Jan Goudsblom, met hoge hoed, luidt de bel achter de bar van café-restaurant Du Passage in De Koog.
Jan Goudsblom, met hoge hoed, luidt de bel achter de bar van café-restaurant Du Passage in De Koog.

Texel geeft Anja het verhaal van vader

Anja was als kind op Texel, maar nadat haar ouders uit elkaar gingen, verhuisde ze met haar moeder naar de overkant. Haar vader verdween uit beeld, net als de naam Goudsblom. Maar door haar eigen huwelijk en andere familieomstandigheden, kwam haar biologische naam op een zeker moment weer boven water. “Ik bleef er mee geconfronteerd worden, maar wist eigenlijk niets over hem. Ik wilde het nu eindelijk wel eens op een rijtje zetten.” Haar man Marco moedigde haar aan om meer over haar vader aan de weet te komen.

Het balletje om een oproep in de Texelse Courant te plaatsen, kwam aan het rollen via Lieven de Lange, werkzaam bij De Eendrachtbode, de lokale krant op Tholen. Anja runt met haar man op Tholen twee benzinestations, een garage en een caravanstalling. Toen Lieven bij hen aan de koffie zat, hoorde hij haar verhaal aan en herinnerde zich het bezoek dat de schrijver van dit artikel bracht aan Tholen. Lieven seinde Gerard in, waarna een artikel over de zoektocht van Anja naar haar vader Jan Goudsblom in deze krant verscheen.

Het leidde tot meerdere contacten met Texelaars die haar vader hebben gekend. Zoals Frits Langeveld. “Mijn vader heeft 30 tot 35 jaar bij Frits gewerkt. “Hij omschreef mijn vader als een heel harde werker, iemand van wie je op aan kon en ook een heel sociaal mens. In De Toekomst regelde hij jarenlang de boel voor hem. “Zet het maar neer en regel de boel maar”, zei Frits dan tegen hem. En dan wist hij dat het goed kwam. Hij was altijd aan het werk. Dat herken ik wel in mezelf, want zo ben ik ook.”

Woorden die worden beaamd door Rein Stam, die als bedrijfsleider van De Toekomst veel met hem te maken had. In zijn boek “Uitgaan in De Koog” over de geschiedenis van de horeca in De Koog beschrijft Stam hoe Goudsblom Het Witte Huis ging exploiteren. “Het hield geen stand. De zaak (en de omzet) liepen zienderogen achteruit.”

Meer succes had hij in Du Passage. “Jan Goudsblom, al zeer lang actief in de Koger horeca, wilde weer eens wat anders en bedacht een combinatie van café en eethuis. Hij deed alles zelf en bedacht de gekste dingen waardoor vele mensen het wel wat achteraf gelegen café wisten te vinden. Jan stond er al jaren om bekend dat niets hem te gek was en die reputatie kon hij nu in zijn eigen zaak volop waarmaken. Als de mussen dood van het dak vielen in de zomer zette Jan een bord buiten met “Heden snert en boerenkool met worst.”

Anja was toen al lang van het eiland. “Ik herinner me niet veel van Texel. Ik weet niet hoe het huwelijk van mijn ouders is geweest. De verhalen die ik hoor zijn verschillend. Ik hoorde dat ze beiden begin jaren zestig in De Karseboom hebben gewerkt. Ik denk dat als je zoals zij met z’n tweeën werkt in dat kroegleven, dat er geen goed aan doet. Ze zijn daarna ieder hun weg gegaan.”

Ik wist eigenlijk niets over mijn vader

Anja sprak onder andere met Henk Spigt. “Die heeft hem nog gekend. Henk had nog een oude foto van de Karseboom, met een rijtuig ervoor.” Ook Sam van der Slikke wist veel over haar vader te vertellen. “Sam was stamgast in De Karseboom. Ze waren goeie maatjes. Mijn vader heeft zijn vrouw Anneke ooit mijn geboortelepeltje gegeven. Ik wist niet van het bestaan. Sam heeft later geprobeerd mij via een programma van Hans van Willenburg op te sporen. Maar toen dat niet lukte heeft hij het vorig jaar aan de Historische Vereniging in bruikleen gegeven, met de afspraak dat als hij mij alsnog zou vinden, ik het zou krijgen.” Trots toont ze een foto van de lepel. “Sam heeft het weer opgehaald het en aan mij gegeven.” Ze kreeg ook suikerzakjes van de Karseboom en Het Witte Huis.

Anja en Marco logeerden op Beeresteyn bij Frits Langeveld. “Daar heeft mijn vader de laatste vijftien jaar van zijn leven in het Koetshuis gewoond. De laatste jaren woonde hij samen met Sonja. Zij is inmiddels ook overleden. Maar op de terugweg gaan we nog langs bij haar kinderen. Zo lopen er nog best veel lijntjes. Ook wel een beetje eng, want je weet niet hoe zij mijn vader beleefd hebben.”

Behalve verhalen, heeft ze nu ook foto’s van hem. Ze toont er eentje waar hij achter de bar staat, met een bel in zijn hand. Ook van Rein Stam foto’s van haar vader, uit het boek. En een foto uit deze krant van Goudsblom met sportvisser Geri Eelman, die een paling van 102 cm had gevangen.

Sigarettenautomaat

Ander verhaal is de sigarettenautomaat uit Het Witte Huis in De Koog, dat Goudsblom een poosje, met weinig succes overigens, heeft gerund. “Hij heeft die automaat ooit verkocht. Ik weet inmiddels dat Arie Eelman die heeft gekocht."

"We hebben ook veel informatie gekregen van Dirk Rozeboom van restaurant oranjerie De Taveerrne in De Koog jaren. Zij hebben jaren tegen over elkaar gezeten."

Nadat ik met mijn moeder als kind in 1968 (ze was toen een jaar of vier, vijf) van het eiland ben gegaan, heb ik nooit contact met mijn vader gehad of wat van hem gehoord. Ik wist ook niet dat hij in 2002 is overleden. Niemand heeft mij dat verteld. Dankzij de Texelaars weet ik nu veel meer over hem. Het is mooi dat zijn as is uitgestrooid bij de Mok, waar hij als marinier nog heeft gezeten. Dat was zijn lust en zijn leven.”


Gerard Timmerman

Afbeelding