Lies Pieterse was een veelzijdige rasartiest en de zingende gastvrouw in het populaire Café Chantant in De Karseboom.
Lies Pieterse was een veelzijdige rasartiest en de zingende gastvrouw in het populaire Café Chantant in De Karseboom. Foto: Collectie familie Pieterse

Lies Pieterse: Als ik zing ben ik gelukkig

Ze zong in de operette, de bigband en vertolkte het levenslied. Lies Pieterse was een veelzijdig rasartiest. Onsterfelijk als muzikaal duo met haar man Frans en zingende gastvrouw in het populaire Café Chantant in De Karseboom.


Lies Pieterse, volledig Elisabeth de Boo, stamt uit een bekende en getalenteerde muzikale familie uit Amsterdam. Haar moeder, Alida Scholten, was zangeres en haar vader, Juup de Boo, was pianist en accordeonist. Haar oma. Beppie Huoi, zong in opera’s en operettes, danste en was cabaretiere en werkte onder andere bij Lou Bandy en Louis Davids.


Lies volgde de vooropleiding op het conservatorium en een klassieke zangopleiding. Haar leraressen waren operazangeres Faniëla Poons (zus van Silvain Poons) en zangpedagoge Bep Ochtrop, die veel artiesten onder haar hoede nam. Lies gaf enkele recitals in het Concertgebouw. Haar ouders hadden een nachtclub/cabaretdancing op het Leidseplein, waar lies vaak optrad. Begeleid door haar vader en muzikanten die daar speelden, vaak Italianen. Lies zat ook in het schnabbelcircuit en ging het hele land door.

In 1980 veranderde haar leven. Ze zei daarover: “Op een gegeven moment wilde ik wat anders. Ik las in de Telegraaf een advertentie dat ze in de Jellinek kliniek een maatschappelijk werker zochten. Nou, ik wist alles van alcohol." Mensen maakten grapjes en zeiden tegen Frans: “Jij helpt de mensen aan de drank en Lies helpt ze er weer vanaf."

Hollands levenslied, operette, bigband, chansons en jazz

Zo kwam het dat Lies op Texel. Met lange nepwimpers en nepnagels, dikke make up en naaldhakken. Rechtstreeks uit het Amsterdamse nachtclubleven belandde ze in de Peperstraat in Oosterend. Een dierbare tijd voor haar. Ze zag er markant uit en week een beetje af van de mensen uit het dorp. Maar ze werd onmiddellijk geaccepteerd. Ze leerde dat je mag zijn wie je bent. Veel opsmuk verdween. Ze integreerde snel in het dorp en genoot van contact met Oosterenders en inwoners van Oudeschild.

Buren spraken haar aan dat de deur niet op slot mocht zoals in de stad. De dag erna lagen er visjes op het aanrecht. Toen ze verkering kreeg met Frans lagen er ongemerkt dubbele porties visjes. Dochters Sandy en Samantha: “Mijn moeder was hier zo dankbaar voor en heeft zich altijd een Texelaar gevoeld. Op haar sterfbed vroeg ze zelfs of wij de Texelaars wilden bedanken en het mooie eiland."

Het Stoomboot Koffiehuis was haar stamkroeg waar ze Frans ontmoette. De vonk sloeg over. Frans in zijn afscheidsinterview: "We zijn op dezelfde dag (27 mei) jarig. We zijn een tweeling geworden.

Ook muzikaal klikte het. Lies, die net zo makkelijk Hollandse meezingers als Franse chansons of jazz zingt: Ze ging aanvankelijk met Frans en Piet Kingma (duo Humpy Dumpy) mee, maar nadien trad ze tientallen jaren op met Frans als "Frans en Lies". Ze werden overal voor gevraagd. Op markten, festivals, poppodia, in Opduin, met de Klapband aan boord van de Zonnebloem en op bruiloften. Vaak in dezelfde families, bij het zilveren, gouden huwelijk, etc.


Eén keer in de week werd De Karseboom omgedoopt in Café Chantant. Gedenkwaardige avonden, waarin het kroegje uitpuilde van het volk. Avonden waarop uitbundig werd meegezongen een feestgevierd. Texelaars, zeilers, advocaten en niet te vergeten de studenten uit Utrecht. De badmeesters hadden De Karseboom als stamkroeg. Frans noemden ze hun “Godfather” en “de broer van God”, Lies zorgde voor hen als een moeder. ‘Als ze ziek waren lagen ze bij ons thuis op de bank onder een dekentje en mama zorgde dat ze goed aten”, herinnert Sandy zich.

Volgens Lies was er altijd wel een aanleiding om iets in de Karseboom te organiseren. Of het nu na afloop van de biertapwedstrijden was of na een optreden van de Big Band, waarin Lies ook zong. Ze trad op als zangeres, maar bleef ook de gastvrouw die alles regelde. Ze liet zich niet gek maken. Frans speelde en zorgde dat er genoeg bier werd getapt.


Frans en Lies speelden op allerlei gelegenheden. Zoals toen het kookprogramma van Joop Braakhekke (haar neef) op Texel werd opgenomen. Ze speelden met tal van Texelse muzikanten en traden ook vaak op aan de overkant. Ook met beroemdheden zoals Karin Bloemen, Gerard Joling, Imca Marina en Jeroen van den Boom. De muziek van Frans en Lies klinkt voort op de CD’s die ze hebben gemaakt. Ook richten ze gezelligheidskoor De Paradijsvogels op. Er werden liedjes gezongen van Jan Smit tot het Slavenkoor.

Ook nadat De Karseboom was gesloten, bleven ze optreden. De Stenenplaats was hun vaste stek. Er kwamen veel bekenden voorbij, Lies bleef zwaaien.

Haar bijzondere levensverhaal komt voorbij in het boek "Heerlijk Gespeeld Jongens", over de geschiedenis van de Texelse lichte muziek. Geschreven door Frans, maar toen die het niet kon afmaken, zorgde Lies dat het omvangrijke boek vorig jaar alsnog verscheen. Een schijnbaar onmogelijke opgave, maar het lukte.

Muziek was de rode draad in haar leven. Lies: "Als ik zing ben ik gelukkig." Het gaf haar ook energie. Toen ze door corona ziek werd en de zuurstof in haar longen daalde, kwam ze erachter dat als ze zong ze meer zuurstof kreeg. De avond voordat ze met de ambulance werd opgehaald heeft ze van 21:00 uur tot 4:00 uur non stop voor haar leven liggen zingen. Het mocht niet baten. Lies stierf vrijdag 7 mei. Ze werd 68 jaar.


Lies was ook een liefdevolle moeder én oma. Ze laat twee dochters na, Sandy en Samantha. Ze kregen pianoles en houden van theater. Frans daarover in zijn boek: “Dat hebben we ze geleerd. Lies en de kinderen hebben het geërfd van de familie de Boo. Sandy studeerde theaterwetenschappen en werkt bij theatergezelschappen. Samantha studeerde aan de Pabo en werd leerkracht.

Afbeelding
Afbeelding