Afbeelding
Foto: Andrew Greening

Breedveld in bestuur van FNV Horecabond

Dirk Breedveld uit Den Burg is gekozen in het landelijk hoofdbestuur van de FNV Horecabond. Hij krijgt daar een toezichthoudende rol op het dagelijks bestuur met een focus op de leden van de bond.

Breedveld is gekozen voor een periode van vier jaar. Hij neemt veel ervaring met zich mee in het hoofdbestuur. Hij is naast zijn werk in de horeca op Texel sinds tien jaar actief bij de Stichting Vakbekwaamheid Horeca (SVH) en hij was elf jaar actief bij Kenwerk waar hij namens de Horecabond meewerkte aan kwalificatiestructuren voor onderwijs in de horeca, het toerisme en de recreatie. Bij de SVH zit hij in een commissie die nieuwe examens ontwikkelt en hij werkte een aantal jaar geleden bij de SVH mee aan een boek over basisvaardigheden in de horeca. Hij zat tien jaar in het Pensioenfonds Horeca & Catering om namens werknemers in de horeca toezicht te houden op het bestuur van het Pensioenfonds. Op het moment is hij ook secretaris van de Alliantie van Biertapperijen en van de PvdA op Texel.


Breedveld, die bij De Lindeboom werkt, gaat zijn aandacht richten op onderwijs en het ledenbestand. De Horecabond telt op het moment 23.000 leden en heeft de ambitie door te groeien naar 30.000 leden. Volgens Breedveld zit de groei momenteel in het aantal leden, maar wordt het met de coronacrisis en de impact daarvan op de horeca ook een uitdaging om het aantal leden te behouden. "En dan gaat het niet alleen om horeca, maar ook om catering, bedrijfsrestaurants en evenementen die allemaal de gevolgen van de crisis merken."


Wat onderwijs betreft wil Breedveld het online onderwijsaanbod van de Horecabond verder uitbouwen, zodat het voor collega’s in de horeca ook een reden kan zijn om lid van de bond te zijn. “Ik zou ook graag zien dat alle vakkrachten (mensen met een vakdiploma) lid zouden worden, maar ook voor andere typen werknemers hebben meer dan voldoende te bieden. De vakbond heeft mij in het verleden stimulansen gegeven om mij bestuurlijk te ontwikkelen en het wordt tijd daarvan iets terug te geven.” (foto Andrew Greening)