Dirk Oosterhof bij het Dirk Oosterhofpad dat voortaan langs de Joost Dourleinkazerne loopt.
Dirk Oosterhof bij het Dirk Oosterhofpad dat voortaan langs de Joost Dourleinkazerne loopt. Foto: Jeroen van Hattum

Mijn omgeving was telkens weer anders

Liefst veertig jaar werkte Dirk Oosterhof uit Den Burg in het beheer en onderhoud van de Joost Dourleinkazerne van het Korps Mariniers op de Mok. Afgelopen week zwaaide hij af.

Zijn collega’s op de kazerne hadden het goed voor hem verborgen gehouden. Donderdagmiddag was er een bijeenkomst op de kazerne om officieel afscheid te nemen en daarbij werd ineens de opmerking gemaakt allemaal mee naar buiten te komen. Bij een pad net buiten de kazerneterrein mocht Dirk tot zijn verrassing constateren dat het betreffende pad voortaan officieel het ‘Dirk Oosterhofpad’ heet als eerbetoon voor al zijn werkzaamheden op de Mok.


Met zijn veertig jaar mag Dirk zich met recht de langst meelopende medewerker noemen van de kazerne waar de meeste mensen een paar jaar vertoeven, voordat ze weer ergens anders heen gaan. Dirk kwam in 1981 op de Mok, nadat hij eerder vijf jaar als verwarmingsmonteur bij Joop Schoo in Den Burg had gewerkt. Bij de Mok was tot dan toe een sergeant verantwoordelijk voor het onderhoud, maar die ging in de winter altijd een paar maanden mee op oefening naar Noorwegen. “Het duurde dan altijd even voordat een vervanger was ingewerkt, waardoor het de Mok beter leek om maar gewoon een vaste persoon voor het onderhoud in huis te hebben.”


Dirk maakt er geen geheim van zich de eerste vijf jaar stierlijk te hebben verveeld. “Ik was verantwoordelijk voor de oude gebouwen die er toen nog stonden, maar daar was weinig aan te doen. Ik was verantwoordelijk voor tuinonderhoud, maar we hadden geen tuin. En ik was verantwoordelijk voor de motoren van de vaartuigen, maar dat waren motoren van Rolls-Royce en die waren niet stuk te krijgen.” Om de tijd zinvol te besteden, ging Dirk mee op de landingsvaartuigen om tijdens oefeningen ondersteuning te bieden. “De kleppen van de vaartuigen moest je toen nog met de hand laten zakken en dat deed ik. Ik liep ook mee in de machinekamers.”

Meermalen Texelse bedrijven betrokken bij werk op Mok


Na de vijf jaar werd hij hoofd infra en beheer van het kazerneterrein en raakte hij betrokken bij de bouw van Amfitrite dat sinds 1991 het hoofdgebouw van het Korps Mariniers op de Mok is. Later volgde de aanleg van de nieuwe haven op de Mok (1999) en de bouw van amfibisch logistiek centrum Zeus (2001) waar Dirk eveneens nauw bij betrokken was. Hij zorgde daarbij in een vroeg stadium voor zonnepanelen en een grijswatercircuit om duurzaam te werken. Dirk zorgde er ruim twintig jaar geleden ook voor dat er riolering en een gasleiding bij de Mok kwam. “We hadden vroeger een eigen rioolwaterzuivering die gezuiverd water op zee loosde, maar dat mocht niet meer, dus moest er een leiding komen naar de riolering op Texel. Toen heb ik ook meteen een gasleiding laten aanleggen, zodat we de kachels niet langer op olie hoefden te stoken.”


Als hoofd infra was hij verantwoordelijk voor alles in, op en onder de grond, afvalbeheer, milieu, arbeidsomstandigheden en de bhv. Tijdens zijn afscheid werd gekscherend opgemerkt dat hij op een gegeven moment de bijnaam ‘Dirk Nee’, omdat hij vanuit zijn rol nog wel eens nee moest verkopen. Dirk: “Er waren inderdaad wel eens situaties dat iemand iets wilde dat niet kon, bijvoorbeeld op verschillende plekken olie neerzetten. De kazerne kreeg ook gewoon controles van andere instanties en als onderdeel van de overheid moet je dan wel het goed voorbeeld geven en de zaken op orde hebben.” Vanuit zijn rol als hoofd infra probeerde Dirk geregeld Texelse bedrijven te betrekken bij werkzaamheden op de Mok. “Defensie werkt vaak met grote landelijke aanbestedingen en als dat was geregeld, gebeurde het wel eens dat er ontdekt werd dat er op Texel ook nog een kazerne was. Voor grote bedrijven was het soms helemaal niet aantrekkelijk om naar Texel te komen en dan probeerde ik hier wat te regelen. Neem als voorbeeld Van Gansewinkel die werd gecontracteerd voor de afvalverwijdering. Voor dat bedrijf was het niet aantrekkelijk om met een grote vrachtwagen voor een paar containers naar Texel te reizen, dus die heb ik met Van Tatenhove in contact gebracht, zodat ze onderling wat konden regelen.”


Toen hij in 1981 begon, telde de Mok ongeveer vijftig manschappen en waren de kazerne en de bootcompagnieën één geheel. Hij maakte vervolgens een hele serie aan reorganisaties mee waarbij de bootcompagnieën verschillende structuren en namen kregen en al dan niet verbonden waren aan de kazerne. Momenteel valt de kazerne onder commando van de marine in Den Helder met als grootste gebruiker de zogeheten Surface Assualt and Training Group (SATG) waarin de landingsvaartuigen op de Mok zijn ondergebracht en die een eigen commando heeft. Van 2013 tot 2018 was het lange tijd spannend of de Joost Dourleinkazerne überhaupt open zou blijven omdat er bezuinigd moest worden. “In die tijd gebeurde er ook niet zoveel meer aan onderhoud en dat was jammer.” De laatste jaren werkte hij mee aan de toekomstplannen voor de Mok en dat was leuk om te doen.


Een bijgebleven gebeurtenis is het uitbaggeren van een zwaaikom bij de haven wat gepaard ging met een uitgebreid explosievenonderzoek. De Duitsers hadden aan het einde van de Tweede Wereldoorlog munitie gedumpt bij de Mok en tijdens de voorbereidingen kwamen er inderdaad munitiedelen boven water, waardoor bodemonderzoek nodig was. Dat leverde onder meer een verdacht object op dat wel eens een vijfhonderdponder kon zijn die in de Mokbaai lag “Het bleek echter een metalen deur te zijn van een loods die hier vroeger had gestaan.” Ook bijgebleven zijn de vele telefoontjes die Dirk in de loop der jaren thuis kreeg als er ergens storing was op de kazerne. Dat ging ook in het weekend gewoon door.


Tijdens zijn werk had Dirk geregeld via het UWV mensen onder zijn hoede die het door omstandigheden even nodig hadden om in rustig vaarwater te werken voordat ze zouden herintreden in het normale arbeidsproces. “Dat was mooi werk om te doen. Soms lukte het helaas niet om iemand weer te laten functioneren, maar meestal lukte het gelukkig wel.” Hij kreeg donderdag bij zijn afscheid een penning van de Koninklijke Marine in Den Helder voor zijn inzet en een plaquette van de Surface Assualt and Training Group waarop hij geprezen werd als verzorger van een solide thuisbasis voor een eenheid die verder overal ter wereld actief kan zijn. Dirk: "Het kan lang klinken dat je veertig jaar op één plek werkt, maar ik had wel het voordeel dat die werkplek en de mensen om me heen doorlopend veranderden."


Zijn werkzaamheden op de kazerne worden overgenomen door Hans Coot en Paul Bosma. “De komende tijd ga ik me eerst thuis eens met allerlei werkzaamheden bezighouden en ik word vrijwilliger bij Dorcas. Daar zijn vast allerlei producten die nagekeken of gerepareerd moeten worden."


Jeroen van Hattum