Afbeelding
Foto: Eigen foto

Digitaal klaslokaal

Als de leerlingen het woord grammatica op het bord zien staan, doen ze normaalgesproken alsof ze het einde van het lesuur niet gaan halen. Zuchten, vijfentwintig keer 'waarom, mevrouw?' en 'moet dit echt?' vragen en vervolgens – terwijl ze heel zielig kijken - gaan zitten.


Nu, tijdens de online lessen, zie ik ze alleen via een scherm. Ze zwaaien, lachen en luisteren dan naar wat ik vertel. Denk ik. Hoop ik. Vandaag hadden we het over bijvoeglijke bijzinnen en foutieve samentrekkingen. Zelf snap ik ook heus wel dat dit nou niet per se is waarop vijftienjarigen zitten te wachten. Maar ja, niet alles is leuk en het moet nou eenmaal. De PowerPoint met uitleg probeer ik dan wel weer zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Ook doen we korte opdrachtjes tussendoor om de voorkennis op te halen. De les is hiermee interactief en de leerlingen blijven betrokken. Ik vraag ze om hun virtuele handje op te steken als ze het antwoord van zo’n opdrachtje voor zichzelf hebben opgeschreven. Bijvoorbeeld wat de bijvoeglijke bijzin is in de zin ‘Thijs, die de lekkerste taarten bakt, heeft Heel Holland bakt helaas niet gewonnen.’ Eén van de leerlingen zet zijn microfoon aan, zegt: ‘dat vond ik nou ook jammer!’ en daarna beginnen ze aan de opdracht.


Na een paar minuten vertel ik ze dat de handjes naar beneden mogen. Alleen als ze hun antwoord met de rest van de klas willen delen, mag het handje omhoog blijven. Twee seconden, nog niet eens, en alle gele handjes zijn verdwenen. Ik zucht, maar zeg tegelijkertijd dat ik het snap. Daarbij wil ik ze niet voor het digitale blok zetten; dit is toch allemaal net even anders dan in de klas. Het antwoord deel ik met ze en ik hoop dan maar dat ze zelf ook iets in deze richting hadden opgeschreven. Glazige ogen of lege blikken zijn via Teams namelijk een stuk minder goed te traceren dan in het échte klaslokaal.


Voordat ik de vergadering in Teams afsluit zegt een leerling: ‘bedankt mevrouw, voor de leuke uitleg over de bijzinnen, en zo.’ Vooral dat en zo doet het hem. Bedoelt hij nu dat hij de uitleg over de samentrekkingen bijvoorbeeld ook leuk vond? Of weet hij alleen nog dat de uitleg iets met bijzinnen te maken had? Het maakt ook niet uit.


Corona doet gekke dingen met ze. Een andere optie is dat ze me gewoon een halfuur lang hebben gedempt, zijn gaan gamen en willen me wel met een goed gevoel uit de les laten gaan. En dat is gelukt.


Marlieke Daals,

Docente Nederlands OSG