Kraanmachinist Henk Witte, "de Baron"  in 2001 aan het werk op zijn nieuwe graafmachine. In de vrije uren was hij een begaafd boogschutter.
Kraanmachinist Henk Witte, "de Baron" in 2001 aan het werk op zijn nieuwe graafmachine. In de vrije uren was hij een begaafd boogschutter. Foto: Archief Texelse Courant

Henk de Baron: kraanmachinist en keizer

Henk "de Baron" Witte was niet gewoon kraanmachinist. “Geef mij maar het fijne poetswerk.” Grondwerk als kunstuiting, hij kon er smakelijk over vertellen. Sinds hij eind jaren zestig op de kraan stapte, verzette hij letterlijk bergen werk.


Een kleurrijke Texelaar met een imponerende bijnaam, die verwijst naar zijn herkomst: boerderij “De Baronie” op Zuidhaffel, waar zijn vader een melkveehouderij had. Henk had hem graag opgevolgd als boer, maar de sanering zette daar een streep door. Zo kwam het dat hij in 1968 bij loonwerker Jan Kikkert aan de slag ging, die had voldoende vertrouwen in hem om hem al na een jaar op de kraan te zetten.

Na vijf jaar stapte Henk de Baron over naar Willem Bakker, de aannemer voor wie hij vijftien jaar op de kraan zat. Met zijn kraan kwam hij op veel plekken voor de meest uiteenlopende klussen. Slopen, werk voor boeren, hij zat in de pijpleidingen en wat al niet meer. Op Texel, maar ook elders in het land.

Het kraanwerk werd onderbroken toen hij op de (auto)sloperij aan de Ruigendijk met zijn toenmalige echtgenote in de lompen en metalen belandde. Daarin was hij tot omstreeks 1995 actief. Toen richtte hij met zijn oude schoolmaat Nico Roeper een bedrijf op dat zich met name op grondwerk toelegde. Na verloop van tijd gingen ze ieder hun eigen weg, maar bleven wel samenwerken.

In 2001 kocht hij een nieuwe kraan, modern, maar zonder elektronica. Want daar moest hij niets van hebben. Maar wel “ouderwets degelijk”. Hij moet in zijn loopbaan enorme hoeveelheden grond hebben verzet, zeker als je bedenkt dat één graafmachine op een dag tot wel duizend kuub kan verzetten. Al wordt die hoeveelheid door de aard van het werk meestal niet gehaald.

Hij ging het fijne werk niet uit de weg, eerder het tegendeel. Een mooie vijver graven, een dijkje of wat “friemelen” in een tuintje, hij kon er van genieten. “Creatief omgaan met grond”, noemde hij het zelf.

Na verloop van tijd ging hij zich toeleggen op de aanleg van tuunwallen. Op de traditionele Texelse manier, met gestapelde zooien. Heel wat tuunwallen bouwde hij zo, zoals die van het boerenommetje tussen Oosterend en Oost, maar ook op menig ander plek. Zo herbouwde hij ook tuunwallen, die hij in zijn jonge jaren tijdens de ruilverkaveling met zijn kraan had vlak geschoven. Hij exporteerde ze ook, de krant zocht hem eens op toen hij er op Wieringen eentje bouwde. Toen volgens een door hem zelf ontwikkelde methode, een stuk sneller en minder bewerkelijk.

Keizerschutter

Henk de Baron was handboogschutter van het eerste uur. Hij was in maart 1974 één van de medeoprichters van vereniging Eilandschutters. Hij was onder meer nauw betrokken bij de bouw van het nieuwe schietsportcentrum Odysseus. Toen hij in 2014 40 jaar lid was van de Nederlandse Handboogbond, ontving hij de Zilveren Bondsspeld. 13,5 jaar was hij voorzitter van de Stichting Sportschutters Texel, toen hij in 2017 terugtrad.

"Henk heeft ongelofelijk veel betekend voor de Stichting en dat zullen we niet snel vergeten”, vertelt zijn opvolger Aad van Gils. “Ook een wat iconische schutter. Hij heeft één keer een boog gekocht en daar zijn hele leven mee geschoten. Er zat een speciaal geluid in de boog, je herkende hem direct. Hij trainde nooit, maar kwam aanlopen en schoot gericht. Hij bleef rustig en liet zich niet gek maken, ook niet als voorzitter.”

Meerdere keren veroverde hij bij handboogvereniging de hoogste titel van Keizerschutter. De Baron is wel een jaar of twintig keizer geweest.

Henk Witte overleed afgelopen woensdag. Hij werd 70 jaar.