Met de klok mee: De Gezusters Annie en Beppie van Dijk, Melle Weersma, Jan Beijert, Nel Bruin en Hennie Kok, kunstfluiter André Zoetlief en de Banjogroep.
Met de klok mee: De Gezusters Annie en Beppie van Dijk, Melle Weersma, Jan Beijert, Nel Bruin en Hennie Kok, kunstfluiter André Zoetlief en de Banjogroep.

Frans Pieterse: "Ik vroeg mij af: hoe ging dat vroeger?"

“Heerlijk gespeeld jongens.” Een gevleugelde uitspraak van Frans Pieterse, tijdens de nazit van elk optreden. Ook de titel van zijn boek dat hij schreef over de geschiedenis van de lichte muziek op Texel. Het verschijnt een jaar na het overlijden van deze kleurrijke muzikant en kroegbaas.

Het is alsof hij een jaar na zijn overlijden weer tot leven komt. “Op een gegeven moment begon ik mij te interesseren in de ontwikkeling van diverse bandjes op Texel. Ik vroeg mij af: hoe ging dat vroeger?” Uit eigen ervaring en van horen zeggen wist hij al veel. Maar toen hij op zijn biljartclub en elders liet vallen dat hij er een boek over wilde schrijven, ging het rap. “Niet te geloven, maar de foto’s kwamen snel.” Zijn aanvankelijke interesse naar accordeonclubs en bandjes verbrede zich naar artiesten die voor amusement op Texel hadden gezorgd. De Texelse Courant was ook een rijke bron van informatie. Met als resultaat een dik boek, informatief en rijk geïllustreerd boek dat verhaalt over een salonorkest, bekende musici als Sam Vlessing en Melle Weersma, bands als The Typhoons, The Creatures en popgroepen na die tijd en alles wat daar tussen zit.

Zijn droom

Vijftien jaar heeft Frans gewerkt aan het boek. Hij verzamelde negen grote dikke mappen vol verhalen, anekdotes en foto’s. Toen hij ziek werd en vorig jaar naar het Verpleeghuis raakte, verhuisden de boeken mee naar zijn kamer en werkte hij er samen met Gelein Jansen verder aan. “Het was zijn droom”, vertelt Lies. Maar tijd om het zelf af te maken was hem niet meer gegund. De spullen werden bewaard. Een poosje na zijn overleden schraapte Lies al haar moed bij elkaar en zei: “Ik wil het afmaken. Want dat had Frans zo gewild!”

Het werd een enorm karwei. Frans had bijvoorbeeld 700 foto’s verzameld, die moesten worden gereduceerd tot 300. Samen met Daan Welboren maakte ze een selectie. Nog meer werk was zo mogelijk het verwerken van de informatie. Corona bracht uitkomst. Dochters Sandy en Samantha hadden ineens voldoende tijd om er “gigantisch veel” uren in te steken. Lies: “De kunst was om er een rode draad in te brengen. Een onmogelijke opgave. Muzikanten op Texel scheppen er behagen in om, als een vlooiencircus, van de ene band over te springen naar de andere. Dan heb ik het nog niet eens over alle jaartallen die her en der verspreid door het boek staan.”

Rijke geschiedenis

Maar zo goed en zo kwaad als het ging, zonder compleet te kunnen zijn, is het gelukt. Het boek stopt immers bij het overlijden van Frans, hij heeft zelf geen tijd meer gehad om alle data en namen tot achter de komma te controleren. Wie dat voor lief neemt, leest een boek dat een mooi, informatief en fraai geïllustreerd overzicht biedt van de rijke geschiedenis van de lichte muziek op Texel, door de ogen van Frans Pieterse.

Sam Vlessing

Musicus en componist Sam Vlessing, geboren op Texel, zijn moeder was een Vlaamse zangeres. Hij studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen en vestigde zich in 1900 in IJmuiden. Hij dirigeerde daar het orkest Kunstkring, waarmee hij voor het eerst als beroepsmuzikante optrad. 25 jaar na de oprichting werd hij geëerd door een grote menigte, met muziek van fanfares en harmonies. Hij componeerde fanfare-, harmonie- en operettemuziek. Stukken van zijn hand waren onder meer de bekende operettes “Rose Marie” en “Marion”.

Melle Weersma

Wellicht de meest beroemde muzikant van Texelse herkomst is Melle Weersma uit De Waal, zoon van een hoofdonderwijzer. Hij werkte als pianist/organist in het prestigieuze Hotel Des Indes in Den Haag en theaters van Tuschinski. Weersma had een 12-mans orkest “The Red White en Blues Aces”, waarmee hij onder meer door Zwitserland toerde. Hij werkte als arrangeur voor Benny Goodman, Duke Ellington en schreef arrangementen voor The Ramblers. Wereldberoemd werd hij als componist van de bekende “Penny Serenade”. De plaat bereikt in 1938 de tweede plaats in de Verenigde Staten. Binnen een jaar waren er één miljoen exemplaren bladmuziek verkocht.

Lies schraapte al haar moed bij elkaar. “Ik wil het afmaken. Want dat had Frans zo gewild!”

Trinitas

Muziekorkestje Trinitas werd al in 1895 opgericht. Het speelde onder meer bij de opening van Hotel Texel aan de Groeneplaats. “Juffrouw Geus” zong bij die gelegenheid de door Sam Vlessing gecomponeerde openingsmelodie.

De Smidt’s Band speelde op zondag 12 februari in Hotel Texel. Het optreden werd afgewisseld met voordrachten en een groots concours met 600 muzikanten. Huib de Rijmelaar dichtte daarover in de Texelsche Courant:


Hedenavond staat ons eiland

In het teken der Muziek

’t Wordt een avond van genieten

Voor ’t muzieklevend publiek


Maar – laat Texels eigen volkje,

- ‘k Bedoel de jeugd en ’t bakvisch-soort

- Zorgen, dat de rust deez’ avond

Noodeloos niet wordt verstoord


Voor optredens werd in de jaren ‘30 tijdens de kermis in Den Burg een Oosterse danstent opgezet, eigendom van Kees Boon, bijgenaamd “Raggel”. In de jaren ’20 stond er eentje in het park. Na de Tweede Wereldoorlog werd daar de stenen muzieknis gebouwd, die vooral in de jaren ’50 veel werd gebruikt en veel bezoekers trok.

Salonorkestjes

Spitwerk in kranten uit de jaren ’30 leverde een schat aan informatie op over strijkjes en salonorkestjes. Met muzikanten als Sam Vlessing en Klaas Smidt, die klassieke- en amusementsmuziek maakte. Piet Boom had een eigen orkestje, waarin onder andere zoon Jan viool speelde. Van zijn kinderen zijn er ook vele muzikaal. Bij uitvoeringen met bal na werd de muziek vaak door lokale muzikanten verzorgd. Luit Sok, toen nog uit Den Helder en later zakenman in Den Burg, zong mee als refreinzanger in The Rythm Stormers.

Oefeningen bij uitvoeringen van Gymvereniging Texel (GVT) werden muzikaal begeleid op piano, zoals door Anne Flens en mevrouw H. Bruijn-Rab en er waren optredens van KTF, de Boerenkapel of de jazzband van G. Smidt. Cees Mets gold als groot animator, stimulator en speelde in het huisorkest. Muziekvereniging Excelsior had een strijkorkestje, met onder andere Souw de Wijn (niet de kunstschilder).

Danszaal Casino

Vrachtrijder Leen Eelman had in de jaren dertig danszaal Casino, toen Eelman’s Zaal, later Eelmans Cabaret. Daarvoor hield hij dansavonden in zijn stalling aan de Elemert. De familie Eelman zorgde zelf voor de vrolijke noot. In het boek een foto van de Eelmannen, een driemansorkest met Aris Leen, Leo en Cor Eelman. Ze traden op als “De Optimistenband” en later het Casino Orkest.

Sipke Smidt, afkomstig uit het Friese Bergen naar Texel gekomen als landwerker, was ook muzikaal. Hij trad op met zoons Gerrit, Adriaan en Klaas. Via Klaas kwam Cor Rijf naar Texel, die dirigent werd van KTF en later met Gijs Oskam het initiatief nam tot oprichting van de muziekschool en daar directeur werd. Ook de zonen van Klaas Smidt ontpopten zich als muzikanten. Toon speelde bugel, Addy trompet, Gerrit sopraansax en andere instrumenten.

Schoonzoon Tom van der Wulp speelde accordeon. Zijn zoon Ruud, ook muzikaal, schopte het tot directeur van een muziekschool in Coevorden.

Koetsier en muzikant

Menigeen deed de muziek er bij. Zoals koetsier Rens Nieuwenhuis. Hij reed in 1940 bruiloften en vrolijkte deze ’s avonds op met zijn trekharmonica. Hij kende geen noten, maar speelde alle melodieën uit zijn hoofd. Geen uitzondering onder muzikanten, ook Frans Pieterse speelde op zijn gehoor.

Buitengewoon was Pieter Dijksen. Hij was rietdekker, maar werd op zijn 42ste blind. “Blinde Dijksen”, zoals hij werd genoemd, speelde prachtig orgel, wat hij veel deed in het weeshuis (later het postkantoor) aan de Parkstraat.

Het boek verhaalt ook over de Banjogroep, met onder andere de broers Jaap (de Lord, de verzetsman), Wim en Piet Keijzer (gefusilleerd op De Mok). Cor en Louis van Heerwaarden en Karel de Graaf. Vlak voor de oorlog trad deze harmonica- en banjogroep op.

“Song of the Island

Bekende naam was Arend Willem Goedhart. Hij kwam vóór WO2 naar Texel als leraar op de CVO-school (nu Fontein). Hij speelde allerlei blaasinstrumenten en trad als pianist vaak op in trio’s. Hij maakte furore als componist en schreef onder meer “Song of the Island” en “Dreaming Wave”, gespeeld door de bekende Pierra Palla. Ook schreef hij de mars “Holland Paraat”, een nummer dat veel werd gevraagd door Nederlandse soldaten. Hij gaf muziekles, maar doordat hij lid van de NSB was geworden, had hij in de oorlog weinig leerlingen.

Banketbakker C.A. Kaczor speelde rond 1900 accordeon op praktisch alle dorpsfeesten. Hij gaf ook dansles. Frans Pieterse stelt met zekerheid dat Jannie Craanen-Hemelrijk dansles van hem heeft gehad. Later gaf ze met haar man zelfs danslessen. En zo laat de schrijver een grote schare aan muzikanten de revue passeren, zoals Jan Cornelis van den Hoek, Fedde Otten, Bertus Halsema.

Sergeant Jack en his Soldiers

Bijzondere eend in de bijt is “Sergeant Jack en his Soldiers”, een op Texel gelegerde groep soldaten tijdens de mobilisatie. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog kwam er een stop op dansen op live muziek. Maar toen dit verbod na 10 december 1940 werd opgeheven, organiseerde men weer dansbijeenkomsten.

Bekende naam in die jaren is die van The Rhytmische Eilanders. Op 2 januari 1943 verzorgden ze hun eerst cabaretavond. Met Texelaars als Wiep Ruijter, Joost Kant en Joop Kikkert (van het Badhotel), die met Karel Lemstra ook wel optrad als “De Twee Zingende Eilanders”. Toen alle Texelse mannen tussen de 18 en 35 naar Assen moesten, vormde Wiep Ruijter daar een band. Texelaars verheugden zich op hun optredens, blijkt uit hun dagboeken. Ruijter kwam om tijdens het bombardement in de Russenoorlog. Na het overlijden van Ruijter werd The Rhytmische Eilanders II geformeerd, die maar kort heeft bestaan.

Menig muzikant stopte na verloop van tijd. Zoals Harry Kooiman en John Pieterse (broer van). Frans over dit duo: “Alle twee hadden ze een goed muzikaal gehoor, zij speelden alles uit het hoofd. Jammer dat ze gestopt zijn, ze hadden nog ver kunnen komen.”

Piet Kooiman, buschauffeur en rijwielhandelaar en –verhuurder, was een gewaardeerd lid van de omvangrijke accordeon- en mandolinevereniging van Jan Visser. Ook hier valt de appel niet ver van de boom. Frans: “Zoon Rob Kooiman speelt goed gitaar en is een verdienstelijk zanger. Zo zie je maar weer, de generatie muzikanten zet zich voort, bravo!”

Menig Texelaar kreeg les van Jan Visser, tevens een veelzijdig muzikant en organist in de hervormde kerk. “Een groot musicus, groot organist en een groot dirigent van koren”, schrijft Frans.

Henny Kok

De gebroeders Kok speelden accordeon en kwamen in 1956 naar Texel om dansmuziek in het park te verzorgen als “Dansorkest Henny Kok”. Ze begonnen een muziekschool, later ieder voor zich. Henny Kok was zeer veelzijdig, muzikant, componist, arrangeur, hij gaf muziekles en werd later ook bekend als uitvinder. Zijn kerstplaat met kinderkoor “De Texelaartjes” werd een succes. Zijn “Rozenburgmars” was heel bekend. “De A-kant van de single getuigt van grote klasse.”

Enkele van zijn leerlingen doorliepen het conservatorium. Succesvol was ook Jan Beijert, die regelmatig optrad in muziekwedstrijden in het land en dirigent werd van meerdere gezelschappen. Kok gaf ook les aan Nel Bruin. Piepjong en talentvol zou ze via de contacten van Kok voor een platenmaatschappij het land in gaan om podiumervaring op te doen. Maar de muziek stond haar niet aan en ze keerde terug naar Texel, waar ze veel optrad - nog steeds - en in allerlei formaties en allerlei genres. Zoals in jazzband Hussel met Jan Beijert en Janka van den Brink. Nadien met Make me Smile, Tjazzel, Colour Kitchen en andere bands.

De Havenkanters uit Oudeschild werden opgericht in 1956. Ze oefenden in een ruimte onder de schilderswerkplaats van J. Klomp in Oudeschild en stonden onder leiding van Jurr Beumkes. Ze traden op in ’t Skiltje en gingen met Ouwe Sunderklaas de straat op. Ko van Splunter (van De Fuik) zong uit volle borst, Jack Bruin was kunstfluiter, opgevolgd door Jaap Krijnen.

Peter Kaan met zijn draaiorgel komt voorbij. Van andere orde is Kees van Heerwaarden, die net zo makkelijk plaatsnam achter het katholieke kerkorgel als “Was ik maar bij moeder thuis” speelde. Ook bekend om zijn muzikale kwajongensstreken.

The Thypoons

Over allroundmuzikanten gesproken: Willem Beerling. Begonnen bij de Texelse beatband The Typhoons en is daarna beroeps geworden. Nog steeds bevriend met drummer Bob Dros. Met de Tellstars, Hickory, etc. Speelt en begeleidt elke muzikant, zanger en zangeres, schijft Frans. “Helaas te weinig op Texel te horen.”

Ook de The Creatures , in de jaren ’60 de “tegenhanger” van The Thypoons, die dan wel weer gezamenlijk optreden, komen voorbij. Frits Bonne doorliep nadien een veelzijdige carrière als muzikant en hing enige jaren geleden zijn gitaar aan de wilgen.

Kottervissers

De Seagulls eind jaren ’60, begin jaren ’70. bestond uit kottervissers en hun vrienden. The Mark Five, met Jook Nauta, Daan Welboren, Hans Kievits, Rob Beumkes en Theo van den Berg, speelde ook in dat tijdsgewricht. Zo speelden zij met The Typoons, de Cure (opvolger The Creatures), Mark Five en Nel Bruin op de manifestatie “Protest tegen de spruitjescultuur” in ’t Skiltje.

Een greep uit andere namen: De Geraldo’s (speelde vaak in Casino), bluesformatie The Red Band, opgevolgd door The Blue Breeze. Zo komt ook Kees Geense voorbij. Begonnen met blokfluitlessen richtte hij op zijn 13e zijn eerste band Straight for the gallows op. Volgde diverse muziekstudies en doorliep de Toonkunst Academie (later Sweelinck conservatorium). Speelde in allerlei bands en thuis in uiteenlopende genres. Zat ook bij de KGB, met onder andere Nils Lely, Rinus Bremer en Kees Klaassen. Klaassen groeide uit tot (semi)professioneel zanger en timmert nog steeds aan de weg, zoals met Flair en Truus Trut en de Terlenkas.

Over Frans Kaercher, die in de jaren ’70, ’80 en ’90 in diverse groepen speelde: “Een rustige jongen, begaafd muzikant en een goed entertainer.” Hans Kievits kreeg op zijn vijfde pianoles van de dames Reij. Maar zijn aandacht ging vooral uit naar de bas. Hij was muzikaal en zocht via de piano uit waar de noten op de bas zaten. Toen hij in een jongensgroepje ging spelen, kocht Jook Nauta in 1959 een bas uit Tsjechoslowakije voor hem. Hij speelde nog mee met de Musette van Tom van der Wulp.

Eén van de namen die voorbij komt is die van de Island Jazz-Monkeys. Hans Kievits speelde met Theo Timmer, Henk Timmer, Lody van der Wulp, Ido Visser, Frans Zegel, Jook Nauta en Rob Beumkes. Ze speelden onder meer op het bal na van De Vriendenkring.

Ruime aandacht ook voor accordeonist Tom van der Wulp, die zelfs een tijdje les heeft gehad van Johnny Meijer. Totdat hij in de oorlog moest onderduiken. In 1945 kwam de familie Van der Wulp naar Texel en woonde tijdelijk in een leegstaande bunker. Hij speelde onder meer met broer Lody op trompet en Piet Kingma op drums. Hij trad op menig bruiloft en partij op.

Frans Zegel speelt al zijn hele leven bij KTF, maar komt met zijn sopraansax ook voorbij in allerlei andere muziekgroepen en gelegenheidsorkesten, onder meer "Monkeys" en The Grand Abroad Jazz Band (der krentenbrood jazz band).

Dames

Ook volop muzikaliteit bij de Texelse dames. Zoals accordeoniste Corry Witte-Maas. In haar jeugd verzorgde ze de muzikale omlijsting van het toneelstukje "Het zakdoekje van de prinses". Vaste begeleider van het Visserskoor.

De Gezusters Annie en Beppie van Dijk uit Oosterend maakten in de jaren vijftig furore. Ze zongen en jodelden, terwijl ze zichzelf begeleidden op gitaar. "Men sprak zelfs van de Texelse Selvera's."

Janny Craanen-Hemelrijk uit Oudeschild stond bekend als de zangeres van het Texelse lied. Ze was al jong een muzikaal talent. Aangemoedigd door echtgenoot Henk ging ze accordeon spelen. Ze verzorgde met haar revuegroep De Flierefluiters jarenlang voorstellingen met eigen teksten en melodieën, vaak lokaal geïnspireerd. Haar smartlap “Vuurtorenwachter (langs de Texelse kust) behoort tot het collectief geheugen. Ze deed revues en heeft door de jaren heen veel liedjes, teksten en melodieën geschreven. Haar "Vuurtorenlied" werd in 1994 door Frans en Lies op hun eerste CD gezet. Twee keer won Janny de cultuurprijs Dubbele von Sion.

Lies Pieterse, volledig Elisabeth de Boo, komt uit een bekende en getalenteerde muzikale familie uit Amsterdam. Ook haar bijzondere levensverhaal komt voorbij in het boek. Lies volgde de vooropleiding op het conservatorium en een klassieke zangopleiding. Zong in nachtclubs, onder meer met Italiaanse muzikanten. In 1980 kwam ze voor haar werk op Texel en ontmoette Frans. De rest van het verhaal is bekend, Café Chantant in Der Karseboom groeide uit tot een "gouden formule".

Zangeres Belinda van Diesen heeft haar sporen in de muziek ruimschoots verdiend. Met haar indrukwekkende stem en temperamentvolle uitstraling een vaste waarde. Zangeres van Big Band Texel en van menig ander band, zoals Just Marry, Expreszo, van Beurden Bluesband, Queenbees en Switch. Zong met Ger Scháfer en reaggae-artiest Kulcha Far. I. op het Montreux Jazz Festival.

Als geen ander beschrijft Frans zijn eigen bijzondere levenswandel, waar de muziek van jongs af aan als een rode draad doorheen loopt. In verkorte vorm kwam het al voorbij in het interview kort voor zijn overlijden, hier veel uitgebreider. Op smaak gebracht met bijzondere anekdotes. Zoals die keer dat een badmeester twee CD's van Frans en Lies had gekocht. Later bleek er één te ontbreken. Een maand later werd het raadsel opgelost, toen een groep badmeesters een feest had in paleis Het Loo, waar Pieter Christiaan woonde, hoorden ze de muziek van Frans en Lies. De stemming zat er goed in.

Bijzondere eend in de bijt is mondorgelclub "De Vrolijke Cowboys uit Den Hoorn, onder leiding van Jaap Dijker. Wim Koorn, die later zanger van The Typhoons werd, de Texelse band die zelfs de Nederlandse tv bereikte, zong in 1960 met zus Anneke op een avond ten bate van Hongaarse vluchtelingen. Ze oogstten veel succes met "Tiger rag" en Butterflies. De zusjes Aty en Jannie van Leeuwen schitterden met Tineke van der Meer op een feest op de Lagere Landbouw Huishoudschool. Drummer en zanger Piet Kingma was een vaste waarde in wereld van de Texelse lichte muziek. Een indrukwekkende loopbaan, meest bekend als duo Humpy Dumpy met Frans Pieterse (1970 tot 1993).

Ruime aandacht ook voor Jaap Dros, muzikant vanaf de jaren '60. Omschreven als "Eilandtroubadour" passeert zijn omvangrijke en bijzondere muzikale levenswandel de revue, van jeugdbandjes in de Keldertijd (een ontmoetingsruimte voor jongeren onder de werkplaats van fa. Veltkamp aan de Burgwal), tot de The Smal Buzz, waarmee hij nog steeds aan de weg timmert. Schreef onder meer "Island Song", leadsong van een Texelse promotiefilm. "Zijn liedjes zijn altijd melodieus, veelal poëtisch en ingetogen, maar soms ook kritisch en explosief", schrijft Frans.

Omvangrijk, maar slechts een greep uit de vele muzikanten, groepjes, bands en allerlei andere wetenswaardigheden in "Heerlijk Gespeeld Jongens", over de geschiedenis van de Texelse lichte muziek. 265 pagina's, uitgegeven door Elixer, te koop voor €29,95. De presentatie is zaterdag 22 augustus van 15:00 tot 16:00 uur bij Nauta Boek.


Gerard Timmerman

Winteruitvoering van het accordeonorkest onder leiding van Jan Visser.
Frans en Lies met dochters Sandy (l) en Samantha (r) met Janny Craanen met de uitgebracht CD.