Afbeelding
Foto: Evalien Weterings

De eilandadvocaat

en de DNA-match

Op de website van de NOS las ik dat er afgelopen weekend een inbreker in Roosendaal was opgepakt aan de hand van zijn voetafdrukken in de sneeuw. Een kleine glimlach overmeesterde mij doordat dit toch met enige regelmaat wanneer er sneeuw ligt een reden is waardoor inbrekers gepakt worden. Dit soort kleine menselijke fouten kunnen grote gevolgen hebben.


Tegenwoordig is er sprake van uitgebreid DNA-onderzoek en andere CSI-achtige taferelen, maar ook aan de hand van simpele foutjes worden inbrekers gesnapt. Zo ben ik in mijn praktijk zaken tegengekomen waarbij cliënten in het onderzoek naar voren kwamen aan de hand van vingerafdrukken op glas dat zij zelf hadden ingegooid, blikjes frisdrank die zij hadden gedronken in de woning waar werd ingebroken of zelfs hun behoefte hadden gedaan op de wc zonder door te trekken op de plaats delict.


Eén van dit soort zaken die op deze manier aan het rollen kwam in mijn praktijk is die van Iwan. Hij was een jongen met een vlotte babbel en dito uiterlijk. Iwan viel bij ons onder de noemer 'draaideurcrimineel', oftewel Iwan had nog niet voor de ene zaak de rechtbank verlaten of hij kreeg de dagvaarding voor de volgende zaak alweer uitgereikt. Zo moest Iwan een keer voorkomen bij de politierechter voor een inbraak in een bedrijfspand, waar enige net nieuw geïnstalleerde computers waren ontvreemd. Ter plekke was er een sigarettenpeuk gevonden waarop het DNA van Iwan zat. Iwan was inmiddels een bekende in de DNA-databank en het spoor leidde dan ook snel naar hem. Toch hield Iwan vol dat dit niet zijn DNA betrof en zeker niet zijn peuk. Hij had helemaal niets te maken met de inbraak of de diefstal van de computers.

“Nou”, zei de rechter, “dan moet je wel met een heel goed verhaal komen wil je hier onderuit komen. Ik zie hier een strafblad dat dikker is dan het hele dossier en dan mag je mij wel eens uitleggen waarom ik jou zou geloven." “Dat is heel simpel, ik heb een tweelingbroer 'Igor'. Zoals u ook op internet kunt vinden, is het DNA van eeneiige tweelingen identiek en kan dat niet in een strafzaak tegen mij worden gebruikt als bewijs. Hier toon ik u een kopie van het paspoort van Igor, u ziet dat hij op dezelfde dag geboren is als ik en u ziet ook de gelijkenis op de foto.”


Kijk, met zo’n cliënt is een doordacht pleidooi helemaal niet meer nodig en ik hield dan ook wijselijk mijn mond. Hier was geen speld tussen te krijgen. Ik zag dat de rechter ietwat geïrriteerd was, hij mompelde iets naar de schouderophalende officier van justitie en velde zijn oordeel. De politierechter sprak Iwan vervolgens vrij.


Toen we naar buiten liepen, zei ik tegen Iwan dat ik helemaal niet wist dat hij een tweelingbroer had. Hierop zei Iwan: “Ik heb ook helemaal geen tweelingbroer, zeker niet iemand die Igor heet. Wie noemt zijn kinderen nou Iwan en Igor. Eigenlijk heet ik namelijk 'Igor', alleen noemt iedereen mij 'Iwan'. Ik heb een kopie van mijn eigen paspoort laten zien, waardoor ik aldus door de rechter ben vrijgesproken. Vervolgens stond ik met een bek vol tanden, want een advocaat mag natuurlijk niet liegen, maar een verdachte is daarentegen niet verplicht om de waarheid te spreken. En al had die middag het recht niet gezegevierd, ik kon er toch stiekem de humor wel van inzien.


Vincent van der Velde

De Eilandadvocaat