Anton Witte van Wezenspyk, waar in 1981 werd begonnen met de productie van boerenkaas, geeft het stokje door aan zoon Job.
Anton Witte van Wezenspyk, waar in 1981 werd begonnen met de productie van boerenkaas, geeft het stokje door aan zoon Job. Foto: Gerard Timmerman

Nieuw hoofdstuk kaasboerderij

Voor menig ondernemer komt een moment het stokje door te geven. Ook voor Anton en Janine Witte van Kaasboerderij Wezenspyk. 40 jaar na de oprichting treedt zoon Job in hun voetsporen, om het bedrijf dat begon op 8 februari 1981 verder te brengen.

Anton: “Toen ik eind jaren ’70 van school kwam, stond de economie er niet best voor. Wij waren met twee opvolgers, mijn broer Marcel in ik. Mijn vader (Marius) had een kleine boerderij en deed het werk nog met een trekpaard, Rozina. Geen toekomstperspectief voor twee zoons. Op de Middelbare Landbouwschool volgde ik de theoretische opleiding, zodat ik kon doorstomen naar de Hogere Landbouwschool. Maar daar had ik geen zin in.

Schakels er tussenuit

We hadden een enthousiaste leraar Economie. Hij vertelde dat als boeren er bij de afzet van hun product schakels tussenuit haalden en rechtstreeks aan de consument zouden leveren, zij zelf de marge pakten waar het meeste geld op werd verdiend. Ik ben langs gegaan bij boeren in Noord-Holland die zelf kaas maakten en verkochten en dacht: dat lijkt mij ook wel wat. We konden land overnemen van buurman Commandeur, zodat we meer koeien konden houden en onze eigen rauwmelkse boerenkaas konden maken. Ik heb een plan gemaakt en ben daarmee naar de Rabobank gestapt.


Daarin stond onder meer dat we onze kaas zouden verkopen op de boerenkaasmarkt in Woerden. Piet Brouwer, kruidenier in Oosterend, kwam langs en wilde onze kaas wel doorverkopen. Wij hadden geen idee hoe dat zou gaan. Later kwam ook Jan Witte, de rijdende SRV-man. Ook hij wilde onze kaas verkopen. En zo kwam van het één het ander. We hebben alles hier kunnen verkopen, er is nooit een kilo kaas naar Woerden gegaan. In 1982 zijn we ook schapenkaas gaan maken.”

Texelse Boerenkaas van Wezenspyk groeide uit tot een gewaardeerd lokaal product, steeds meer toeristen wisten de boerderij te vinden.

Nadat de broers in 2000 ieder hun eigen weg vinden, bouwde Anton en Janine de kaasboerderij in de loop der jaren opnieuw op. De productie omvat drie hoofdsoorten. Boerenkaas van de koeienmelk van maatschap De Eendracht samen met de familie Rutten. Schapenkaas, die vooral uit de productie van hoofdzakelijk eigen schapenmelk van de 500 schapen van Wezenspyk en een kleine hoeveelheid geitenkaas. Verdeeld over deze categorieën omvat het assortiment tegen de 25 soorten en formaten kaas.

De aandacht voor het product is de kracht van kaasboerderij Wezenspyk

Lokale afzet

Nog steeds is er veel lokale afzet. Aan de tienduizenden bezoekers die er jaarlijks (normaal gesproken) over de drempel komen en iets kopen in de boerderijwinkel (ook nu dagelijks geopend) andere verkooppunten op het eiland, op markten en aan de horeca. Er is een webshop en ook groothandels aan de overkant hebben zich gemeld als afnemers en supermarkten. Vooral bedrijven met een zogenaamd versplein. Albert Heyn verkoopt het onder de vlag van “Streekgenoten”. Razend populair is nu de Texelse kaasfondue.

Bezoekers kunnen een kijkje nemen in de kaasmakerij en in de stal is het zogeheten “Schapenpanorama”, je kunt iets nuttigen in het kaascafé en een kijkje nemen in het Schapenmuseum. Deze ligt langs de route van het Landschapspad.

Anton: “Maar we hebben er geen attractiepark van gemaakt.” Job: “Bij ons ligt de focus op het product. Doe liever één ding goed, dan drie dingen half.”

Job (29), geboren en getogen op Wezenspyk, woonde er tot zijn twintigste. “Toen ben ik voor mijn studie Bedrijfseconomie naar Amsterdam gegaan. De eerste jaren van mijn studententijd ging ik elk weekend terug naar Texel. Een aantal jaren heb ik ook de administratie gedaan. Tegen het eind van mijn studie stond ik voor de keus wat ik zou gaan doen. Ik vond het belangrijk om mijn ding in Amsterdam te gaan doen. Ik vond daar ontzettend leuk werk. Als “horlogerie in operations” deed ik voorraad- en verkoopbeheer voor een bedrijf in horloges. Ik heb daar allerlei nieuwe dingen voor bedacht. Maar toen dat gedaan was en de standaard werkzaamheden over bleven, was het voor mij wel klaar. Ik vind het juist leuk om nieuwe dingen te doen.

Consultancy

Daarna ben ik de financiële consultancy beland. De praktische uitvoering van financiële processen. Hoe coördineer en organiseer je dat? Dat heb ik 3,5 jaar met veel plezier gedaan. Ik kreeg allerlei opdrachten, steeds in andere bedrijven in allerlei branches. Het draaide voor mij om de financiële processen. Daar ging iets fout en het was aan mij om dat recht te trekken.

Zo leerde ik bedrijven goed kennen. Wat er goed ging, wat fout en wat beter kan en moet. Ik zag hoe elk bedrijf anders werkt en een andere cultuur heeft. Ik kwam binnen en moest zorgen dat er snel resultaat geboekt werd. Leuk en leerzaam, maar het kon ook behoorlijk zwaar zijn. De focus lag op presteren.

Met die kennis en ervaring ben ik ook anders naar onze eigen kaasboerderij aan gaan kijken. Zeker in de beginjaren van mijn studie was ik gefocust op efficiency en zo goedkoop mogelijk produceren. Op een gegeven moment ben ik gaan inzien dat juist doordat we hier op een andere, meer ambachtelijke manier produceren, met veel liefde een aandacht voor de kaas, die door zóveel handen gaat. Dat zijn processen die je niet moet willen veranderen. De aandacht voor het product is de kracht van Wezenspyk.”

De kaasboerderij kan bogen op een traditie met een lange historie. Texelse schapenkaas, nu op moderne wijze geproduceerd, maar naar hetzelfde recept zoals vroeger bereid, werd 500 jaar geleden ook al gemaakt. Kleinschalig en op heel veel boerderijen op het eiland. De schapenkaas was wijd en zijd bekend als delicatesse. Scheepsladingen vol werden tot de verste uithoeken geëxporteerd. Job: “Het is mooi dat Texel nu nog steeds bekend is als schapeneiland.”

Opvolgen?

“Een jaar of vier geleden vroegen Anton en Janine tijdens een etentje aan mijn broer (Boite), zus (Souwtje) en mij wat we wilden gaan doen en of we hen wilden opvolgen. Mensen zeiden tegen me: “Doen! Meteen na je studie knallen!” Ik wist toen al dat ik de boerderij wilde gaan doen. Maar het moment was nog niet aangebroken. Ik wilde eerst mijn eigen ding doen. Weg van Texel en in de Randstad ervaring opdoen. Nu ik die opgedaan heb, weet ik dat het echt mijn eigen keus is en niet onder druk van familie of wie dan ook. Ik zit graag achter de computer. Maar ik weet ook dat het op de boerderij een stuk leuker is dan in Amsterdam continu achter het scherm te zitten.”

Corona

“Toen ik vorig jaar terug naar de boerderij kwam, nog niet direct fulltime overigens, viel ik midden in de corona. Ik heb die periode vanaf begin meegemaakt. Van helemaal stil naar langzaam opbouwen en heel druk in de zomer. Die opbouw voelde wel goed. Na veel Duitsers, die onze kaas als vanouds al goed waarderen, weten nu ook veel meer Nederlanders ons te vinden. Dat het nu weer is stilgevallen en zo lang duurt, is ontzettend balen, ook voor de horeca. Ook heel zuur voor de winketjes in de stad. Daar leveren we ook aan, dus we merken dit zeker.”

“Wat dit bedrijf ontzettend goed doet is dat het een heel goed en lekker product maakt dat zichzelf verkoopt. Dat blijft zo. Net zoals dat het een boerderij blijft. Ík ga doen waar ik goed in ben. Op de achtergrond werk ik aan vernieuwing. Ik analyseer de organisatie, de productie, het voorraadbeheer, maak verkoopanalyses en trek daar conclusies uit. De data die ik daarvoor gebruik zitten in het bedrijf en het is aan mij om die er uit te krijgen, zonder dat ik de mensen er teveel mee belast.

Ik zie mezelf nog geen koeien gaan melken of de schapen verzorgen. Ik weet veel van de boerderij, maar dat is gewoon niet mijn ding. Bovendien: een bedrijf leiden is ook delegeren. We hebben een uitstekend team met tien medewerkers. Zoals voor de schapen Cor Koorn, een liefhebber uit een echt schapengeslacht. En de dagelijkse leiding op de werkvloer is in prima handen bij teamchef Richard Beijert.”

Afstand nemen

Anton: “Wij zijn denk ik altijd redelijk succesvol geweest en hebben het bedrijf gemaakt tot wat het nu is. Maar op een bepaald moment moet je het overdragen. Dat doe je niet zomaar. We kennen Job goed genoeg om er op te vertrouwen dat het goed zal komen. Het is nu aan het om het bedrijf verder te brengen. Op zíjn manier. Zoals ook wij onze keuzes gemaakt hebben. Om wat afstand te nemen zijn we al een poosje geleden in Waalenburg gaan wonen. Maar ik moet zeggen dat echt afstand nemen nog niet meevalt. Ondanks dat ik beloofd heb om niet te gaan, komen Janine en ik nog bijna elke dag op Wezenspyk. Ach, zolang we ons nog en beetje nuttig kunnen maken…”


Gerard Timmerman

In de kaasmakerij de bereiding van schapenkaas Wezenpareltjes.