Een gehavende Betsema passeert hier de Vlaamse weg- en baanrenster Lotte Kopecky.
Een gehavende Betsema passeert hier de Vlaamse weg- en baanrenster Lotte Kopecky. Foto: Alain Vandepontseele

Terug na valpartij

Ze ging zaterdag bij de Superprestige in het Belgische Ruddervoorde als een van de favorieten van start, maar de veldrit kreeg voor Denise Betsema al vrij snel ineens een heel ander verloop.

Al in de tweede bocht ging Denise Betsema onderuit in een richeltje en kwam ze tegen een paaltje terecht. Met een scheef stuur en een fiets die niet meer schakelde, moest ze naar de materiaalpost waarna ze als laatste terugkeerde in het deelnemersveld van 75 veldrijdsters.


Dat weerhield de Texelse er niet van om - met een geschaafde knie - aan een lange inhaalrace te beginnen waarbij ze uiteindelijk nog de zevende plaats wist te pakken. Ze stond onderweg op het parcours meermaals in de 'file' bij andere deelneemsters, maar dat was volgens haar een kwestie van rustig blijven en telkens de doelen bijstellen.


Tijdens de inhaalrace wist ze zelfs een paar keer de snelste rondetijd neer te zetten. "Als je ziet van waar ik kom, is dat een mooi resultaat, maar het is ook wel een beetje zuur. Stel dat ik mee was geweest in het begin. Maar goed, het hoort bij de cross, denk ik dan." De zevende plaats leverde haar toch ook nog punten op in het klassement van de Superprestige. Eerste werd Ceylin del Carmen Alvarado, gevolgd door Annemarie Worst en Lucinda Brand.


Denise doet volgende week zaterdag mee aan de Koppenbergcross in het Belgische Oudenaarde. Het goede gevoel dat ze ondanks de valpartij overhield aan de Superprestige in Ruddervoorde, gaat naar eigen zeggen mee naar Oudenaarde. "In Beringen reed ik prima bergop en ik heb er nu al super veel zin in om kennis te maken met de Koppenberg. Dat wordt spannend. Tenminste, als ik niets aan mijn val in Ruddervoorde overhoud."