf heb ik laatst mijn oude gitaar, die aan slijtage onderhevig was, laten reviseren. Best een investering. Het was het waard, de klank, het gevoel en herinneringen keerden terug. Blijkbaar doet het wat met je. Toen ik hem weer in mijn handen had speelde ik zonder na te denken een liedje. Eentje waarvan ik het akkoordenschema al lang was vergeten, maar dat er nu spontaan uitrolde.


Het doet me denken aan die anekdote over wielericoon Gerrie Knetemann. Tijdens een rit was hij in volle vaart op een auto voor hem gebotst, die plotsklaps op de rem was gaan staan. De grote wielrenner werd van zijn fiets gelanceerd en vloog door het achterraam bij de auto naar binnen. Hij kwam er niet ongeschonden vanaf, de pezen in zijn handen waren afgescheurd.


Hij belandde in het ziekenhuis, waar een chirurg na een uren durende operatie zijn kapotte pezen met draadjes en elastiekjes weer aan elkaar had gezet. De wielrenner keek met bewondering naar zijn handen. “Dokter”, vroeg hij, “Wat denkt u, zal ik na volledig herstel straks weer piano kunnen spelen?” “Jazeker”, antwoordde de orthopeed. Gerrie moet zoiets hebben gezegd als: "Dan hebt u een wonder verricht dokter. Want tot nu toe kon ik helemaal niet piano spelen.”


Gerard