Dirk Terpstra en Peter Riteco stonden bijna 45 jaar geleden aan de basis van de oprichting van Volkstuindersvereniging Den Burg. Ze tuinieren nog steeds.
Dirk Terpstra en Peter Riteco stonden bijna 45 jaar geleden aan de basis van de oprichting van Volkstuindersvereniging Den Burg. Ze tuinieren nog steeds. Foto: Gerard Timmerman

Volkstuin floreert, ook door corona

Corona veroorzaakt veel leed, maar niet op de volkstuinen. Die floreren als nooit tevoren. Zelden lagen de veldjes er zó netjes bij en de animo om te tuinieren lijkt groter dan ooit. Tijd voor een rondje met volkstuinder Dirk Terpstra.

Volkstuinen zijn zo divers al het leven zelf. De één houdt van een strakke en traditionele groentetuin, die van een ander is een zee van bloemen en een lust voor de bijen. Je hebt er die zijn aangeharkt en netjes, maar ook waarin het onkruid welig tiert. Dirk Terpstra is een ouwe rot als het op tuinieren aankomt, net als Peter Riteco, die op zijn knieën orde schept in de goudsbloemen. Hij wijst op een regel sla, waar de zaadstengels omhoog komen. “Ze schieten dit jaar allemaal.”


Nog de enige twee uit het groepje dat in 1977 de Volkstuindersvereniging Den Burg oprichtte. Dirk: “Veel mensen hadden vroeger de moestuin bij huis. Er was meer ruimte en je had geen siertuinen. Mensen aten uit de tuin. Toen er meer nieuwbouw kwam en de siertuinen kwamen ging dat niet meer. Toen kreeg je volkstuincomplexen. Je had ze op meerdere plekken in Den Burg. Ik weet nog dat Hooijberg daar de eerste asperges teelde. Wat zijn dat voor planten?, vroegen we ons toen af.

Die volkstuinders hadden het goed voor elkaar. Mooie bessenbomen, etc. Maar als er dan op die plek moest worden gebouwd, dan konden ze vertrekken. De gemeente maakte toen de stap naar vaste volkstuincomplexen, waarvoor werd uitgeweken naar de Hogeberg. Toen dat vol liep, kwam er ook eentje achter het zwembad, ontstaan in twee stappen.

Een ontwikkeling die de Werkgroep Landschapszorg toen niet gewenst vond, ze tekenden bezwaar aan. Het leek er op dat het toenmalige college daar in mee zou gaan. Ik tuinierde toen al achter het zwembad en Peter ook. Peter stapte op me af en zei: “Dirk, dit gaat niet goed.” We zijn mensen gaan benaderen en op 18 januari 1977 werd de volkstuindersvereniging opgericht. De meeste volkstuinders werden lid.” De spreekbuis was succesvol en het bezwaar ging van tafel. De vereniging huurde land van de gemeente, de volkstuinders huurden land van de vereniging.

“Zo rolde het balletje door. Er werd een volkstuinencomplex in De Mars gerealiseerd. Dat zat snel vol en toen werd de tweede fase aangelegd. Aan de ander kant van Den Burg, voorbij de Pontweg, kwam ook een volkstuinencomplex. Dit nadat de tuinders aan de Hollewal plaats moesten maken voor nieuwbouw. Ook daar was de vereniging (waarvan Dirk 10 jaar secretaris is geweest) druk mee.”

Ik weet nog dat Hooijberg de eerste asperges teelde. Wat zijn dat voor planten?

De vereniging die opkwam voor de belangen bewees andermaal zijn waarde toen ontwikkelaars hun oog lieten vallen op de volkstuinen in De Mars. “Er was een voorstel dat de tuinders naar de Kadijksweg zouden verhuizen. Toen hebben wij gezegd: Dat moeten we niet doen. Als je er één keer aan toegeeft, ben je verloren. Dat voorstel is toen ingetrokken. Men zag de waarde van zo’n groene long in de woonwijk in.”

Wie een volkstuin wil, moet lid zijn van de vereniging. Die telt nu 145 leden. Dirk: “Een paar jaar geleden ontstonden er wat zorgen omdat er wat tuintjes over waren. Maar die verdwenen als sneeuw voor de zon, vorig jaar kwamen er 17 nieuwe tuinders bij, van wie 15 vrouwen. Door corona is tuinieren meer in trek. Je zag het ook terug op de tuinen. Die lagen er perfect bij. Mensen maakten er meer tijd voor.

Wat ook meespeelt is dat mensen meer bezig zijn met waar hun voedsel vandaan komt. Mensen gingen van alles invriezen en inmaken. Andere ontwikkeling is dat we steeds meer vrouwen op de tuin zien. Die hebben vaak een andere voorkeur en dat zie je terug. Zoals meer bloemen op de tuin. 

Als je voorheen ergens bloemen zag, dan mopperden tuinders daar wel over. Zij zaten meer op de traditionele koers, dat het een moestuin is. Maar inmiddels zijn de inzichten wel veranderd.”


Wat niet wegneemt dat volkstuinders goed om zich heen kijken. Niet uit nieuwsgierigheid, maar omdat onkruid, ziekten en plagen vaak niet beperkt blijven tot één tuin. Zoals het aspergehaantje. We lopen langs een tuin waar dit kevertje een rij aspergeplanten volledig heeft kaalgevreten. Dirk plukt er een van een tak en toont het aan de betreffende twee tuinders. Ze hadden er geen idee van. Dirk: “Het probleem is dat als hij hier is uitgegeten, dan springt hij over naar andere aspergeplanten.”

Beducht zijn volkstuinders ook voor het zeer besmettelijke phytophtora, veroorzaker van aardappelziekte. Ook de coloradokever weet de tuinen te vinden. “De larven hebben flinke gaten in het aardappelloof gegeten.”

We lopen verder. Dirk wijst op een tuin die overwoekerd is met heermoes. “Dit onkruid verspreidt zich via de wortels. Als je het laat gaan zit je tuin én die van je buurman er binnen de kortste keren onder.”


Je moet het als beginnende tuinder allemaal maar weten. Dirk: “Ik heb het zien gebeuren dat mensen begonnen met een tuin, maar niet wisten hoe ze het moesten aanpakken. Na een half jaar was het een bende en haakten ze af. Jammer, want het hoeft niet zo te gaan. Als je maar weet wat je moet doen. Ik ben toen, in overleg met het bestuur, gestart met een introductiecursus voor beginnende tuinders. De eerste paar jaar deden daar wel dertien tot vijftien mensen aan mee. Zeker de helft vrouwen. Daarin leerde ik hen de basisprincipes.

Grote fout is bijvoorbeeld dat als de tuin geploegd is, de mensen deze aanharken en zaaien. Maar het onkruid groeit altijd harder dan het groentezaad: één groene vlakte. Dat voorkom je door de tuin na het ploegen, zodra het onkruid opkomt op een zonnige dag ’s morgens te harken. Dan zie je het onkruid verschrompelen. Dat herhaal je nog een keer en daarna zaaien. Schoffelen doe je vóór je naar het strand gaat, niet er na. En niet gelijk wieden dan, want dan druk je het onkruid weer vast. Spuiten tegen onkruid of insecten hoeft echt niet. Gewoon de natuur goed zijn gang laten gaan. Goed ecologisch evenwicht is belangrijk. Je kunt het zien aan je grond. Als je een steen of een plankje neerlegt, en na een paar dagen zit er niks onder, dan is het niet goed. Er horen wormen, kevertjes en zo onder te kruipen.”

Hij kijkt tevreden over een tuin die er keurig bij ligt. Hij is van Eva en Rosa, twee jonge Texelaars die bij hem op cursus zijn geweest. Ze schreven in verenigingsblad “Tuunpraat”, waar Dirk ook redacteur van is, een hilarisch stukje over wat er allemaal mis kan gaan op een tuin. Maar weten ondertussen wel beter. Dirk wijzend op hun tuin: “Ze hebben het perfect voor elkaar.”

Waarmee ook de misvatting is weggenomen dat er alleen maar oude mensen op de volkstuin rondlopen. “Er heeft zich de laatste jaren een flinke verjonging ingezet.” Maar niet bij iedereen. Henk van Heerwaarden, 85 jaar, haalt de gemiddelde leeftijd flink omhoog. Een rastuinder, wiens traditionele moestuin je door een ringetje kunt halen. Hij doet ook allerlei onderhoudsklusjes op het complex. Tot voor kort vertoefde hij de hele dag op zijn tuin. Daar heeft zijn vrouw een stokje voor gestoken. “Nu ben ik hier alleen ’s morgens. Als ik de tuin niet had, wat zou ik dan moeten doen?”

We komen langs allerlei tuinen, ook die van Dirk zelf. “Dit is voor mij een heerlijke ontspanning, lekker buiten en sociaal. Je spreekt ook andere tuinders. Wel vaak dezelfde, want mensen komen vaak op dezelfde tijd van de dag. Anderen zie je nooit, terwijl hun tuin er toch keurig bij ligt. Die komen steeds op een ander moment. We helpen elkaar ook, bijvoorbeeld bij ziek en zeer.

In de tuin van Dirk groeit van alles. Frambozen, blauwe bessen, goudsbloemen, uien, bietjes, prei, sla en nog veel meer. Ook slabonen. “Ik zaai ze van vroeg tot laat, dan kun je er lang van eten. Daar staan de blauwschokkers. Mijn kleinzoon Bram vindt het geweldig om blauwschokkers te doppen. Als het even kan, helpt hij mee.” Dirk wijst op een hoekje met aardappels en somt enkele soorten op. “Toen we thuis een aardappelproeverijtje hielden, zei hij: “Opa, deze is verrúkkelijk!”


Gerard Timmerman

Een traditionele volkstuin op het complex bij het zwembad.
Afbeelding