Anders bekeken

Oh geeft niks…..


Ik hoor heel hard "verdikke “roepen, kijk uit het raam en zie manlief achter de kleine Cobus en de dartele Bo aanrennen. Ik schiet in de lach, het is een hilarisch gezicht. De schipper maakt wilde gebaren en tracht ze te vangen. Ze hebben allebei een verse poon dwars in de bek en kiezen het hazenpad.


Ze kunnen geweldig lopen, de jonge viervoeters en hebben een nog geweldigere eetlust. Niets is veilig. Mijn schoenen zijn de klos, er worden gaten gekauwd in de zak met kippenvoer, zelfs mijn zwembril hebben ze te pakken gehad. “Oh”, zei Marco toen ik daarover mopperde: “geeft niks, dat doen jonge honden!” Ik was niet blij, Mijn zwembril is duur en een beetje heilig. Een spoor van kippenvoer door de garage is ook niet echt wat je wil, maar goed, hij heeft gelijk, het zijn jonge honden.


Totdat ik naar buiten kijk en - ik kan het niet helpen - verschrikkelijk moet lachen. Het lijkt wel of ze afgesproken hebben elk een kant uit te gaan. Een snoekduik haalt weinig uit. Ik doe het slaapkamerraam open en roep: “Oh, geeft niks! Het zijn jonge honden!” Manlief is getart en wil de kostelijke prooi, de eerste rokerij dit jaar waar hij zo naar uitkeek, veilig stellen. Iedereen heeft hij ponen beloofd. Hij wil ervan smullen, niet die dekselse apen… “Kom hier“, maar de kleine hondjes doen alles behalve luisteren. Ze verdwijnen in de struiken en hij heeft het nakijken.


Als ik buiten kom met een blad koffie moet ik nog lachen. De ponen hangen aan de ijzers uit te dampen. Het is een kostelijk gezicht en het ruikt heerlijk. Ik snap wel dat ze de verleiding niet konden weerstaan. Manlief hijgt nog na en moppert. De kleindochter van 1 roept: ”Vis ,vis..!” Ja, het is spekkie voor het bekkie. De oude kranten krijgen een nieuwe taak, er worden pakjes gemaakt en een half uur later krijg ik een foto. “Suzan heeft de poon al smakelijk verorberd en ligt te slapen”. Ik laat het zien aan de rokers ,een leuk gezicht.


Vroeger had je een bordje, het hing bij het pijpenrek. "Een tevreden roker, is geen onruststoker." Het stamt nog uit de tijd dat een lekkere sigaar, pijp of sjekkie zeer gewaardeerd werd. Alle tijden veranderen, maar het is hier van toepassing. “Geeft toch niks?”, zeg ik vragend met een knipoog, Manlief lacht en geeft me een zoen. “Je hebt gelijk”, zegt hij lachend. Kijk dat hoor ik nou graag. De boeven komen likkend uit de struiken en liggen een kwartier later te ronken bij m’n voeten…


Jozien