Kinderen presenteren het nieuwe bord tijdens de officieuze opening van het 'Jac. P. Thijsepark'.
Kinderen presenteren het nieuwe bord tijdens de officieuze opening van het 'Jac. P. Thijsepark'. Foto: Job Schepers

Laten we het groene goud koesteren

You don’t know what you’ve got ‘till it’s gone


Zaterdagochtend 25 juli 2020 liep ik rond 11:15 richting de IJsbaan om op tijd aanwezig te kunnen zijn bij de ludieke opening van het “Jac. P. Thijssepark”. Het weer zat niet echt mee, dacht ik nog, het miezerde een beetje en de wind stak op. Ik was nog onderweg en liep op het paadje wat langs het kleuterplein van de Thijsseschool en de ingang van de Olmenhoeve naar de IJsbaan voert.

Het groen van de oude, hoge bomen en de planten in de kleine heemtuin achter de Thijsseschool waren overweldigend en een merel heette me welkom met zijn lied.


In een hoek van het grote groene veld van de IJsbaan stond al een groep mensen. Belangstellenden en organisatoren. Paraplu’s werden opengevouwen, een bord voor handtekeningen was een beetje verregend, een muziekstandaard waaide om. Een spannend begin. Hoeveel mensen zouden er op deze actie afkomen? Zouden de weergoden het hierbij laten of het erger maken?

IJsbaan is het laatste allemansveldje van Texel


Langzaam druppelden er meer mensen het veld op en hield de regen het voor gezien. Er werden nog wat voorbereidingen getroffen en toen ging het van start.


Het naambord van het Jac. P. Thijssepark werd onder applaus onthuld door een groepje kinderen. Er waren sprekers met mooie verhalen over het ontstaan van “De IJsbaan”, over hun belevingen op deze plek, er werd even gesport, een prachtig lied werd samen met het publiek gezongen. Op een groot kartonnen bord stond een korte uiteenzetting over het politieke “spel” achter het besluit om van deze oase een parkeerterrein te maken. En de Wikipedia omschrijving van wat “een park” nu eigenlijk is.


Een van de sprekers riep op tot “oproer” en herinnerde ons eraan dat “De IJsbaan” of vanaf nu “Het Jac. P. Thijssepark” het laatste “allemansveldje” op Texel is. Een plek die iedereen gratis en voor niets kan betreden om te genieten van de rust, de ruimte, het groen.


Een andere spreker nam ons mee op haar dagelijks wandeling en beschreef in het Texels wat ze hier dan allemaal zag en beleefde. Geweldig, ontroerend, bemoedigend.


Daar stonden we dan, een handjevol Texelaars die allemaal het belang van deze groene oase inzien en willen bewaren voor de toekomst en ons nageslacht.


De mensen die de toekomst van deze plek met slechts hun stem hebben bezegeld waren niet aanwezig. Zij zullen er ook niet zijn als er over 10, 20 of 30 jaar met weemoed wordt terug gedacht en gesproken of gelezen over deze bijzondere, geliefde, en veel gebruikte plek.


Waar oude, hoge bomen langs het schelpenpaadje groeiden, waar de madeliefjes en de witte klaver ondanks al het maaien het diepe groen van het grasveld wit bespikkelden.


Waar fluitenkruid, vlier, koekoeksbloem, dovenetel, kromhals en dotterbloem bloeien. Waar menigeen zijn of haar eerste zoen kreeg of gaf, waar we vroeger schaatsten.

De volksvertegenwoordigers die het verdrietige lot van het Jac. P. Thijssepark met hun stem hebben bepaald, zullen dan misschien al niet meer leven. En met hen wellicht meer van de mensen die hier vandaag wel aanwezig waren. Een mensenleven is maar zo kort, gezien vanuit het perspectief van de leeftijd van onze moeder aarde. We zijn hier nog maar net, als je het haar vraagt. En zij kan wel zonder ons maar wij niet zonder haar leven.


“We moeten niet 4 jaar of 8 jaar of 10 jaar vooruitdenken, maar 500 jaar!” werd er gezegd door nog een andere spreker. Kortzichtigheid, geldhonger, de eeuwige zucht naar meer luxe, meer gemak, meer bezit, meer macht zal ons uiteindelijk allemaal de das omdoen.

En waarvoor?

Het “groene goud” dat we op Texel bijna overal binnen handbereik hebben, zal binnen afzienbare tijd onbetaalbaar en niet te compenseren blijken. Waar het nu nog verkwanseld wordt tegen allerlei officiële adviezen en de wens van de lokale bevolking in, zal het over niet al te lange tijd onbetaalbaar en onvervangbaar zijn, ons grootste en belangrijkste goed.


Maar, dan is het te laat. Ook te laat om de verantwoordelijken voor deze dwaling ter verantwoording te roepen. Hun plek in de raad allang weer opgevuld door anderen.


In stedelijke gebieden trekken bewoners nu de tegels uit de stoep om kleine geveltuintjes te maken, teneinde hun grijze, betonnen omgeving leefbaarder en gezonder te maken.


Op Texel gebeurt het omgekeerde. Groen wordt ingeruild voor stenen.

En waarvoor?

We moeten als Texelaars in opstand komen tegen de verkwanseling van de natuur, voordat er straks ook op Texel alleen nog groen is in de daarvoor speciaal aangelegde zones en reservaten. Het beschermen en behouden van groene publieke ruimte is voor iedereen goed. Niet alleen dit handjevol fantastische, bevlogen mensen, maar iedere Texelaar. Jong, oud, arm, rijk zou zich dit moeten realiseren.


“Don’t it always seem to go that you don’t know what you’ve got ‘til it’s gone?


They paved paradise and put up a parking lot… “ schreef Joni Mitchell al in 1970.


Dat is 50 jaar geleden. Inmiddels zouden we dus beter moeten weten.


Een uur of twee later verliet ik “Het Jac. P. Thijssepark” weer. De wind ruiste in de hoge bomen langs het schelpenpad, de merel zong nog steeds zijn lied.


Hoe kon hij weten dat dit voorgoed voorbij zal gaan?


Beste Texelaars, laten we met elkaar samenwerken, jong en oud, om Texel te behoeden voor verstening. Laten we het groene goud koesteren wat zoveel voordelen heeft voor iedereen en op de niet al te lange termijn ook voor de Texelse economie. Laten we betere rentmeesters zijn en dit kleine stukje aarde mooier, schoner en groener maken voor nu en de toekomst.


Marieke Mast