Afbeelding
Foto:

@txl

Opruimwoede

Ik ben van de generatie weggooi. Bewaren is niets voor mij als het al een jaar in de kast ligt, Marie Kundo is zo’n beetje heilig. Ik heb vaak last van opruimkriebels. In één keer moet de kast leeg, alles eruit en dan maar weer de helft er weer in terug. Ik heb volgens mijn moeder dan ook weinig spullen, en ook heel weinig kleren, maar ik vind het soms nog weleens wat teveel. Ik begon op kamers, klein kamertje in Amsterdam-Zuid, met mijn eerst gekochte eigen spulletjes bij de Ikea vandaan. Vanuit daar ging ik een soort van half samenwonen met Chris, waarbij er ook steeds meer spullen aangeschaft werden omdat een gezellig potje en een schattig servies wel leuk staat als je samen ontbijt.

Vanuit daar, en in de tussentijd ook de studentenkamer vaarwel gezegd, gingen we samenwonen in een klein, maar heel leuk appartementje. Het echte samenwonen was begonnen en daarmee moesten ook alle spullen bij mijn ouders vandaan verhuisd worden (lees: er staat nog wel een deel bij mijn ouders hoor). In het appartementje werd ook het een en ander aangeschaft, en helemaal toen we niet meer met z’n tweeën, maar met z’n drieën waren. Daarna gingen we verhuizen naar een echt grotemensenhuis, 2-onder-1 kap. Het kamertje in Amsterdam-Zuid kon nog worden leeggehaald met een personenauto, het appartementje was een personenauto met aanhangwagen voldoende en bij ons grotemensenhuis hadden we een personenauto met een aanhangwagen, en een boel ritjes heen en weer nodig.


Inmiddels zit elk kastje zo’n beetje propvol, ligt de zolder vol, en krijg ik al vlekken in mijn nek bij het idee dat ik dit ooit in moet pakken om te gaan verhuizen. Wat een troep verzamelen wij als mens eigenlijk. En dan val ik schijnbaar nog best wel mee. Ik heb zo weinig servies dat wanneer er een verjaardag is (voor corona), we tussendoor moeten afwassen omdat we te weinig kopjes en taartschoteltjes hebben. Naja, betekent dat er vast nog wel iets bijpast in de kastjes.


Emily Westdorp