Bezwaar tegen dwangsom B&B in aangebouwd kantoor gegrond

Een inwoner van De Koog die een kantoor aan zijn woning verhuurt als bed & breakfast heeft met succes bezwaar gemaakt tegen een dwangsom van de gemeente, ten einde de toeristische verhuur te staken.


Aan de garage van de woning was een kantoor gebouwd en er was sprake van tussendeuren. De Koger verhuurde het als kantoor vergunde deel aan toeristen, als logies met ontbijt. In de regeling voor logies met ontbijt staat dat dit moet plaatsvinden ín de woning. Het college legde een dwangsom op, met als argument dat logies met ontbijt in dit geval niet in de woning plaatsvindt, maar in een zelfstandig deel los van de woning. “Hierdoor lijkt er eerder sprake van een recreatief opstal. Op het perceel is geen recreatief opstal toegestaan.” De verhuur moest op straffe van een dwangsom worden gestaakt.

De eigenaar/verhuurder maakte bezwaar. De commissie Bezwaarschriften boog zich over de kwestie en adviseerde b en w dit bezwaar gegrond te verklaren. In het bestemmingsplan is het begrip “woning” namelijk gedefinieerd als “een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden”.

Volgens de commissie zijn woning, garage en b&b aan elkaar vast gebouwd en via deuren met elkaar verbonden. Als zodanig maakt de ruimte dus deel uit van de woning. "Volgens de letter van het bestemmingsplan is hier geen sprake van een overtreding. Dat de intentie mogelijk anders is geweest, is onvoldoende om de planregel anders uit te leggen of toe te passen.” Het college stelt vast dat, hoewel dit niet de gewenste situatie is, het juridisch niet mogelijk is hier handhavend tegen op te treden. Op dit moment werkt het college aan nieuw beleid waarmee handhaving in de nabije toekomst wel mogelijk zal zijn. Het college heeft het bezwaar gegrond verklaard en volgt het advies van de commissie op. De last onder dwangsom is ingetrokken. In hoeverre dit gevolgen heeft voor andere verhuurders, is niet duidelijk. Eerder ontstond commotie toen b en w aangaven dat het aantal b&b-bedden/kamers niet hoger mag zijn dat het aantal dat voor bewoning in gebruik is.