Sjaak Schraag, in 1989, toen hij een interview gaf over zijn boek "Veldnamen van Texel".
Sjaak Schraag, in 1989, toen hij een interview gaf over zijn boek "Veldnamen van Texel". Foto: Archief Texelse Courant

Archiefkenner beschreef Texelse geschiedenis

Sjaak Schraag, schrijver van onder meer de boeken “Veldnamen van Texel", “Texelaars in het leger van de paus” en “Geschiedenis van de Rooms-Katholieken op Texel”, ploegde onvermoeibaar door archieven.


Schraag, opgegroeid in een rooms katholiek gezin, kreeg de interesse voor geschiedenis van huis uit mee. Zijn ouders vertelden veel verhalen over vroeger. Zijn vader was landarbeider en bezigde thuis nogal eens veldnamen, zoals Frerekom, het Kacheltje, de Poddemerrie, de Baldoren en de Piekeroen. Veldnamen zijn ontstaan doordat boeren vóór de ruilverkaveling het land verspreid hadden liggen. Het maakte de aanduiding van de velden makkelijker.

Tijdens het begin van de ruilverkaveling, toen duidelijk werd dat veel veldnamen zouden verdwijnen, werd gestart met het inventariseren daarvan. Schraag besloot in 1980 de lijst compleet te maken en inventariseerde de veldnamen op het oude land, inclusief Waalenburg.

Bij zijn naspeuringen verzeilde hij van het één in het ander. Over de Elemert: “Vroeger is het daar heel drassig geweest. In 1358 heet het daar IJlmeer. In 1539 noemde men het Helmel (hel staat voor moeras) en in 1800 sprak men over Lelemert. In de loop der tijd kan er hele wat met een naam gebeuren. Maar de eendenvijver ligt er nog steeds.”

Schraag bracht veel tijd door in archieven, zoals het Rijksarchief in Haarlem. Een keer zat hij er een week achter elkaar. Door zijn werk bij Gemeentewerken en later bij Financiën, wist hij makkelijk aan informatie te komen. Wel was het invoeren van al de gegevens een enorme klus, waarbij hij geholpen werd door zijn echtgenote Ria. Zij ging ook mee naar archieven en dan maakten ze er samen een leuk dagje van.

Schraag bezocht veel boeren. Avonden was hij er zoet mee. “Af en toe trof ik het en kon ik 50 veldnamen noteren. Maar je had ook boeren die er maar een paar wisten.”

Het veldnamenboek is helemaal op de typemachine gemaakt. De oude Van der Pijl had aan jongens van de Landbouwschool opdracht gegeven hun vaders te vragen veldnamen te noteren. Dat is gebeurd. Na Van der Pijls overlijden "erfde" de jonge Jan van de Pijl die gegevens. Toen hij over Schraags boek hoorde, droeg hij de namen over. Ria: "Het waren er zóveel, zonde om niet te gebruiken. Het betekende wel dat Schraag het hele boek moest overtypen."

In totaal beschreef hij 13.000 veldnamen, waarvan ongeveer de helft dubbel. De Huiskoog komt zelfs 550 keer voor, “Het Boestuk” en “De Koeieweid” zo’n 430 keer. Hij noteerde het op 49 kaarten, met als resultaat een standaardwerk van zo’n 400 pagina’s. Het boek was de eerste in een reeks van professionele allure.

In zijn boek "Texelaars in het leger van de paus” beschreef hij de belevenissen van Texelse Zouaven. Eén van hen was zijn overgrootvader Cornelis Witte uit Den Burg. Hij diende van 1866 tot 1868 als Zouaaf in het leger van de paus. Hij en zes andere Texelse jongens hadden gehoor gegeven aan de oproep van Pius IX om de pauselijke staat te verdedigen tegen belagers als Garibaldi en Victor Emanuel. Schraag beschikte over reisverslagen, brieven en zelfs het uniform. Ook leverde hij een stevige bijdrage aan het jubileumboek over de Jozefschool en Veranderend Texel.
In 2006 werd hij archivaris van de RK-parochie. Hij reorganiseerde het en zette het in de computer. En hij schreef een boek over de geschiedenis van de katholieke kerk op Texel. Dat verscheen in 2013, ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de RK-kerk van Den Burg. Hij reisde stad en land af en werd kind aan huis bij kerkelijke, provinciale en rijksarchieven. Zo ontdekte hij bijvoorbeeld dat de kerk van Oudeschild in 1712 is gebouwd en dat de kerk in De Koog (die stond op de plek van de bowling) in 1794 is ingestort. Het resulteerde in een lijvig boek van net geen 200 pagina's.

Sjaak Schraag overleed zaterdag 12 juni. Hij werd 79 jaar.