15 maanden cel
na uitgaansgeweld
De officier van justitie heeft vrijdagmiddag voor de rechtbank in Alkmaar tegen een 29-jarige man uit Den Burg vijftien maanden cel geëist, waarvan vijf voorwaardelijk.
Volgens de aanklager staat vast dat de man zich op 14 juli vorig jaar in het uitgaansgebied in De Koog schuldig heeft gemaakt aan mishandeling en zware mishandeling. Het eerste slachtoffer kreeg naar eigen zeggen vanuit het niets een klap op zijn oog, het tweede slachtoffer liep diepe snijwonden in zijn voorhoofd op toen de verdachte van korte afstand met veel kracht een longdrinkglas zijn kant op gooide.
In de rechtszaal draaide het voor een belangrijk deel om de vraag of de Texelaar het glas kapot had geslagen voordat hij het richting het slachtoffer gooide. Een medewerkster van het café verklaarde bij de politie van wel – en ook het toegebrachte letsel wijst daar sterk op, stelt de officier van justitie. Hij memoreerde dat het bij littekens is gebleven, “maar dit had veel erger kunnen aflopen. De kans op oogletsel was groot.”
De aanklager vond ook dat de Texelaar probeerde de schuld op anderen af te wentelen en dat de verdachte zijn eigen rol en aandeel veel te veel bagatelliseerde in zijn verklaringen over een avond “waarop veel drank in het spel was”.
Over wat zich exact afspeelde, lopen de lezingen uiteen. Volgens de verdachte werd hij na iets dat als een dolletje begon in de eerste kroeg geprovoceerd, waarna hij op een gegeven moment aan de bar een klap uitdeelde. Daarna ging hij naar een ander café, waar hij naar eigen zeggen anderhalf uur later het slachtoffer en diens vrienden “heel agressief” op zich af zag komen stormen. “Ik voelde me bedreigd, ik was bang, het enige wat ik kon bedenken was dat glas gooien.”
De verwondingen die hij daarmee veroorzaakte waren aanzienlijk. Diens advocaat diende namens hem een schadeclaim van bijna €3000,- in, waarvan €2500,- smartengeld. De officier van justitie vorderde toewijzing van de schadeclaims - ook het eerste slachtoffer diende er een in - en vroeg de rechtbank het voorwaardelijke strafdeel te koppelen aan de verplichting een training over alcohol en geweld te volgen.
De advocaat vond de strafeis alle perken te buiten gaan. Volgens hem "is op geen enkele manier wettig en overtuigend te bewijzen” dat zijn cliënt het glas stuk sloeg voor hij het gooide. "Hij ontkent ook met klem dat te hebben gedaan.” Daarnaast memoreerde hij dat de Texelaar een blanco strafblad heeft. Hij vroeg de rechtbank zijn cliënt, die eerder een caféverbod kreeg, een geheel voorwaardelijke straf op te leggen. De verdachte zelf betuigde spijt en benadrukte zijn lesje te hebben geleerd.