Tiny Ellen in 1981, met één van haar poedels.
Tiny Ellen in 1981, met één van haar poedels. Foto: Archief Texelse Courant

Tiny Ellen had dierenpension en hield de regie

Vrijgevochten, vastberaden en wat eigenzinnig. Tiny Ellen was een zelfstandige vrouw. Ze begon haar eigen dierenpension, -salon en –winkel en voedde in haar eentje haar dochter op. Ze bepaalde zelf de richting van haar leven en hield de regie tot het eind.


Haar dierenpension aan de Keesomlaan was een begrip. “Breng maar naar Ellen”, was het advies als iemand een dier had gevonden. Zo werden er veel zwervers bij haar binnen gebracht. Soms wel vijf katten op een dag. Vaak dieren die ergens voor problemen zorgen. Ook wel honden, maar minder. Hun baasjes waren makkelijker terug te vinden. “Dan zien mijn vaste klanten hier een hond zitten en zeggen: is dat er niet een van die en die? Dat blijkt meestal wel aardig te kloppen.”

Tiny Ellen runde een pension, maar ook een dierenwinkel en trimsalon. Ze was een groot liefhebber van dieren. Zelf had ze poedels, rashonden waarmee ze op tentoonstellingen menige prijs wegsleepte. Totdat ze het te druk kreeg met het trimmen van honden en ander werk. Toen een verslaggever van deze krant in 1981 bij haar op bezoek was, had ze ook twee katten, parkieten, een kanarie, Barnevelder kippen en een haan.

Zorgzaam, maar ook strijdbaar. Zoals toen begin jaren tachtig het hondenpaspoort werd ingevoerd, met bijbehorende oor tatoeage. Het was haar een doorn in het oog. Pensionhouders zoals zij mochten alleen nog maar honden opnemen met zo’n paspoort en tattoo. Ze voorzag dat goede klanten zouden zeggen: "Als er getatoeëerd moet worden, dan bedenken we wel een andere oplossing.”

Behalve honden en katten, had ze ook wel eens een bok in haar pension gehad, die over de Groeneplaats zwierf, en een loslopend paard. Wie met een gewonde vogel kwam, verwees ze naar de vogelopvang van Ecomare.

Geboren in 1934 zat er bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog voor Tiny niet meer in dan de lagere school. Het zat haar niet in de weg. Ze was goed bij de wekker en begon al jong haar eigen dierenopvang. In 1969 in een bovenhuis in de Zwaanstraat. Ze ving huisdieren op, vaak van mensen die op vakantie gingen. Soms wel twaalf tegelijk. Wegens ruimtegebrek bracht ze ook dieren onder bij haar moeder in Spang.

In 1972 verhuisde ze naar de Keesomlaan, waar ze veel meer ruimte had. “Een dierenpension is typisch iets voor jou”, zei mevrouw Zoete-Blom, van wie ze het overnam. Haar pension stond goed bekend, zelfs mensen uit de Kop van Noord-Holland brachten er huisdieren.

Veel dieren voelden zich goed bij haar thuis, maar het liep ook wel eens anders. Zoals de bouvier waarmee de politie eens kwam aanzetten. Afkomstig uit de auto van een arrestant. De hond ging enorm tekeer en had zelfs een stalen luik uit de rails gewerkt. Hij liep al buiten en met de grootste moeite wist Tiny de hond binnen te houden.

Een uitzondering, meestal hadden de dieren het prima naar hun zin. Het kon niet voorkomen dat er wel eens een tranen vloeiden als mensen hun hond of poes bij haar brachten. Ze zei daarover: “Ik denk wel eens, de mensen vinden het erger om hun dier weg te brengen dan hun kinderen.”

Ze combineerde haar werk met het moederschap. Ze voedde haar dochter Marlene in haar eentje op.

In 1987 stopte ze met de opvang van zwerfdieren. Het werd haar te bezwaarlijk. Wel ging ze door met haar dierenpension. Haar dierenwinkel stopte ze in 1991 en toen of nadien ook haar pension.

Ze woonde nog steeds zelfstandig aan de Anne Frankstraat en bleef vrijgevochten tot het eind. Ze leed aan longkanker. Toen het niet meer ging, koos ze zelf het moment. “Ik ben er klaar mee.”

Tiny Ellen overleed dinsdag 27 juli. Ze werd 86 jaar.