Afbeelding
Foto: Eigenaar

De kant langs

Grappenmaker


“Zóveel slecht nieuws in de krant tegenwoordig. Corona, het stroomnet op springen, teveel toeristische bedden, een groot, lelijk kunstwerk bij de boot, te weinig vrouwen aan de macht en meer herrie door overvliegende straaljagers. De krant mag van mij van best wat leuker en grappiger”, luchtte een lezer haar hart. Ze heeft een punt. “Zware stukken schrijvers”, noemde Niek Dros ons wel eens.


Het nieuws opgediend met humor. Eerst maar een paar smeuïge koppen: “Operatie vaccinatie onder het mes“, “’t Horntje steekt middelvinger op naar kunstwerk De Hand”, “Overbelast elektriciteitsnet geeft schokeffect”, “Texelaars liggen wakker van wildgroei slaapplaatsen”, “Onderwijswethouder Huisman schoolvoorbeeld vrouwenemancipatie” en “Explosieve sfeer rond straaljagers Vliehors”. Leuker kunnen we het nieuws niet maken, ook niet makkelijker verteerbaar trouwens.


Toegegeven, zo’n zwaar stuk opdienen met een jolige kop, het is best verleidelijk. Maar niet altijd eenvoudig. Basisregel in de journalistiek is dat een kop de lading moet dekken, mag niet (teveel) afleiden van het nieuws, moet wel de aandacht naar het artikel trekken, maar mag weer niet lollig zijn of over de top. Bovenstaande koppen trekken misschien wel de aandacht, maar leiden ook af van de – serieuze – inhoud.


Een kop is ook een sluitpost. Vaak letterlijk. Het artikel geschreven, nog even snel een kop er boven en in de krant ermee. Fout! Een kop verdient aandacht en zorg. “Grote” kranten hebben daarom speciale koppenmakers in dienst. Soms briljante woordkunstenaars, maar ook die de plank wel eens mis slaan.


Bij ons geen speciale koppenmaker. Dan maar een grappenmaker. Er mag best wat meer gelachen worden in de krant. Maar hoe? Je kent de satirisch tv-programma’s wel, waarin ze de ene grap aan de andere rijgen. Zoals “Even tot hier” en “Dit was het nieuws”, al ruim 250 afleveringen geregisseerd door voormalig eilandgenoot Koos Terpstra. Daarin nemen ze het nieuws en vooral de mensen daarin op de hak. Een beetje zoals wij met Ouwe Sunderklaas, maar dan het hele jaar.


Bedenken die jongens zelf die grappen? Welnee. Achter zo’n show zitten hele hordes mannen en vrouwen die met een laptop op schoot voor de televisie grappen zitten te verzinnen. Ze krijgen een nieuwsonderwerp gemaild en moeten daar vervolgens iets grappigs over bedenken. Die sturen ze op en ze worden per grap betaald.


Niet voor elke grap trouwens. Alleen voor die de uitzending halen. En televisiemensen zoals Koos zijn best kieskeurig. Veel grappen halen de eindstreep niet. “Als je na een dag werken twee grappen in de uitzending had, had je het goed gedaan”, vertelde Kees van Amstel, grappenmaker van beroep, die er laatst een stukje over schreef.


Zo’n stortvloed aan grappen zoals in die programma’s, dat hoeft in de krant ook weer niet. Maar af en toe kan geen kwaad. Of zoals de onlangs overleden Marius Bakker, tientallen jaren bestuurder bij Texel’94, zei: “Humor zorgt voor ontspanning en voor minder druk”. Nu en dan een geintje aan de bestuurstafel, om de spanning te breken. Misschien hield hij het daarom wel zo lang vol.


Een journalist is nog geen grappenmaker, ook al zou die het graag willen. Maar kan wel goed opschrijven wat anderen vertellen. Zoals tijdens een interview of vergadering. Een goeie grap tussen neus en lippen door, en wie weet belandt die zomaar in de krant. En zo niet, dan maar tussen de regels door lezen.


Gerard