Afbeelding
Foto: Eigen foto

Puber(t)aal

Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen en er geen doekjes om winden: spreekwoorden staan deze week op het programma in mijn derde klassen. Regelmatig krijg ik vragende blikken als ik er een spreekwoord in gooi. Daarop maakte ik een opdracht waarbij de leerlingen een grote plaat voor zich kregen met daarop 38 spreekwoorden. Aan de leerlingen de taak om de spreekwoorden te achterhalen en de betekenissen erbij te zoeken. Zelf alle antwoorden bedenken is best pittig, dus ik maakte er een invuloefening van. Bijvoorbeeld: 'met je … in de boter vallen', 'over het … getild zijn' en zo nog 36 anderen.

Liefde voor je geld kiezen


De pubers gingen aan de slag met de invuloefening en nu voel je hem natuurlijk al aankomen, want ook mijn kennis van spreekwoorden werd tijdens deze les enorm uitgebreid. Zo had iemand op de zoekplaat een geitenpruik op, was een kind over het paard gegooid, werd de vuile was gedaan en viel weer iemand anders met zijn bek in de boter. Daarnaast schijn je tegenwoordig ook liefde voor je geld te kunnen kiezen of te kunnen zeggen “nou breekt mijn … hart!”


Intussen hoor ik een tweetal overleggen dat ze een nieuw spreekwoord hebben ontdekt. Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel. “De betekenis weet ik ook, want dat doe ik ook altijd als mijn ouders er niet zijn.” Er hangt een gezellige sfeer, de leerlingen zijn onderzoekend aan het leren en werken lekker samen. Samenwerken raad ik bij dit soort opdrachten meestal aan. Met z’n tweeën weet je immers altijd meer dan alleen. Vaak pakt dit erg goed uit, maar soms gaat de taakverdeling tussen twee leerlingen scheef. De ene zoekt alles op en is met de lesstof bezig, de andere schrijft het enkel over. Maar ook daar laten spreekwoorden zich goed voor lenen. Een meisje vraagt aan haar buurman om het over te schrijven werk, waarop hij antwoordt: “Je kunt de boom in!”


Aan de andere kant van de klas is een leerling bezig met het opzoeken van de spreekwoorden op haar telefoon. “Eieren voor je geld kiezen, weg dat ding en je laptop gebruiken, anders is je kans op internet gebruiken verkeken”, zeg ik. Ze legt haar telefoon op tafel, terwijl wegleggen toch echt betekent dat de telefoon in de tas wordt opgeborgen. Dat weet ze. Ik besluit niet te reageren, maar loop later langs haar tafel en in een heel rustige beweging neem ik haar telefoon mee. Ze ziet niks. Haar buurman wel. We maken even oogcontact en glimlachen. “Denk erom, geen slapende honden wakker maken”, zeg ik tegen hem. Zijn buurvrouw kijkt met een vragende blik van haar buurman naar mij en weer terug. Ze zegt dat ze er niks van snapt en of zij misschien de slapende hond is. We knikken instemmend. Pas aan het einde van het uur werd de slapende hond wakker. Toen ik haar paniekerig in haar rugtas zag kijken en broekzak zag voelen, kreeg ze de telefoon terug.


Samenwerken en met de leerstof bezig zijn kan op zoveel manieren. Het is onze taak dan ook niet alleen om kennis in de leerlingen te stoppen, maar ook vooral om ze te leren hóé ze kunnen leren. Op die manier hoop ik deze leerlingen volgend jaar dan ook allemaal in de vierde klas te hebben, al dan niet met de hakken over de sloot.


Marlieke Daals

Docente Nederlands OSG De Hogeberg