Hans Bremer, gefotografeerd voor het boek "Jutters en strandvonders van Texel".
Hans Bremer, gefotografeerd voor het boek "Jutters en strandvonders van Texel". Foto: Gertha Wessels

Jutter met ontzag voor drijfzand

In het boek “Jutters en Strandvonders van Texel” vertelde Hans Bremer smakelijk hoe de beveiliger die de gestrande Compass 1 moest bewaken door jutters om de tuin werd geleid. “Hij stond op de uitkijk, maar had niet in de gaten dat duikers aan de zeekant op het schip klommen. “We hadden die mannen gezegd dat ze alles overboord moesten gooien, dan konden wij het oprapen en meenemen.” Toen de beveiliger het in de gaten kreeg, belde hij de politie. “Wij hebben ons snel in de duinen verstopt.”

Toen na een paar dagen de bewaking werd vrijgegeven, hadden de jutters vrij spel. “We haalden alles er af wat we konden gebruiken. Aluminium strippen bijvoorbeeld. Die waren bedoeld om er zeil mee vast te zetten. Ik heb er een kapstok van gemaakt.” Lachend: “Zo gaat de Compass nog steeds mee.”

Hij vertelde smakelijk over zijn avonturen, in zijn huis hoog op de duinen, de voormalige beheerderswoning van camping Loodsmansduin, met misschien wel het mooiste uitzicht van Texel. Met zijn Swarovski kijker kon hij zelfs zien wel naar welk tv-programma Kees en Tinie Kok keken.

Het jutten had Hans niet van een vreemde. In 1941 geboren op Rozenhout op de Hogeberg, verhuisde het gezin na enkele maanden naar Isola Bella aan de Rozendijk. Zijn vader, die pachtboer was, had het van zijn spaarcenten gekocht. Primitief, zonder elektriciteit. Met een handvol koeien en wat schapen was elke bijverdienste welkom.

Hans ging als jochie mee op zeehondenjacht en later ook te lichtbakken, om konijnen de stropen. Met de jutterij haalde Bremer sr. een extraatje binnen. Ook in de Tweede Wereldoorlog, toen het strand verboden was en met mijnen werd afgeschermd, waagde hij zich aan de kust. Eén keer, toen de Duitsers hem in de gaten kregen, liep het maar net goed af. Aangespoelde blikken boekweit, chocola, havermout, scheepsbiscuit of andere noodrantsoenen ging er bij het gezin in als koek.

Hans was een nakomertje. Anders dan zijn broers Piet en Jan, die naar het Lyceum gingen, werkte Hans liefst met zijn handen. Op de Landbouwschool voelde hij zich als een vis in het water. “Meester Laan was een prachtvent, die man begreep me”, vertelde hij. Hij hielp thuis, werkte in de bollen, maar de langste tijd bij Staatsbosbeheer, waar hij als onderhoudsman veel in de terreinwagen reed.

Jutter, sleutelaar en graag op de boerderij

Toen hij tijdens een zandsuppletie eens met Maarten Stoepker borden plaatste in de Slufter om wandelaars te waarschuwen, zag hij in het zand iets glimmen. Het was een medaillon, een herinneringsmunt waarin de belangrijkste heldendaden van de Engelse zeeadmiraal Nelson staan gegraveerd. Met andere Texelse jutters reisde Bremer er nadien mee naar het National Maritime Museum in Londen. De scepsis daar over dit illustere Texelse gezelschap veranderde in ontzag toen Bremer het medaillon toonde. “Het is toch een bijzonder ding, waarvan er niet al te veel meer zullen zijn.”

Bremer haalde in zijn loopbaan een berg aangespoelde spullen van het strand. Veel hout, zoals scheepsluiken, en ook vaten. Niet altijd met bruikbare inhoud, bijvoorbeeld een vol strontvat van de Duitsers. Vaak was hij de strandvonder te snel af. Zoals in 1972, toen het strand na een dikke storm vol hout lag. Hans haalde de nodige planken van het strand en verstopte die op het platte dak van een schuurtje naast huis. Toen hij bericht kreeg dat het was aangegeven, stapte hij meteen naar strandvonder Willem Duinker met het aanbod te helpen de planken af te voeren. “Daarna heb ik de hele dag planken gereden, ik werd per uur betaald.”

Maar het verliep niet altijd zo gladjes. Een stuurkolom die hij op de Compass 1 had buitgemaakt, moest hij bij de politie inleveren.

Ook ondervond hij dat het strand niet zonder gevaar is. Toen hij op één van zijn jutterstochten op zijn Zündapp eens tussen de Hors en paal 9 vastraakte, moest hij op een gejutte dakplaat gaan staan om niet verder weg te zakken. Zijn hond die hij mee had, zat ook vast in het zand en kon zelf niet loskomen. Die is daar zó van geschrokken, dat hij nadien niet meer mee het strand op wilde.

Toen zijn terreinwagen eens wegzakte in het drijfzand, konden hij en een collega zichzelf en de auto maar ternauwernood in veiligheid brengen. “Vooral op De Hors kan het gevaarlijk zijn. Als je er niet bekend bent, is het goed oppassen.”


Als betrokken jutter stond hij aan de basis van de Stichting Juttersmuseum Texel, waarvan hij ook bestuurslid was. Jan Uitgeest: “Hans was een bijzonder mens. Hij heeft altijd in onze juttersclub gezeten. Aan vergaderen had hij een hekel, hij was meer een doener. Hij was er altijd, bij de opbouw in Oudeschild en later ook bij het ontmantelen. En nadien op Flora hielp hij ook. Anneriet (zijn vrouw) moedigde het aan, was hij eens onder de mensen in plaats van altijd maar sleutelen in zijn schuurtje in de Westen.

Dat was zijn domein. Altijd was hij er aan het hobbyen. Maar ook tijd voor een praatje. Als jutter hield hij van techniek. Op de Compass struunde hij in de stuurhut of bij de machinist. Toen bij De Mok eens een groot stuk van veerboot Discovery was aangespoeld, was hij er direct voor te porren om dat met zijn Chevrolet met Cor Ellen en andere jutters op te halen.”

Een Texelaar met een avontuurlijk instelling. “Altijd met een goeie zin en plezier in zijn werk”, vertelt Anneriet. Een man die na zijn werk bij SBB zijn boerenhart liet spreken door bij Jan Veeger van Emmahoeve de koeien te melken of een andere boer uit de brand te helpen. Hij ging er graag vroeg zijn bed voor uit.

Niet opgeleid als monteur ontwikkelde hij toch de nodige technische vaardigheden. Anneriet: “Hans deed het allemaal op gevoel. De ene keer lukte het beter dan de andere. Hij had verschrikkelijk veel geduld. Lukte het eens niet, dan probeerde hij het de dag erna weer.” Wat begon met het opknappen van kleine auto’s, brommers en motorfietsen, eindigde met het restaureren van Citroëns, Chevrolets en luxe sportwagens.

Na zijn pensionering maakte hij met Anneriet met de camper menig verre reis, zoals naar IJsland, Zuid-Afrika en Moskou.

Hans Bremer overleed woensdag 17 maart. Hij werd tachtig jaar.


Bronnen: "Jutters en Strandvonders van Texel", Klaas Uitgeest, Joop Rommets en Nico Volkerts, Archief Texelse Courant.


Gerard Timmerman