Vertrouwde gezichten in de pootgoedsector: Kees Vermuë, bedrijfsleider van Landbouwcentrale Texel, en Simon van der Geest, keurmeester bij de NAK.
Vertrouwde gezichten in de pootgoedsector: Kees Vermuë, bedrijfsleider van Landbouwcentrale Texel, en Simon van der Geest, keurmeester bij de NAK. Foto: Gerard Timmerman

Landbouwveteranen sluiten hoofdstuk af

In hun werk kwamen ze elkaar geregeld tegen. Binnen, in de bewaarplaats, waar Simon de kwaliteit van de aardappels controleerde die Kees had verwerkt. En op akker, waar de keurmeester meerdere keren per seizoen percelen naliep om te kijken of er virus- of bacteriezieke planten waren achtergebleven. “Simon controleerde of wij ons werk goed hadden gedaan”, vertelt Kees met een glimlach.

De selecteur en de controleur hebben er beiden een scherp oog voor ontwikkeld. Dat blijkt als we voor de foto een perceel naderen. “Kijk, die hoort er niet tussen”, wijst Simon in de verte op een afwijkende aardappelplant. 

Oedelem

Opgeteld draaien ze samen een jaar of negentig mee in de pootgoedwereld. Kees, opgegroeid op Oedelem, werkte als jongen in de bloembollen. “Toen ik in ’74 van school kwam, ging ik bij loonwerker Sieme Witte aan de slag. Die was klant bij de bewaarplaats, we reden er vrachten met gerooide aardappels naar toe. Het was een drijfnatte winter en bedrijfsleider Piet Bekker zei: “Je kan hier wel komen.” Het verdiende goed en uiteindelijk ben ik er in april ’77 in vaste dienst gekomen.

Simon, zoon van een akkerbouwer uit de Noordoostpolder (NOP), kwam in ’78 naar Texel. “Ik wilde best boer worden, maar twee broers ook, dus dat ging hem niet worden. Ik keek naar een alternatief en dacht: keurmeester lijkt me wel wat. Ik had het net bedacht toen ik in de krant een advertentie zag: Keurmeester gevraagd op Texel. Ik kon gelijk aan de bak. Ik was nog nooit op het eiland geweest en ben eerst een dagje met mijn vader wezen kijken.

Vooruitstrevend

De Haan van de NAK zei op de boot: “Ik hoop niet dat je over een jaar alweer weg bent.” Maar ik had al snel gezien dat ik hier niet meer weg hoefde. Je hebt hier vooruitstrevende boeren. Ik dacht dat de NOP hét landbouwgebied van Europa was. Maar toen ik hier kwam keek ik mijn ogen uit. De boeren hadden de modernste machines. Een zakkennaaier (voor het dichtnaaien van balen poters) had ik bijvoorbeeld nog nooit gezien. Maar die gebruikten ze hier al. En van de twaalf selectiewagens in Nederland reden er een stuk of zeven op Texel rond. Ook de gemoedelijk sfeer stond mij wel aan.”

Snelle groei

Het was de tijd dat de pootaardappelteelt op Texel een hoge vlucht nam. Simon: “Toen ik hier kwam stond er zo’n 450 hectare. Dat steeg in grote sprongen al snel naar bijna 1000 ha. Later zakte het tot 850 ha en inmiddels staat er meer dan 900 ha.”

Selectie en keuring pootaardappels

Kees: “Je had destijds veel boeren die een hoekje poters teelden. Ze hadden zelf geen verwerkingscapaciteit of opslagruimte of beiden en kwamen dan bij ons.” Bij de Coöperatieve Aardappel Bewaarplaats (CAB) moesten alle zeilen worden bijgezet om de poters te verwerken en op te slaan. “In ‘80 bouwden we een schuur van 600 m2, in ’83 nóg een en een koelruimte en in ’85 kwam er een hele grote loods bij en was de ruimte meer dan verdubbeld.”

Volop hectiek aan het Meyertebos. “Vanaf de oogst eind september begin oktober ging de verwerking door tot in februari. Het begon met het inschuren en bewaren en dan op afroep sorteren en verwerken voor de handelshuizen. Je had er meerdere en dat gaf onderling wel eens strijd wie als eerste mocht. Wij zaten er tussenin en dat was soms wel eens lastig.”

Buffelen

Het was buffelen geblazen, zeker in de begintijd toen er veel sjouwwerk was. Kees: “Balen van vijftig kilogram pakten we meerdere keren op. In het begin van het seizoen had ik vaak een beurse schouder, die knollen in de zak voelden best scherp, zeker als de aardappels wat grover waren. Om het pootgoed voor te kiemen storten we dat ook nog in van die pootbakjes. Die stapelden we 22 hoog. Ik heb nooit last van m’n rug gehad, maar ben toch wel blij dat het gesjouw verleden tijd is. Nu gaat alles in kuubskisten en machinaal.”

Simon kruiste geregeld zijn pad. Kees: “Wij zijn de schakel tussen de klant en het handelshuis. Aan sommige partijen mankeerde wel eens wat. Dan kon je flink werk hebben. Als ik met de klant aan het sorteren was, en zag dat het kantje boord was en ze dachten er wat makkelijk over, dan wees ik ze er wel op. “Denk er om, lever je poters af zoals je ze zelf zou willen ontvangen.” Want het kon best spannend zijn.

Simon was als keurmeester scherprechter. “Ik heb iedereen altijd gelijk proberen te behandelen. Meestal was het goed, maar als het níet goed was, dan moet je ook die boodschap overbrengen. Je beslist wel over andermans portemonnee. Maar ik hield altijd in het achterhoofd: ik doe mijn werk voor degene die de aardappels koopt. De afnemers zitten over de hele wereld, dus kunnen hier zelf niet komen kijken. Daar ben ik voor. Ach, ook in het brengen van slechte boodschappen krijg je ervaring. Vaak weten de telers zelf ook wel dat het niet goed zit. Maar een enkele keer komt het als een verrassing.”

Ziekten en plagen liggen altijd op de loer. Met name virussen en bacteriën. Deels te bestrijden met goeie gewasbescherming. Daardoor behoort bijvoorbeeld het virus bladrol zo goed als tot het verleden. Maar selectie blijft onontbeerlijk. Spannend werd het toen in 1995 het zeer besmettelijke bruinrot op Texel werd ontdekt. Doordat de bron snel kon worden herleid, kon de infectie worden ingedamd en draaide het niet uit op een ramp.

Technologie

Beiden hebben de technologie gedurende hun loopbaan enorm zien ontwikkelen. Simon: “In de 43 jaar dat ik bij de NAK heb gewerkt, is er in de poters ontzettend veel veranderd. Maar essentiële dingen zijn nog hetzelfde. Je loopt nog steeds in het land te keuren en ook het controleren van de kwaliteit in de schuur is nog hetzelfde.”

Kees en Simon, beiden 66, hebben het hoofdstuk nu afgesloten, zij gaan met pensioen. Donderdagavond 15 juli bieden de akkerbouwers een afscheidsfeest aan. Voor hen en voor andere landbouwveteranen die met pensioen gaan. Fokke Jan de Visser en Robert Verberg nemen afscheid van de Suikerunie, Willem Esseling als commissionair van handelshuis HZPC en Fons Rijk bij Agriform.

Kees Vermuë wordt opgevolgd door Pim Lexmond en Simon van der Geest door Simon Witte.


Gerard Timmerman

.