Galloway-rund in De Nederlanden.
Galloway-rund in De Nederlanden. Foto: Job Schepers

Toekomst duingebieden op tafel

Hoe worden gebieden begraasd en met welke dieren? Op welke manieren mogen De Dennen worden gebruikt voor recreatieve doeleinden? Zomaar twee vragen die aan bod komen bij het nieuwe beheerplan van Staatsbosbeheer (SBB) voor de duinen van Texel.

Hoewel het droge stof lijkt, is het beheerplan van grote invloed voor het aangezicht van de Texelse duinen en bossen. Paul Rutten van Staatsbosbeheer geeft aan dat behoud van openheid van het duinlandschap één van de belangrijkste doelstellingen is tot 2033. Daarnaast is er aandacht voor diversiteit in landschap. Dit gebeurt onder meer door het aanleggen van stuifkuilen en door kerven, maar soms ook door beheer met maaien en begrazen met runderen en schapen.


In tegenstelling tot de open gebieden wil Staatsbosbeheer in bepaalde mate bosvorming toestaan als 'oerbossen van de toekomst.' Een natuurlijk ontwikkeld duinbos bestaat in Nederland niet of nauwelijks. Om deze ontwikkeling ruimte te geven, worden op Texel enkele gebieden voor natuurlijke bosontwikkeling gekozen. Eentje ligt mogelijk in De Westerduinen of De Bleekersvallei, aansluitend aan het bestaande bos. De andere ligt in De Muy en/ of De Geul.


Daarnaast wil SBB dat gebieden beleefd kunnen worden, zoals nu ook het geval is, met passende voorzieningen waarbij bebording verbeterd wordt. Staatsbosbeheer wil kijken naar nog meer differentiatie in recreatiemogelijkheden, met samenwerking waar mogelijk. Als voorbeeld van die samenwerking wordt het onderhouden van het mountainbikepad door Wielersport Texel genoemd. Ook naar gewone paden wordt gekeken. De huidige padenstructuur is aangelegd toen het bos werd geplant. Nu SBB samen met de gemeente bezig is met het verbeteren van de fietspaden, is het een goed moment om te kijken of de huidige paden logisch zijn. Hierover kan worden meegedacht tijdens de bijeenkomsten. Of fietsers en auto’s vaker één weg moeten delen in de toekomst, blijft onduidelijk.


Schapen vaker te zien in duingebieden

Hoewel de grote lijnen vastliggen, wil Staatsbosbeheer de Texelaar betrekken bij de toekomstplannen. Boswachtster Anna Sprenkeling laat weten dat SBB de grote lijnen niet bepaalt, die liggen vast in het Natura 2000 beheerplan, daar staan de doelen voor ieder gebied in. Een aantal concrete zaken waar de Texelaar over mee kan praten zijn 'het fietspad wel/niet in de begrazing bij de Eierlandse duinen', 'waar laten we natuurlijke successie zijn gang gaan' (bijvoorbeeld bosvorming red.) en verder is SBB op het gebied van recreatie nieuwsgierig hoe de Texelaars hier over denken.


"We genieten allemaal op onze eigen manier van de Texelse natuur: wandelen, fietsen, paardrijden, met je hond, kinderen, et cetera. Soms zorgt dit voor spanning tussen verschillende gebruikersgroepen. We willen met de gebruikers van de gebieden in gesprek om te verkennen wat er beter kan. Willen we op bepaalde plekken geen honden toelaten? En op andere plekken juist een losloopgebied? Vinden we het fijn om paden te delen of juist niet? Zouden we graag weer willen struinen in de winter? We willen ophalen wat de omgeving zou willen, vervolgens kunnen we kijken wat er mogelijk is binnen de Natura 2000 wetgeving", legt Anna uit.

Geen grootschalige dunningen

In het recente verleden leidde het dunnen in De Dennen tot kritiek. Afgaand op de plannen van Staatsbosbeheer lijken deze zorgen verleden tijd. In De Dennen is de omvorming van bos van houtproductie naar een natuurlijk functionerend duinbos (voorlopig) afgerond en wordt zeker voor de looptijd van het beheerplan geen dunning meer nodig geacht. Zou in de westelijke bosrand op plaatsen met weinig loofbomen hierdoor weer bossterven door dennenscheerder op gaan treden, kan daar zo gedund worden dat dit weer stopt. De loofhoutzones die nodig zijn om bij een kronenvuur een stoplijn langs Ruijslaan, Randweg, Nattevlakweg en Jan Ayeslag te kunnen gebruiken, worden zo nodig vrij gehouden van verjonging met naaldbomen. Op andere plaatsen wordt naaldhoutverjonging niet tegen gegaan.

Er wordt onderzocht of in De Dennen meer water vastgehouden kan worden en dat minder snel door de sloten uit de ontginningsperiode water naar het gemaal wordt afgevoerd. Dat kan de grondwatervoorraad op Texel versterken in het belang van natuur en landbouw. Misschien is dan een ingreep in het bos nodig om de ontwikkeling naar een vochtiger bostype te begeleiden. In het jongere Krimbos zal nog meer worden ingegrepen, maar ook hier zal de dunning vooral zonder oogst plaatsvinden, zodat de 'dood hout-voorraad', die gunstig is voor insecten, toeneemt.

Begrazing

De Texelse gebieden worden begraasd door tal van verschillende dieren. Zo zijn de Schotse hooglanders en de Exmoorpony's al jaren de trouwe bewoners van De Geul en De Bollekamer, vindt men in De Dennen hooglanders, schapen en Galloway-koeien in De Muy, de konikpaarden nabij De Slufter en black angus-koeien bij De Hanenplas. Het is de bedoeling om winterbegrazing te starten in de Eierlandse duinen.


De meeste dieren in de gebieden zijn niet van Staatsbosbeheer, maar van verschillende pachters. De aanbesteding in De Ploegelanden, De Geul en De Bollekamer loopt af en de inschrijving voor de nieuwe aanbesteding loopt. Het is voor dit gebied onduidelijk of hier de komende jaren ook Exmoors en hooglanders grazen, dit is sinds 1995 het geval. De huidige pachter kan zich overigens ook weer melden voor de nieuwe aanbesteding. Wel is duidelijk dat men in De Geul en De Bollekamer over wil gaan op wisselbegrazing. "Het vee eet in het voorjaar veel van de lekkere bloemen en kruiden die juist de soortenrijkdom moeten brengen. Hierdoor vlakken de gebieden af in hun biodiversiteit. Wisselbegrazing betekent dat een vast koppel vee één tot drie jaar het ene gebied begraast en daarna een zelfde periode het andere gebied. "De samenstelling van de grazers in deze grote begrazingsgebieden kan blijven zoals het nu is – runderen met pony’s. Het zou gunstig kunnen zijn wanneer de grens tussen deze gebieden zo komt te liggen dat het Hoornderslag in het begrazingsgebied komt te liggen", valt te lezen in door Staatsbosbeheer beschikbaar gestelde stukken.


Verderop staat te lezen: "In de Westerduinen en de Bleekersvallei die niet integraal begraasd worden, is een grote toename aan duinroosvegetatie te zien die knie- tot heuphoogte bereikt en inmiddels als duinroosstruweel gekarteerd wordt. Dit gaat ten koste van soorten uit duingraslanden met duinroosjes. Deze komen vooral in de vochtige laagtes en noord- en oosthellingen voor. In grote delen van dit gebied nemen ook kleine struwelen toe. Indien dit hier niet tegen gegaan wordt, ontstaat uiteindelijk een bos. Om het duinlandschap in deze gebieden, die niet integraal begraasd worden, open te houden is in de komende jaren drukbegrazing met schapen en/of geiten nodig al dan niet na chopperen en/of maaien."

Sluftergeul

Een gebied dat ieder jaar anders is, is De Slufter. Tot voor kort mocht de opening in de duinen waardoor de zee toegang tot het gebied heeft niet breder zijn dan omstreeks 500 meter. Recent onderzoek van waterschap HHNK heeft duidelijk gemaakt dat de waterveiligheid niet in het geding komt, wanneer de opening breder zou zijn. Vrij bewegen van de Sluftergeul en natuurlijke afbraak en opbouw van een deel van de kwelder is hierdoor mogelijk.

Katten en bospest

SBB richt zich in het beheerplan ook op het voorkomen van invasief groeien van exoten als bijvoorbeeld de Amerikaanse vogelkers (ook wel bospest genoemd), Japanse duizendknoop, watercrassula en de reuzenberenklauw. Volledig uitroeien blijkt niet altijd mogelijk. Voordat bij een invasieve soort in een natuurgebied ingegrepen wordt, moet de kans om de soort 100 procent duurzaam te verwijderen aanwezig zijn. "Indien overgegaan wordt tot accepteren en beheersen, moet aan de robuustheid van het ecosysteem gewerkt worden. Wanneer een exoot niet zo gaat woekeren dat een habitat van bijvoorbeeld een grijsduin daardoor geen grijsduin genoemd kan worden, hoeft ingrijpen niet nodig te zijn. Overigens vallen niet alleen planten onder de in toom te houden exoten. Ook de nijlgans en de verwilderde huiskat blijven punt van aandacht. In het verlengde van het beheersbaar houden van de exoten, is er aandacht voor vogel-, planten- en dierensoorten die voor Texel kenmerkend zijn. Zo blijft er altijd een open duinenstrook van noord tot zuid, zodat insecten van gebied naar gebied kunnen. Andere voorbeelden zijn de noordse woelmuis, lepelaar, groenknolorchis en rozenkransje. Na de input van de online bijeenkomsten, komt er een samenvatting van het beheerplan openbaar.

Job Schepers

Grootschalige dunningen zoals hier in 2018 gaan niet meer plaatsvinden.