Werkbezoek VVD
VVD buitenlandwoordvoerder Sven Koopmans heeft vrijdag een werkbezoek gebracht aan Texel. Koopmans is namens de Tweede Kamerfractie van de VVD de contactpersoon voor de Texelse VVD-afdeling en brengt jaarlijks een bezoek aan Texel.
Samen met VVD Texel voorzitter Kees Boon en raadslid Nick Ran werd Koopmans aan boord van de Texelstroom ontvangen door TESO-directeur Cees de Waal. In de stuurhut werd onder meer gesproken over de duurzame bereikbaarheid van Texel, maatschappelijk verantwoord ondernemen en het voorstel van het college van B&W om de BTW-compensatie die mede door inzet van Koopmans is uitgekeerd aan de gemeente Texel in te zetten om de verkeersveiligheid en uitstraling van de veerhaven op Texel te verbeteren.
Koopmans heeft na contact met de Texelse VVD fractie contact opgenomen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken over de “code rood” die door Duitsland en België aan heel Noord Holland is gegeven. In appartementencomplex Prinses Juliana werd met Rob van der Werff van Texelvakanties gesproken over de impact die deze code rood voor Texel heeft.
Met Paul Rutten en Jochem Rikse van Staatsbosbeheer werden in aanwezigheid van wethouder Kooiman de perikelen die Natura 2000 met zich meebrengt, besproken aan de hand van het voorbeeld fietspad langs de Zanddijk.
Bij de Texelse vissers bestaat veel angst voor de gevolgen van een harde Brexit en vele grote windmolenparken die in de Noordzee worden aangelegd. Maarten Drijver nam de aanwezigen mee in de ontwikkelingen die de sector de afgelopen jaren heeft doorgemaakt. De kennis over buitenlandse betrekkingen van het Tweede Kamerlid kwam bij het onderwerp Brexit goed van pas.
Op het waterbassin van golfbaan “De Texelse” gaven Nicol Schermer en Eduard Zanen een toelichting over de drijvende zonneparken op Texel. Ook de voortgang van de proef met het stuk fietspad met zonnepanelen gemaakt uit composietmateriaal aan de Westerweg was onderwerp van het gesprek.
Voor zowel de Texelse als de landelijke VVD zijn dit soort van contacten buitengewoon nuttig omdat ‘lokaal’ in dit geval kan profiteren van inzichten, kennis en invloed van het landelijke netwerk en omgekeerd “landelijk” voeling kan houden met waar op lokaal niveau de behoeften liggen en hoe nationale wet- en regelgeving uitwerkt.