Afbeelding
Foto: Gerard Timmerman

De kant langs

Keer het tij!


Je hebt gebouwen die zo lelijk zijn dat er een boomsingel omheen moet, maar ook bouwsels die gezien mogen worden. Zoals de boet Oude Hoorn. Nog maar een jaar of dertig, veertig oud, maar alsof ie er altijd al heeft gestaan. Zoals eigenaar Ruud Bakker er altijd is geweest, tenminste, zo lang als ik hier rondloop.


Een Stienenpikker van de Onderneming, Zwaluw in hart en nieren, oud-voorzitter van de voetbalclub, secretaris van de Club van Vijftig, distributeur van nieuwsbladen, boer en schapenfokker. En nu ook kunstenmaker.


Ruud is daarvoor een alliantie aangegaan met Ericka Voortmann. Zij maakt bijzondere kunst. Installaties zijn haar specialiteit. Op een gure herfstdag was ik naar de schapenboet van Ruud gekomen, om verslag te doen van de opening van haar expositie “Vischwijven”. Door corona was de ceremonie buiten. Het waaide dat het rookte en ik kreeg er weinig van mee. Je mocht maar met één tegelijk de boet in, het duurde lang en ik nam me voor op een rustig moment terug te keren.


Donderdag fietste ik naar de boet en bekeek de expositie. Op grote doeken afgebeelde damesfiguren, soms net omgekeerde zeemeerminnen. Het lichaam vrouwelijk, deels vis. Mooi afgewerkt, ondersteund door geluid, verzorgd door Ericka’s partner Severin Candel. 


Buiten stapte ik op de fiets en bekeek bij de Rezieneweid Ericka’s “Kathedraal van zachtmoedigheid”. Een bouwsel schots en scheef met half vergane lijsten, toonbeeld van verval, maar zeer doordacht. Panelen met op de doeken zeven heiligen van plastic afval. Met als boodschap: “De natuur is niet dood! Keer het tij”.


Een bijzonder, wat mythisch tafereel in een oeroude omgeving, nog mystieker door de serene muziek die ik hoorde. Verderop zag ik in het land het “nonnenkoor”, een verzameling kappen, geïnspireerd op de Zusters van de Liefde. Gemaakt door Severin. Ik passeerde de boet Oude Hoorn. “Open”, las ik, dus ook daar effe kijken. De laatste keer dat ik in deze boet was geweest, moet een jaar of 25 geleden zijn geweest. Ruud hield er met andere Stienenpikkers een bruisend zomerfeest, met de Klapband en veel bier. 


Binnen zag ik kunst van Ericka. Voor het hoofdmenu  verwees ze naar een schuurtje. Ruud had het boetje opgeknapt en vroeg Ericka: “Kun je ook daar niet wat in doen?” Daarmee triggerde hij het brein van Ericka. En ook haar handen. Ze haakte, breide, weefde en viltte dat het een lieve lust was. Zo kleedde ze barbiepoppen aan met rokjes, mantelpakjes, jurken en andere kleding van schapenwol. En bracht in haar expositie “Groos” beroemde en beruchte vrouwen tot leven: Marie Antoinette, vissersvrouw Kniertje, Florence Nightingale, Marilyn Monroe, Jeanne d’Arc en vele anderen. “Goed gedaan meissie”, complimenteerden oudere dames Ericka met haar handwerk. De diepere boodschap van al die uitzonderlijke en wat excentrieke vrouwen is: ook al zijn we nog zo verschillend van elkaar, we zijn allemaal gelijk! Niemand uitsluiten dus!


Zoals Ericka en Ruud. Zo verschillend als ze zijn, respecteren ze elkaar, vullen ze elkaar aan en vormen een team. Zoals die keer dat Ruud op een hoop verweerd hout wees: "Dat ligt daar maar. Kun je niet wat met die stapel oude planken?” Ericka ontwierp de Kathedraal, Ruud hielp met bouwen. En zette zelfs de zaag in een hek, om een mooi verweerde plank te kunnen gebruiken. Een Hoornder die met haar hond elke dag passeert en het bouwsel zag groeien vertelde: "Wat mooi! Ik hoop dat het ook na de Kunstroute blijft staan." 


Gerard