Sloeproeiers op archiefbeeld tijdens opening van het boothuis. Dit zijn niet allen roeiers van de beschreven stranding. Een deel van de mannen op de foto behoort wel tot de roeiploeg.
Sloeproeiers op archiefbeeld tijdens opening van het boothuis. Dit zijn niet allen roeiers van de beschreven stranding. Een deel van de mannen op de foto behoort wel tot de roeiploeg. Foto: Archief

TX4: Redding zonder eerbetoon

"'Ben jullie gek?! Het is noodweer, waar moeten jullie belanden als de wind inschiet' 'De wind gaat nog niet uit. Hij zal nog krimpen', antwoorden ze." Het is een passage uit een verslag over de stranding van de Tengoy, dagtekening 26 oktober 1917.

Het verhaal over een heldhaftige reddingsactie door hulplieden van de KNRM te De Cocksdorp komt bovendrijven als Annelies Schoo uit Oosterend een huldeblijk plaatst op de Facebookpagina 'Texel dit was het nieuws'. Het is uitgereikt aan Albert List (de overgrootvader van haar man Bart Bakker). Ze probeert zo meer informatie te achterhalen, de naam van het schip is namelijk niet te lezen. Maar dat het een imposante reddingspoging geweest moet zijn blijkt wel uit de tekst die wel te lezen is:


"Bestuurderen brengen hunne hulde toe aan aan U Albert List die op den 26en van de Maand October 1917 gedreven door de edele zucht om het leven van uw medemensch te redden, met inspanning van al uwe krachten, met bedaard beleid, kloekmoedig en onversaagd, en zonder te letten op eigen levensgevaar, stormen en golven trotseerend het leven behouden hebt van zeven man..."


Het zoekwerk begint en in het archief van de Texelse Courant wordt duidelijk dat het moet gaan om de stranding van de Tengoy. Op 27 oktober van dat jaar meldt de Texelsche Courant op de voorpagina: "Benoorden de vuurtoren van Eierland strandde heden, Vrijdagmorgen te 8 uur in de gronden, het Engelsche stoomschip ,,Tengoy" kapt. Charles Hudson en geladen met 75 ton steenkolen komende van Goole (Engeland) en bestemd voor Boulonge (Frankrijk). De bemanning bestaande uit 7 koppen werd door de reddingsboot van de Cocksdorp gered."


Daar komt de TX4. Hij gaat naar buiten

Linus Straub, woonachtig in Den Helder komt op de proppen met het strandingsrapport en een verslag van Fr. Buijs. Linus is als vrijwilliger verbonden aan het Reddingmuseum en bouwt een digitaal archief op over het reddingwezen in Nederland. Omdat zijn grootmoeders familie van Texel komt, is hij met de strandingsrapporten van Texel begonnen. Er is uitgebreid over de stranding geschreven in de krant van 27 februari 1981, maar het daadwerkelijke verslag is niet op de redactie aanwezig. Het verhaal dat door Fr. Buijs - oud-redder en visserman van de TX 4 - is opgetekend in 1917, is indrukwekkend en brengt de belangrijke rol van de TX 4 naar voren. Eén die lange tijd op Texel onbekend is gebleven.

In verband met een zware zuidwesterstorm is de TX 4 met bemanningsleden R. Buys, C. Buys, en F. Buys de haven van Oudeschild binnengelopen, in plaats van de thuishaven De Cocksdorp. Het zint het drietal niet, daar zij allen ook behoren tot de vaste bemanning van de roeireddingboot van De Cocksdorp. Zij willen volgens de overlevering niets liever dan thuis zijn, want als de roeireddingboot moet uitvaren "zullen zij moeten varen met invallers en goede krachten zijn schaars voor dit werk."

Als het bericht komt dat er inderdaad een schip is vastgelopen op de Eierlandse gronden besluiten ze meteen te vertrekken, ondanks de waarschuwingen van anderen (zie intro). "De Oudeschilders helpen bij het losmaken van de trossen. Daar grijpt de stormwind in de zeilen, de schuit werpt zich plat op haar bakboorzijde, even twijfelt het vaartuig, het is of het teveel is, wat er van haar geëist wordt, maar het is maar een ogenblik en daar stormt zij in razende gang op de havenmond af. Buiten gekomen wordt de hals opgehaald, de nok neergelaten en het zeil dichtgemaakt, de fok ingenomen en voor de storm uit gaat het om de N.O. Hoog verheft zich de aanstormende zee boven de achtersteven van het schip, als wille zij die vermetele schuit met haar bemanning, die haar kracht durven trotseren, vernietigen", zo schrijft Buys.

De tocht naar de gestrande Tengoy blijkt als verwacht geen makkelijke. "Voorts gaat het, de Kerkevlakte over, maar nu wordt het critieker, want nu moet de koers gewijzigd worden, het wordt nu terdege opletten om het doel van de tocht, de Roggesloot, over een boeg te halen. De zeilen worden weer bijgezet, wat met veel inspanning gelukt en met het lijboord nauwelijks boven water, vervolgt de TX4 haar zware tocht. De bemanning kan thans tussen de stuifvlagen door de wal onderscheiden. Snel komen zij naderbij en zien, dat er zich nog een grote menigte volk bij het hoge duin bevindt. Blijkbaar is de reddingboot nog niet terug. Scherp turen de ogen in de richting van de Eierlandse gronden. Niets te zien... Geen reddingboot en geen schip."

Uiteindelijk is de jongste van de bemanningsleden die aanroept: "Daar zit hij. Achter de Hors om de hoek. Dat ziet er slecht uit voor de reddingboot. Het schip zit op de allergemeenste plaatsen van de Eierlandse gronden en indien de reddingspogingen slagen zal de terugtocht zwaarder worden, dan de heenreis. En als zij voor het invallen van de vloed de kop van de Vliehors niet gerond hebben, zullen zij dit niet meer kunnen ook."


in 1981 werd over de oorzaak van de stranding opgetekend: "De Tengoy ligt maandagavond 22 oktober voor anker bij de Norh-Realbank. Door de uitzonderlijk zware storm breekt de ankerketting en het ijzeren stoomschip raakt op drift." het schip loopt uiteindelijk onbestuurbaar - en deels lek - vast op een voor de reddingsloep zeer moeilijk bereikbare plek.

In het verslag van Fr. Buijs lijkt men beland in een spannend jongensboek: "De bemanning van de TX4 ziet elkander in de ogen, er wordt niets gezegd, maar ze denken hetzelfde; ze moeten helpen, alles doen wat mogelijk is. En in plaats van naar har ankerplaats te gaan recht de schuit haar steven naar het NW..."

Iets later in het verslag: "Plotseling roept er een uit het volk: 'Daar komt de TX4. Hij gaat naar buiten, zij hebben ook in de gaten daar aan boord, dat de boot nog niet terug is. "Maar de tocht wordt voor de TX4 al zwaarder. Hoog komt de zee over de gronden aanstormen, maar moedig steekt zij haar steven in de schuimende watermassa's. Nu moeten zij toch gauw iets zien van de reddingboot. Het wrak van het gestrande schip kunnen zij zien, het zit al geheel onder water, de schoorsteen en de brug steken nog gedeeltelijk boven de kokende zee."

Vlak daarna zien ze ook de reddingboot met aan boord ook de zeven bemanningsleden van de Tengoy. De reddingspoging is geslaagd, maar het gevaar geenszins geweken. "Wat zal het lot zijn van de redders en geredden als het niet gelukt het fatale punt te passeren. Dan is het afgelopen met hun allen..." Alleen samenwerking kan dit avontuur tot een goed einde brengen en de goden zij dank begrijpen schipper Buys en schipper Boon elkaars bedoeling. "Schipper M.Boon verandert koers. Hij tracht uit de wal te komen om ruimte te krijgen als de poging verbinding met de TX4 te krijgen, mocht mislukken. Dan kan die nog eens herhaald worden. Ook de schipper Buys richt zijn koers daarop en beide schippers begrijpen elkanders instinctief..."


Vaak genoeg zijn bij dergelijke acties schepen gekapseisd , maar het schip weet langszij te komen. "Vijftig meter zijn de schepen nu van elkaar. "De werplijn wordt gereed gemaakt en de reddingboot zet haar oliereservoir in werking...        ...de afstand wordt kleiner, dertig, twintig, vijftien meter en daar gaat de lijn. Hij krult de voorman in de reddingboot om de schouders..."

Via een moeilijke en zware terugweg komt de TX4 met de reddingboot achter zich - onder luid gejuich vanaf het duin - veilig thuis. "De reddingboot wordt losgegooid en boort haar steven in het veilige strand en de TX4 snelt door naar haar ankerplaats. Weer hebben zeven Engelse zeelieden hun leven te danken aan de bewoners van het kleine dorpje aan de N.O.punt van ons Eiland", zo luiden de laatste woorden uit het verslag.

Nasleep

De schippers van de reddingboot werden niet vergeten. Zo meldt het stuk van 1981: "Op 26 januari werden zij in De Cocksdorp door burgemeester Buysing Damste en het plaatselijk bestuur der Noord en Zuidhollandse Redding Maatschappij gehuldigd. Schipper M.Boon ontving een zilveren gesp. De roeiers Jan van der Kooij, W.Griek Lzn, A. List, en P. Boon Mzn. kregen een bronzen gesp. Voor roeiers A. Bakker Jzn, Corn. de Graaf johnzn., Martinus Wegman Gzn, Jan Boon, Mzn en Helbert Kalins was er een bronze medaille. Alle bemanningsleden kregen tevens een getuigschrift in lijst."


De TX4 en hun bemanningsleden worden in andere verslagen niet genoemd, zij werden niet genoemd in de Texelse Courant en kregen geen huldeblijk. Maar zonder deze heren was dit spannende jongensverhaal heel treurig geëindigd.

Is d'r ien van...

Annelies Schoo, aanstichter van dit artikel legt desgevraagd nog even de verbanden uit. "Albert List is de overgrootvader van Bart Bakker, dat is mijn man. Zijn oma was de dochter van Albert List. Het huldeblijk hing jarenlang bij mijn schoonouders ergens aan de wand en het hangt nu bij ons op de overloop."

Een medaille hebben Annelies en haar man ook nog. Niet van List maar van Bakker.


Job Schepers


Met veel dank aan Linus Straub voor het verslag van P. Buys en Annelies Schoo voor haar hulp.

Het ingelijste getuigschrift.