Wat ik zeggen wou
Opgroeien
Kees Dros uit Den Burg maakte onlangs het volgende gedicht en stuurde dat op naar de redactie. Een gedicht van hem is ook te vinden in de Lezenaar tegenover Nauta Boek aan de Parkstraat.
Opgroeien
Wat moet je doen als je je kind
Wat steun wilt geven bij z’n groei
Naar de volwassenheid
Een flinke schop onder zijn kont
Een hondenriempje van de hond
Een slag of stoot of anderszins
Het is aan ieder ouder zelf
Van boeman tot verdwaalde elf
Je kind naar eigen dunk te vormen
Dus maak hem maar sterk genoeg
De wereld bestormen
Of ben je zo’n slappeling
Die zijn kind als lief klein aardig ding
Met zoete woordjes en een knuffel
Klaarstoomt voor de werklijkheid
Van beter zijn dan die mooie meid
Die overal een streepje voor heeft
Die lacht om emanciwatvoordinges
En die jouw ploeteren op school
Verwonderd aankijkt, Roodeschool
Kan je dat eten of zoiets?
Ik ben op tijd wat groot gegroeid
Je weet wel hoe dat gaat, van niets
Tot grote bloei gekomen
Behalve dan mijn koppie koppie
Ik weet zoveel als een klein droppie
Maar daar wordt mij nooit naar gevraagd
Men is benieuwd naar de andere dingen
Bijvoorbeeld of ik ook kan swingen
Wat zegt je moeder daar dan van
Maak van het leven wat jij kan
En tel je zegeningen
Die krijg je als je nog leert tellen
Dan komt verstand als je dat hebt
Misschien nog langzaamaan op de gang
Dan krijg je nog zo’n verstandige blik
Dat zou perfect zijn, lieve schat
Dan wou’k dat ik jouw billen had.
Kees Dros