Afbeelding
Foto: Gerard Timmerman

De kant langs

Ondergronds


Leuk bedacht hoor, Michiel, om Ouwe Sunderklaas te verbieden. Je hoopt zelfs op begrip. Nou, natuurlijk niet! Burgemeester Reinbach was de laatste die het probeerde, met zijn verbod in 1816, wegens het “het schrik aanjagen en verstoren van de rust en het zich vertonen in de gedaante van beesten”.


Ik ben de vijfde generatie speulers in onze familie. Ouwe Sunderklaas stroomt door mijn bloedvaten. Dit jaar zou ik voor de vijftigste keer speulen. Mijn prijzenkast puilt uit van de trofeeën. Eerste, tweede en derde prijzen. Als het op speulen aankomt, dan ben ik een blijvertje. Geen jaar sla ik over.


Michiel, ik hoef jou niet te vertellen dat Ouwe Sunderklaas nog maar kort geleden wereldwijd erkenning heeft gekregen en op de lijst van Immaterieel Erfgoed is gezet. Dat betekent dat je dit volksfeest moet koesteren, niet verbieden.


Ik heb er begrip voor dat je er als relatieve buitenstaander wat afstandelijk naar kijkt. Maar begrijp goed dat Ouwe Sunderklaas veel méér is dan op 12 december een masker opzetten, een carnavalspakje aantrekken en de kroeg in duiken. Eerlijk gezegd kan ik dat missen als kiespijn, met al die “Biggen” van Wieringen en al die andere buitenstaanders is het me binnen veuls te druk. Als ik na het speulen die fles Jutter achter de kiezen heb, zit ik sowieso wel aan mijn taks.


Speulers zoals ik, en die heb je in alle Texelse dorpen, leven er maanden naar toe, misschien wel het hele jaar. Het is een manier, de enige zelfs, om al onze frustraties over gebeurtenissen en verwikkelingen het afgelopen jaar op het eiland, op een ludieke manier van ons af te schudden. Daar hoeven we niets voor te slikken of te spuiten, nee, wij gaan gewoon de straat op en speulen het van ons af.


Dat werkt zo: het hele jaar volg ik het nieuws op de voet en geef mijn ogen en oren goed te kost. Ik hoor, zie en lees van alles, maar lang niet alles leent zich om over te speulen. Ik hou me koest, tot dat ene bericht, gerucht of kwestie voorbij komt. Ineens zie ik het voor me en weet dan: die is van mij! De rest gaat vanzelf. Het juiste pak en grime, een goeie kar of wagen en een pakkende tekst op het bord. Op de 12e december de straat opgaan is met zo’n voorbereiding slechts een formaliteit. Zoals de politiek tijdens de raadsvergadering een toneelstukje opvoert. Het is achter gesloten deuren toch al bekonkeld…


Ik ben niet blind en voelde dit besluit wel aankomen. Dat gaf mij de tijd om me nóg beter voor te bereiden. En met andere vaste speulers zoals ik de koppen bij elkaar te steken. Uiteraard in het geniep, nóg stiekemer dan anders. Vanwege de verplichte afstand appen we vaak, maar alleen versleutelde berichten. Top secret! Want, zeker met Ouwe Sunderklaas, geldt: de vijand luistert mee. En de uitkomst? Ouwe Sunderklaas gaat ondergronds!


Eigenlijk een koud kunstje Michiel. Je bent best een goeie peer, maar een watje als het op handhaving aankomt. Daarom een tipje van de sluier: 2020 herdopen we in Ouwe SunderBlitz. In alle dorpen, op de meest onverwachte momenten en plekken, duiken ineens voorstellingen op. En verdwijnen net zo snel weer.


Hoe zit dat met publiek? Want zonder aandacht heeft speulen geen zin. Daarvoor hebben we onze contactman bij de krant in het complot betrokken. Ook hij duikt de illegaliteit in. Reken maar dat die speciale verzetskrant wordt gelezen!


Gerard