Leen den Braven en Corrie Postma, met de moeder van Corrie, bij Van der Valk in Hengelo (foto inzet)
Leen den Braven en Corrie Postma, met de moeder van Corrie, bij Van der Valk in Hengelo (foto inzet) Foto: Nico van Betteray

Corrie en Leen logeren alleen bij Van der Valk

“Het is bij Van der Valk elke keer alsof we thuiskomen. Gastvrij, alles schoon en netjes en vriendelijk. Al hebben ze honderden kamers, als je er één keer hebt gelogeerd, dan herkennen ze je.” Leen den Braven en Corrie Postma kunnen het weten, ze logeren eigenlijk uitsluitend in hotels van Van der Valk.


Vooral bij Van der Valk in Hengelo, waar ze terugkerende gasten zijn. Corrie: “Mijn familie woont in Hengelo, Almelo en Enschede. Zodoende kwamen we er elke maand. We sliepen bij familie, maar toen die groter werd, hebben we een kamer bij Van der Valk geboekt.” Leen: “Inmiddels zijn er daar al zó vaak geweest, dat we een vaste kamer hebben: kamer 8. Ze kennen ons allemaal, van de directeur tot de schoonmaker. Ze zijn ook heel begripvol. “ Corrie: "Toen ik jaren geleden een telefoontje kreeg dat mijn moeder slecht lag, zaten we twee dagen later bij Van der Valk. Normaal zijn we er in het weekend, nu door de week. Iemand vroeg: Wat zijn jullie hier op een vreemde dag? Toen we vertelden wat er aan de hand was, lieten ze ons met rust. Maar we kregen wel een kaartje, met daarop de namen van alle medewerkers. Super attent!”

Leen: “Wij vinden het altijd weer thuiskomen. Als we er met kerst zijn, krijgen je een extraatje. Toen ze aan het verbouwen waren, kregen we een rondleiding. De vrouw die het ontbijt serveert, zei: Oh, wat gezellig dat jullie er weer zijn. Kenmerkend voor hun persoonlijke benadering. Als je eerder geweest bent, herkennen ze je.”

“Van der Valk is een enorm groot bedrijf, maar het zijn gewone mensen gebleven. Meneer Van der Valk maakt een praatje met je. En toen het heel druk was, sprong hij bij in de afspoelkeuken. En zijn vrouw in de bediening. Het maakt hen niet uit wat ze doen.”

Hengelo is lang niet het enige Van der Valk-hotel waar ze hebben gelogeerd. Leen: “Ook in die op Wieringen, in Groningen, Apeldoorn, Sneek, Wolvega, Leusden, Harderwijk, Eindhoven, Breda, Ridderkerk en anderen. Maar ook een heleboel niet hoor.” Corrie: “Er zijn meer mensen zoals wij. Ook op Texel trouwens. Van de zomer waren er mensen die in Nederland een rondje deden. Elke dag een ander Van der Valk-hotel.”

“In Leusden hebben we ontzettend gelachen. Veel personeel was naar een nieuw, net geopend hotel gegaan. Bij die overbleven ging een hoop mis. De bitterballen die ik had besteld, moeten nóg komen. Het eten dat we bestelden hebben we ook niet gezien. Ik hoorde alleen een rotklap. Bleek ons eten te zijn. In het barretje boven hebben we hem met zes personen nog aardig geraakt. Ik raakte in gesprek met een man die een hoge piet bij de post was. Ik was daar een lage piet, dus dat klikte wel. De nieuw barkeeper wilde om één uur sluiten. De meneer van de post zei: Nog één rondje, dan reken ik af. Toen ik daarna onze nota wilde voldoen, stond er niks. Bleek dat die man alles had betaald.”

Leen: “Ik vroeg een keer aan meneer Van der Valk: Komen jullie nog wel eens dichter naar Den Helder? Nee, zei hij, alleen hotels langs de snelweg of daar in de buurt. Maar ik kon het beter aan zijn broer vragen. Die zit in hotel Akersloot. Dat ze nu toch naar Texel zijn gekomen is verrassend. Met 61 kamer eigenlijk een vrij klein hotel voor Van der Valk.”

Corrie: “Ik ga zeker kijken hoe het er uitziet. En als ze aanbieden dat ik mag proefslapen, pak ik meteen mijn koffer.”