Afbeelding
Foto: Eigen foto

Bestuurder in

coronatijd

Burgerparticipatie

Een zaaltje. Koffie. Een projectleider die een presentatie geeft. Daarna ruimte voor discussie en iedereen kan post-its plakken op grote witte vellen. Sinds corona zijn dit soort bijeenkomsten niet meer georganiseerd. En dat is jammer. Niet omdat die avondjes perfect waren, maar er was wel contact, verbinding. Het belangrijkste resultaat was vaak dat men bij elkaar zat, het ergens over had en in de nazit over nog wat andere zaken sprak die in het dorp speelden. Dat soort contact haalt de scherpe randjes van dingen af. En dat is broodnodig.

Het betrekken van bewoners bij het maken of uitvoeren van plannen en beleid is in elke gemeente een actueel gespreksonderwerp. Hoe doe je dat goed? En, net zo belangrijk: hoe sluit je als overheid aan bij plannen en ideeën van bewoners? Hoe maak je voor hén dingen mogelijk?


Het patroon is ook overal ongeveer gelijk:

Bewoners zeggen: "We worden niet of te laat betrokken, er wordt te weinig met onze inbreng gedaan, het proces is onduidelijk en we worden buitenspel gezet door professionals en belangenverenigingen. Het gaat te vaak over grote projecten, terwijl wij vooral willen meepraten over zaken in onze direct omgeving. Maar ook: het is wel lastig, we zijn het vaak onderling ook niet eens, iemand anders moet besluiten."

De professionals zeggen: "We doen al veel, maar men ziet dat te weinig. Over de dingen die goed gaan, hoor je niemand. De wil is er zeker, maar we hebben te weinig tijd. Het zijn altijd dezelfde bewoners in het zaaltje. We kunnen niet iedereen blij maken, meepraten is niet hetzelfde als je zin krijgen. De toon is soms hard, onze professionaliteit wordt soms niet serieus genomen. Participatie verstoort onze processen ook wel eens. In zo’n zaaltje staan is best lastig."

En de gemeenteraad zegt: "Wij willen meer bewoners betrekken bij onze plannen, dat leidt tot betere besluitvorming. Het moeten duidelijke, open processen zijn waarin iedereen aan het woord kan komen. Vergeet de jeugd niet. En praat met de dorpscommissies over hun rol, positie en verwachtingen van ons. En: We hebben zelf wel wat moeite met loslaten. We bemoeien ons graag overal mee. Iemand moet een besluit nemen, vaak vinden wij dat wij dat zelf zijn."


Het klopt allemaal. En tegelijk ook niet. We doen al veel. En het kan beter. We moeten en gaan er mee aan de slag. Nog dit jaar hoop ik. Niet via een uitgebreid visieproces en een dikke nota, maar met concrete voorstellen. Waarin de focus gaat liggen op het verbeteren van het contact met méér Texelaars. Op het in verbinding zijn met elkaar. In zaaltjes, in het dorp én digitaal.

Elkaar spreken, elkaar zien en samen tot mooie dingen komen, is de beste manier om als samenleving sterk te zijn en te blijven. Daar gaat het om.

Natuurlijk kan het allemaal nog veel ambitieuzer, maar het lijkt mij belangrijker om in realistische stappen vooruit te gaan. Persoonlijk vind ik het bijvoorbeeld interessant om te kijken of burgerpanels iets voor Texel zijn, een via steekproef gekozen groep Texelaars buigt zich dan een paar maanden samen over een maatschappelijk vraagstuk en komt met een advies. Voor nu een stap te ver, maar wellicht wel iets om een volgende raadsperiode een keer te proberen. Vernieuwing en beweging zijn nodig om onze democratie fris en stevig te houden, daar ben ik van overtuigd.


Remko van de Belt

Wethouder gemeente Texel